Zware beroepen, deeltijds pensioen en eerlijke flexibiliteit in het pensioensysteem. Aanvullend advies van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040

Download fulltext
215

Zware beroepen deeltijds pensioen en eerlijke flexibiliteit in het pensioensysteem Aanvullend advies van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 April 2015 De leden die dit hebben ondertekend zijn: Jacques Boulet Françoise Masai Bea Cantillon Gabriel Perl Pierre Devolder Erik Schokkaert Jean Hindriks Yves Stevens Ria Janvier Frank Vandenbroucke 1 Alain Jousten kon niet aan besprekingen deelnemen heeft dan ook 3 Inhoudstafel AANLEIDING TOT HET ADVIES 5 MOTIVERING EN SAMENVATTING VAN 9 Algemene uitgangspunten Sociaal overleg 2 Europese vergelijking Coherente benadering 4 Belang een preventief arbeidsmarktbeleid 10 Aanknopingspunten rapport Data over sociale stratificatie levensverwachting 14 Overwegingen notie ‘zwaar beroep’ 17 beroepen: multidimensioneel concept limieten objectiveerbaarheid raam pensioendebat 18 evoluerend gegeven 22 Uitzonderingen voor zware werken via differentiatie leeftijds- loopbaaneisen vervroegd pensioen? 23 Financiering 25 6 Praktische implementatie 26 Deeltijds driehoek / correcties punten Driehoek pensioen: denkkader vragen verduidelijkingen 27 Enkele principiële 29 Andere 38 Budgettaire impact 39 Administratieve kwesties (implementatie) Transitie vanuit huidige pensioenregelingen werknemers zelfstandigen 41 regelingen ambtenarenpensioenen Beleid andere landen (bijlage 2) 43 Bijlagen: Bijlage 1: Onderzoek relatie tussen opleiding 2: inzake 3: Nota actuariële neutraliteit In zijn brief 28 november 2014 vroeg Minister Pensioenen Daniel Bacquelaine om: – reflectie ‘zware beroepen’ verder te zetten zodat op richten Nationale Pensioencomité werkzaamheden objectivering zou kunnen aanvatten; problematiek overgang actieve leven naar verdiepen met oog verlenging loopbanen; name werd gevraagd om voorwaarden uitvoering ‘gedeeltelijk pensioen’ preciseren bijkomend Dit twee verschillende onderwerpen; beide onderwerpen dienen echter gekaderd coherente opvatting Het is toevallig dat sectie juni als titel had: ‘Eerlijke deze thema’s samen besprak haar beklemtoonde flexibel moet pensioenstelsel vrijheid bieden individuele keuzes maken Flexibiliteit betekent mensen wensen onder moeten kiezen wettelijke pensioenleeftijd Ondanks feit loopbaan- leeftijdseisen toekomst algemeen strenger zullen worden er voldoende blijven Deze soepele mogelijk loopbaan – langer duren meent daarom onderzocht of bijkomende vormen reële keuzemogelijkheden vergroten terwijl loopbanen effectief Vanuit gedachte stelde mogelijkheid ‘deeltijds onderzoeken d w z gedeeltelijk nemen (de uitdrukking ‘deeltijds’ slaat meting ‘tijd’ besteed resp werken) wees noodzakelijke samenhang drie principes elkaar wederzijds conditioneren: • keuze binnen venster; veronderstelt billijke correctiemechanismen: bij vervroegde pensionering verminderd meer rekening houden wie gaat normaal gesproken geniet pensioen; kan verwarrend omdat hier gebaseerd bepaald tijdsgebruik maar terminologie toch behouden idee opgenomen gecombineerd beperkte voortzetting beroepsactiviteiten wat ‘beperkt’ wordt gedefinieerd basis tijd pensioenbonus tot kort bestond reden door positief beoordeeld aangevuld basis; vrijwillige keuze; uitkeringen ervoor zorgen verzekerd tegen onvrijwillige werkloosheid (met beschikbaarheid arbeidsmarkt) arbeidsongeschiktheid; periodes inactiviteit gedekt gelijkstellingen pensioenberekening vat ‘eerlijke flexibiliteit’ (sectie 2014) beseft (zgn ‘actuariële correcties’) delicaat thema actuarieel correctiemechanisme voorgesteld houdt lengte voorgestelde formule gradiënt kent: hoogopgeleide (die omwille hun later beginnen) laagopgeleide draagt omschrijft ‘billijke’ correctie ging uit dergelijke noodzakelijkerwijze volledig moest gelijk 100% vereist volledige neutralisering financiële voordeel optreedt opname kwestie Ze besluit best samengaat correctie; alternatief administratieve beperking men bijverdienen deeltijdse geïllustreerd onvermijdelijk complex leidt onrechtvaardigheid alleen arbeidsinkomens begrenzing gevat daar waar inkomens ondergebracht vennootschap onbeperkt gecumuleerd Indien geen probleem onbeperkte cumulatie economische activiteit toe laten (deeltijds volledig) vorm aannemen vraag welke mate (als zijn) nog pensioenopbouw impliceren stelt eenvoudige m b t verdere wanneer voortzetten activiteiten arbeidsinkomen a v specifieke proportioneel waarin Hoe groter aandeel hoe vermijdt veel verdient weinig maakt engineering onmogelijk impliceert intussen regering afgeschaft maakte principe weliswaar uitzondering einde ondersteund Zelfs redenen vervangingsinkomens lange periode; ander moeilijke afwegingen komt ter sprake 7 opneemt rechten opbouwen oplossing voorstelt hangt intrinsiek stelling zwaar beroep dankzij algemene systeem eerder gaan uitoefenden pensioenbedrag vergelijkbaar Daarom uitoefening extra fracties kennen tijdens pleit dus uitdrukkelijk voeren Zij vindt beter stand brengen berekening hoogte puntensysteem gebeurt aanpassing eenvoudig transparant toekenning beroepen; we beschrijven onze redenering volgende paragrafen hand argumenten aangegeven waarom 1) Werken moeilijker passen evoluerende karakter Nieuwe technologieën nieuwe arbeidsorganisatie functies… komen daarmee evolueert realiteit pensioenwetgeving soepel inbouwen Een creëert aanpasbaar instrument naargelang realiteiten integendeel praktijk veelal ‘alles-ofniets’ krijgt verhouding zwaarte periode uitoefent daarentegen gemakkelijk gradueel stelsel creëren waarbij strikt 3) verhogingen laat budgettaire last beheersen doordat totale aantal toegekend vast leggen Men partners daardoor geven onderhandelen ze tegelijk responsabiliseren zij zonder risico onhoudbaarheid ervan sociaal cruciale rol spelen vastleggen beklemtoont zekere geobjectiveerd worden; daarover bestaan Belgische studies gevaloriseerd debat aangepakt worden: maximaal ‘aan bron’ wijzigingen kwaliteit jobs aangeboden vlak sterke engagementen nodig Onder 8 preventieve facet uitstek verantwoordelijkheid onderkent technische problemen gepaard invoering bestaande raadt af implementeren Opdat praktisch werkbare hervorming ingebouwd overwegen vooraleer voege dient beantwoordt coherentie onderlijnd wordt: geschetste immers noodzakelijk vermeden contradicties ontstaan latere fase geïmplementeerd Omwille arbeidsmarkt interactie aanverwante uitkeringsstelsels zeer grondig breed onderzoek beslissingen genomen inhoudelijke consensus ontwikkelen indien bereikt technisch integreren puntenstelsel Ook logische band wenst daarbij benadrukken fundamentele breuk meebrengt berekeningsprincipes vandaag gelden: revolutie vooreerst goed gestructureerd hervormingsproces garanderen onderdelen chronologie hervormingen bewaakt benadrukt vier uitgangspunten: belang noodzaak Belangrijke bod behoren volgens uitdrukkelijke bevoegdheid zowel principieel niveau Dat geldt Zo lijst nader bepalen kader Commissierapport) Commissierapport stipt hiervoor geëigende overlegformule publieke sector gebracht Verder nota afbakening Vragen werk werkbaarheid oudere zich alle hierover bestaat vergelijkend materiaal beleidservaringen wijze waarop pensioenstelsels omgaan uittrede structurele coherent oplevert logisch begrijpelijk geheel vormt beleid gevoerd werkgelegenheid waarschuwt ad hoc maatregelen korte termijn neemt loopbaanvoorwaarden reeds aankondigt waardoor meteen concrete rijzen precieze uitzonderingen loopbaancriteria zo gang bepleit vertrekken visie langere toekomstige pensioenstelsel; voorstellen behandeling uitgelegd hem Met betrekking zit sleutel arbeidsmarktbeleid: opgetreden werkbaar ouder Wanneer pensioenbeleid vooral curatief: ‘na feiten’ actie (ex post) ante) Om preventie integraal Allerlei facetten kijken: arbeidsinhoud arbeidstijdregelingen opleidingsmogelijkheden mogelijkheden job en/of functie veranderen… uitgewerkt expertise aanwezig opdracht beperkt ontwikkeld ondersteuning hervormingsvoorstellen belangrijke aanknopingspunten eerste aanknopingspunt ‘referentieloopbaan’ voorstel referentieloopbaan parameter pensioenen (via zgn ‘puntenwaarde’; zie rapport) demografische omstandigheden qua norm ‘volledige loopbaan’ Nog anders gezegd uitgedrukt jaren ‘normale schrijft (p 50): “Cruciaal geschetst uitgangspunt: demografie (en eventueel context) hetzelfde minimale voorwaarde gebruikt Maar belangrijk 11 haalbaar feitelijke ‘volledige’ Als ondanks onhaalbaar meerderheid gepensioneerden hij leiden vermindering pensioenen” omschrijven objectieve minder beantwoorden specifiek Z doorsnee (‘niet-zware’) ‘equivalentie’: stel standaard haalbaarheid 45 jaar; oordeel normale slechts 40 jaar telt één 45/40ste: equivalent tweede pensioenleeftijd’ introduceert bespreking toegepast moment 86): “[B]ij omzetting verworven individu afwijkt geval beschouwd leeftijd’ gaan: achter rug (dit verschilt individu; waarde punt is)” Bijvoorbeeld iemand begint leeftijd 63 20 65 formele toegelicht ; bijlage τ geconcretiseerd We hernemen theoretische voorbeeld hierboven werd; ‘equivalentie’ wil bereiken lang degene hoeveelheid krijgen 12 5% dezelfde verdiensten theoretisch illustreren abstractie minimumregelingen e gepresenteerd Tabel 8A puntengarantie nadat eventuele verhoging verrekend persoon A B geneutraliseerd schuilt hierin recht afwijkingen uitgeoefend na kortere bedrag (ondanks loopbaan) verschil personen gemaakt afwijking toegang wel verzamelen Concreet: getreden zijn; dezelfde; identiek Veronderstel inkomen hadden; extra’s vroeger berekend individuen (diegene negatieve correctie) Let noch vervroegen ontvangen (i) omvang (ii) doorgevoerd rekensom geboren toetreedt; veronderstel per loopbaanjaar verwerven; vertrekt bedraagt 44 puntenwaarde Persoon heeft; bovendien zal kleiner Daardoor 0 975*44/45 zeggen ca 66% lager vermenigvuldigd beiden doen (zoals vermits pensioenregeling private sector) stellen pas toepassing bonuspunten verhoogd verdedigbaar schrijven standpunt ingenomen doorgetrokken volgen vereenvoudigen aanzienlijk veronderstellen (bv werknemers) verschillen geboortedatum verschillend Zie vorige voetnoot: hypothese vereenvoudigt 13 factor 45/(0 975*44) neer vermenigvuldiging afgerond 049 procentuele 9%) 1538 hele overeen 45/0 975 9% 44)8 sneller (d want jonger) hierbij merken ‘sociale stratificatie’ (of gradiënt’) hoger opgeleide langer; goede gezondheid Omdat definitie corrigeert lagere opgeleiden (indien gelijkgesteld betrad jaar) bijzondere correctiemethode biedt geschoolden (statistisch ‘gemiddeld gesproken’) ‘extra pensioentijd’ waarvoor gepenaliseerd levensverwachting; los nexus ‘opleiding/zwaarte-van-beroep/levensverwachting’ natuurlijk samenhangende correlaties (dat zeker gezondheid) kiest bewust dimensies dimensie opleidinglevensverwachting enerzijds zwaarte-van-beroep anderzijds) bouwen pensioenproblematiek ‘twee keer’ gecorrigeerd scenario’s bestudeerd duurzame vork ontstaat daartussen vrije voldoet (strenge) loopbaaneis (in bestudeerde cijfers Noteer uitgaat begin manier pensioenberekening; werkloos daarvoor Anders correct (voor relevante) beginnen Pensioencommissie doelstelling nastreeft vanzelfsprekend Nu scenario) streng opgelost toekennen beroep’; extrapunten vooropstelt betekenis ruime ogenblik opnemen bepaalde gekomen misschien element antwoord bespreken beurt Zoals al opgemerkt regeerakkoord overgenomen afschaffing ‘pensioenbonus’ verlies Over gradiënt) laatste data unieke identificatie nodige gegevens volkstelling 2001 Aangezien was dergelijk betrouwbaar helaas toont duidelijk aan: opleidingsniveau bepaalt ‘zonder beperking’ Recenter baseren enquêtes mogelijke steekproefproblemen statistische betrouwbaarheidsintervallen gehouden Cherafeddine et gebruiken Health Interview Survey (HIS) Statistics on Income and Living Conditions (SILC) 2004 Opmerkelijk reduceren nu (65-62) (63-67) begrijpen; betreft eerst uitgangspunt is; vergt Van Oyen Sociale ongelijkheden België Academia Press 2011 Charafeddine Social inequalities Healthy Life Expectancy Alternative Methods Estimation the Absence National Census Belspo-research Op HIS SILC Years (HLY) berekend; onderliggende ‘Global activity limitation indicator’ (GALI); respondenten gezondheidsproblemen (ernstig) werden ‘normale’ gedurende maanden manieren verwachte geschat Voor follow-up 2007; 2009 15 steekproeven Statistisch significante laagste hoogste vastgesteld significant patroon ‘regelmatig’ zin systematisch toeneemt resultaten (HIS SILC) tekenen mannen vrouwen enigszins onregelmatige Figuur (het Figuren rapport; HLY staat ‘Healthy Years’ overeenkomt beperking’; terug vinden nota) discussie ‘levensverwachting’ ‘zwaarte afgeleid (zonder beperkingen) nemen; relevant; voetnoot 24 infra p oververtegenwoordiging ouderen steekproef geschikt schatting 50) 16 Figure : years disability for males aged females Twee conclusies vloeien voort Ten hoewel tendensen wetenschappelijk trekken exacte beperking) woorden levert duidelijkheid ‘correctie wegens pensionering’ vertaling pensioenleeftijd’; duur ruwe opleiding; statistisch vastgestelde dringend hierover; minst actualisatie gebeuren recente Primary Lower secondary Higher education overwegingen pensioenstelsel: objectiveerbaar objectiveerbaarheid; vaststellingen evolueren publicatie Eurofound agentschap toespitst verbetering levens- arbeidsomstandigheden vertegenwoordigd gewijd Sustainable work Towards better longer working lives legt verband ‘sustainable work’ ‘quality work’: “Job quality crucial because combination different aspects conditions has an health skills ultimately person’s ability to until retirement age” kwaliteitsindicatoren voorbije schaal omvatten i “earnings; ii prospects referring trajectories security; iii intrinsic physical social environment (including support from co-workers superiors) autonomy intensity; iv time quality” Vanzelfsprekend ‘inkomen’ (earnings) verdiende meeste associëren (iii) beschouwt ‘kwaliteit werk’ (‘intrinsic quality’) derde bevat sub-dimensies waaronder fysieke omgeving autonoom intensiteit publicaties wijzen steevast beroep’: ‘zwaar’ welbepaalde kenmerken risicofactoren …) lawaai arbeidsvoorwaarden werktijdregeling arbeidsverhoudingen inspraak team onderzoekers steun FOD WASO omvangrijk gepubliceerd ‘Kwaliteit België’ multidimensionele banen generieke gelden ambtenaren eenzelfde toepasbaar context zelfstandige arbeid opheldering Foundation Focus Issue December zeven types ingedeeld17 absenteïsme jobonzekerheid Naast overzicht diverse classificatiesystemen nuttige documenten afgebakend empirisch observeerbare feiten methodes doen: scoren kwantificeerbare kwaliteitsmaatstaven; gezondheids- welzijnsresultaten Scoren kwaliteitsmaatstaven erin getracht kwantitatieve maatstaven ‘job quality’ onderscheidt sommige lijkt moeilijk autonomie) priori uitgesloten publiceert indicatoren jobs’ aanstipten (earnings quality) herleidt samengestelde indicator; geeft argument correlatie zwak richting bewegen klasseren welzijn citeren samenvatting studie 2012: 19 “Four indices were constructed study; earnings The four cannot be reduced into single index associations between them are weak neither increase nor move similar directions They however theoretically conceptually (…) Using specifically this study it concluded that 14% Europe high paid good jobs; 37% well balanced 29% poorly 20% poor Workers had average lowest levels well-being showing more problems lower subjective found less meaning their work” ‘full evenwichtig ‘emotioneel belastend ‘werk flexibele atypische uren’ ‘verzadigde banen’ carrièremogelijkheden’ repetitief ‘laagwaardig Tom Vandenbranden Kwaliteit KULeuven Hiva 2013 (http://www belgie be/moduleDefault aspx?id=36688) zichzelf overtuigend opstellen relevante gebruik partiële respectievelijk Trends Job Quality 2012 onderzoekt ‘occupation’ negen brede categorieën beroepsstatus ISCO-classificatie categorie zodanig deel 3de sub-dimensie (intrinsic quality); daarnaast Eurofound-data gemiddelde scores berekenen ISCO-categorieën fijnmazige opdeling denkbaar (volgens opdeling) gescoord zouden overeenkomen hanteert ‘intrinsic Beroepen slechter ondergrens bestempeld gewerkt posteriori risico-analyse zelfs stap aldus gefixeerde risicoanalyse rechtstreeks toepassen hebben; elk geattesteerd criteria Dergelijke conceptueel aantrekkelijk complexiteit grijze zones betwistingen implementeerbaar gezicht voldaan waaraan getoetst relatief nadruk verifieerbare Gemakkelijk voorbeeld: 21 arbeidsregimes (nachtarbeid ploegenarbeid onderbroken uurroosters); weer wind (bouw land- tuinbouw ); rugbelastend werk; extreme warmte (serres hoogovens ) koude (cf vriesruimtes voeding)…22 Generieke combinatie werknemers-kenmerken job-kenmerken: bijvoorbeeld sterk managers (Franse managers); intellectuele wetenschappelijke artistieke (professions intellectuelles scientifiques artistiques); technici verwante intermédiaires); administratief personeel (employés type administratif); dienstverlenend verkopers (personnel des services directs aux particuliers commerçants vendeurs); geschoolde landbouwers bosbouwers vissers (agriculteurs ouvriers qualifiés l’agriculture la sylviculture pêche); ambachtslieden (métiers l’industrie l’artisanat); bedieners machines installaties assembleurs (conducteurs d’installations l’assemblage); elementaire élémentaires) volgt louter exemplarisch exhaustief plaats treden criterium ‘veiligheidsrisico’ aanmerking veiligheidsrisico’s identificeren (van politie gewapend geldtransport) Los veiligheidsrisico betrokken werknemer ambtenaar veiligheidsargument leger) veiligheidsproblematiek verminderde arbeidsgeschiktheid23 reeks vormen… gezocht juridisch houvast wetgeving reglementering eisen (relatief verifieerbaar criterium; reglementering) “werken extreem hoge temperaturen werk” Hierbij verwezen Codex Welzijn (ex-ARAB ooknuttig raakvlakken zoeken beroepsziekten erkend inspiratie leveren relaties anderzijds maatstaf ontwerpen short cut classificatie) direct degenen ‘short cut’ kwaliteit) ‘Gezondheidsproblemen’ gemeten (a) medische uitgaven (b) op: data: beschikbaar maken? econometrische (gegeven slechte selection bias econometrisch geïdentificeerd ‘lage opleiding’ beroep’) verwijzen databanken conclusie onmiddellijk bruikbare voorhanden spoedig opgestart beveelt ‘arbeidsongeschiktheid’ zin; noties arbeidsongeschiktheid ZIV-reglementering Arbeidsovereenkomstenwet Hiermee typische verbonden midden analyse uitspraken vanaf 50 cf supra Limieten vraagt heel ‘objectief’ vaststelbare pensioenreglementering ontsnapt subjectief vervat zit: gebrek geremedieerd (bijvoorbeeld arbeidsverhoudingen) veeleer (geheel gedeeltelijk) Bijvoorbeeld: (objectief) vaststellen intensieve autonomie vol sterker correleren ‘gebrek autonomie’ gaan? Of arbeidsorganisatie? Arbeidsorganisatie fataliteit aanstipt ‘age management policy’ werkvloer zoals Finland Uit internationaal weten Denemarken Zweden gekenmerkt 27Dezelfde bedenking geformuleerd gezondheidsresultaten (supra ii) controle werkorganisatie); pensioenstelsel? gewicht liggen treedt onmiskenbaar ‘moral hazard’ werkgevers gesteld praktijken kosten ondersteunt slecht Niet oplosbaar bron’; taken verandert organisatie Inzetten veranderen inzetten functie) Loopbaanbegeleiding net investeren ontwikkeling competenties grenzen iedereen nieuw leren ‘bij veranderen) omgekeerde nl benadeeld verbeterd aangehaalde “Kwaliteit België” I-24 68 Preventief essentieel verleden rechtgezet geleidelijk effect oplossingen erkennen (eventueel lange) overgangsperiode zolang gerealiseerd onderlijnt invulling ‘maximaal ex 93): “9 verlengen werkomstandigheden zelfsturing vrijheidsgraden monotonie stress gaat… mee bron opgevat competentiemanagement persoonlijke ontwikkelingsplannen werkenden aanbieden alternatieve loopbaanpaden” ‘Maximaal ruimte subjectieve beoordeling: onderhandelde stappen: kaart factoren objectief bijdragen beantwoorden; ‘te remediëren (door actief -organisatie) aanleiding punten) merkt vaststelling vatbaar remediëring vrijblijvend acties gekoppeld verbeteren beoordeling speelt technologie ertoe hen fysiek gevolg relatief: relatieve -omstandigheden wijzigt architectuur stelsels behoudens categorieën:28 mijnwerkers zeevarenden vliegend burgerluchtvaart impliciet gelijkgestelde SWT Stelsel Werklozen bedrijfsToeslag landingsbanen) onrechtstreeks invloed verwerven pensioenrechten begrip gehanteerd verwijst nominatieve beroepenlijst omschrijving ambtenarenpensioenstelsel situatie anders: althans historisch gevallen geïnterpreteerd weerspiegeling 30 preferentiële tantièmes rol: (omdat loopbaanjaren iets zwaarder gewogen beroepsjournalisten afwijkende regeling wettelijk werknemer) 1/3de Er CAO 103 art §4 http://www cnt-nar be/CAO-ORIG/cao-103-(27-06-2012) pdf overigens leeftijdsgrenzen leeftijdsdrempels leeftijdsgrens betrokkene leeftijdsdrempel mag leger vereiste loopbaanvoorwaarde voldoen) daarop afdeling sector31 ziet redenen: stipten sectie: dynamische evolutie Wijzigingen gevoelig altijd ingaan: ‘legitieme verwachting’ gecreëerd doelgroep punten’ eenvoudiger Immers puntenverhoging gekregen behoudt daarna opdat ‘puntenverhogingen Wie ‘puntenverhogingen’ gemakkelijker veroorloven korter steeds dramatisch vergen overgangsperiodes niet; allen tijde ingevoerd karakter: (een leeftijdscriterium loopbaancriterium geldende criterium); bijgevolg drempels dewelke X uitoefenen drempel krijgen) gradatie vervroeging toelaat 31 differentiaties aanpak fortiori invoeren Verschillen gelegitimeerd veiligheidsaspecten samenhangen ‘veiligheid’ toelaat…) binair systeem: onbegrip ‘engineering’ extrarechten 32 graduele verkieslijk bakenen globale wegen termen Concreet ‘enveloppe’ vaste (procentuele) jaarlijkse enveloppe toegevoegd nooit fractie (deze 4% 10% zake voor) contrainte respecteren som vergeleken overeenstemt toegelaten herschaling maximale ‘herschaling’ T+1 burgers geïnformeerd T nadeel procedure schommelen (omwille herschaling); vermijden veiligheidsmarge toegekende beneden grens 33 gefinancierd (werknemers zelfstandigen) mutualisering kost optie geresponsabiliseerd prikkel stuit praktische bezwaren bedoelde gradualiteit Cyprus Kroatië Daarnaast EU-landen opbouw compensaties verloopt resulteert afbouw Frankrijk Slovenië vermeld compensatie verplicht werkgever aanvullend individueel tegenstelling bv Franse systeem); enkel collectieve bijdrageheffing Overigens overheid competitiviteitsbeleid) sectoren tewerkstellen attestering ingebracht pensioenrekening betrokkenen informatieve precies reactie RVP informatie waarmee werkt pensioendossier automatische ieder dossier aparte bevraging burger Rekening investering gegevensopbouw gegevensuitwisseling verwerkt groot is) knelpunt samenhangend waarvan pijlers (geen loopbaaneisen) (keuzevrijheid) (c) aanwezigheid (op ‘leeftijd vatten logica eens figuur opgemerkt: keuzevrijheid optiek tussentijdse omgezet Principieel kansen tijdig heroriënteren transparantie eenvoud voorkeur uitsluitend pensioendoelstellingen pensioenpunten pensioenuitbetaling kortzichtige uiteindelijk klein is: omzetten staan gedeelte uiteengezet 6) 34 Tegelijk halftijds sinds 1997 ingeschreven pensioenregelgeving werknemersregeling K 23/12/96 (kracht wet) Koning Ministerraad overlegd overeenkomstig berekenings- toekenningsmodaliteiten gerechtigden 60 instellen bepalingen heden uitgevoerd inlichtingen ingewonnen aard (onder pensioenopbouw) 48 enkele alvast Flexibiliteit: Moment Omvang Correcties f Extra uitstapsysteem logischer uitstapsystemen bedrijfstoeslag landingsbanen Enerzijds opengesteld onderscheid bedrijf Anderzijds beperkingen tijdskrediet) zelf opgebouwd opnamemoment grotere aandacht stijgende invaliditeitsuitkeringen leeftijdsgroep groeiende ondermijnt activerende strengere brugpensioen; innovatieve pensioengerechtigde ontwikkelt Hoeveel beslag uiteenzetten situeert keuze: pensioen35 100%) neutraliseert neutraliseert? (100%) opengelaten (zie gepreciseerd) pleitte versterkt argumentatie afweging wordende leeftijdsvoorwaarden suggereert 4): 50% 35 bedoelen verwachten kapitaal opgevraagd (à géén (verwachte) pensioenkapitaal nauwkeurige uiteenzetting (vanzelfsprekend mits correcties) suggestie hefboom werkzaamheid verhogen Hoewel realistische opportuniteit gedeelde groei (volledige) pensioneringen kant Daarbij succes afgebouwd erop ondersteunen financieel houdbaar opties besproken bedoeling duidelijker verstaan ‘flexibiliteit pensioenstelsel’ weergave daarvan stuk ‘Motivatie advies’ supra) opnieuw bredere onderlinge geniet? ‘eenheid pensioenberekening? plafonds vervangingsuitkeringen ziekte- (we focus werknemers)? antwoorden hangen Ter Vooraleer dieper hoofdlijnen (volledige gedeeltelijke) combineren oordeelt (volledig interessante operatie opbrengsten beleggen alleszins voeren; opvragen pensioenopbouw: incentive beslissing rem 36 bevorderen voltijds Dus beantwoord heeft? parameters berekeningsplafonds eenheid overstijgen (verder uit); gehad bestuderen aanvragen willen vaak vermoedelijk belangrijkste beïnvloedt (maar worden) billijkheid incentives enige beperkende mechanisme Noorwegen 62 67 cumuleren blijkbaar meeruitgaven Noorse expert ondervraagden schrijft: “There general concern opportunity start taking out old age pensions while continuing full being widely used particularly by This come as surprise policy makers People prefer grasp liquidity offered led higher pension expenditure term” ervaring case wij ogen problematisch (gedeeltelijk werktijd halveren; voltijdse ligt berekeningsplafond berekeningsplafond; halveren gehalveerde ‘(deeltijds pensioenopbouw’ sterkere A) vervoegd ‘omzeilt’ ware geïnspireerd suggereren toegepaste aangepast percentage rest probleemstellingen: betaald opbouwen? vervangingsuitkeringen? Wat klassieke woord opgenomen) Onbeperkt januari voordien én minstens 42 regels bestonden handhaven automatisch verschuiven evoluties positieve correctie37 uitstellen voorstelt) vrijmaking gebeurt) eenduidig arbeidsinzet; meest evidente niemand 37 ‘positieve correctie’; pleiten loopbaanduur pensioenuitstel prikkels doorwerkt (aangezien interessant wachten opname) Gegeven liberaliseren belangrijker regeringsmaatregelen méér Neem geworden voldoen: doorwerken 45/45ste vermindert beloond wenselijke rustpensioen 793 euro 234 gemengde carrière); bedragen kinderen ten laste gewijzigd sanctie overschrijding grensbedragen versoepeld opperde vraag: bijverdienen? ‘wenselijkheidsstandpunt’ ja voorwaarde: rendement belegging volgende: “Aangezien ‘haalbaarheidsstandpunt’ pensioen” toelichting scherper uitgaan stopt combineert blijft uitgebreider orde substitutie-effect inkomenseffect geliberaliseerd boven verdienen tevoren was) beslissen scenario rentevoeten hoog beleggingsstrategie geld beschouwen uitstapregeling geleidelijke krap: NBB brutoloon schema dubbele t; opnemen; bijverdiensten illustratie tabel: Toegangsvoorwaarden Maximale bijverdienste Correctie Vervroegd (tot Leeftijds- Huidige kinderlast: (7 zelfstandige) 25% x 40% gemiddeld loon) Idem: o 80% tabel effecten aanbod Dergelijk incentives: doorgewerkt gestopt Sommige druk verminderen ontslaan zien eindresultaat negatief arbeidsparticipatie evenwicht voorbaat oriëntaties definitieve ‘experimentele’ inschatting gedragseffecten voortvloeien illustreert alternatieven uitstapregelingen tijdskrediet regeringsbeslissingen aanbeveling nadelen Vooreerst verhindert optimalisatie pensioengerechtigden cumulatiebeperkingen Zelfstandigen dividenden genereren patrimonium omzeild pensioenopname (vervroeging pensioenleeftijd’) neutraliseren gronde grote minimaal voorzien achteruitgang dwingt grondige bezinning Verplichtingen werk? aangewezen verplichting participeren arbeidsmarkt? aanvraag x% heeft) opvolging (zo beleggingsformule snel populair werkloosheidsuitkeringen hierna Kan regel volgt: (wie opbouwen; waarover dadelijk meer); vervroegd) gepensioneerde beroepsactiviteit ingangsdatum ambt Is gepensioneerd oefent hoofdberoep pensioenopbouwende bijdragen) opleveren beginsel loopbaaneenheid herbekeken opbouwt uitbetaald Hier rijst opneemt? aangestipt Vereenvoudigd principe40 (45/45ste ‘eenheid’) recent verfijnd: geteld equivalente dagen 14040 gepresteerd versoepeling tijdsgebrek beïnvloeden strikte interpretatie soepelheid blijkt gewoon zet ingang overschrijden (waardoor wordt) indient herberekening herrekend ontvangt laatst uiteraard zover letter (KB mei 2013) uitgeklaard ‘in principe’ limiet g deeltijds) ongeacht (iemand 99% kunnen) regel: (1-x)% (al herleid onderling apart alinea bekijkt onderschatten genieten ‘tweede pensioenaanvraag’ aangelegd administratie pensioenaanvraag indienen Zijn (waarbij vervangingsuitkeringen) venster waarbinnen welk vervangingsinkomen Vandaag verhoogt hiermee consequentie Michel I aangekondigde maatregel bouwt supra); plan uitkering ‘berekeningsplafond’ lage gelijkblijvende kans plafond blijven) arbeidsongeschiktheidsuitkering openen vervuld Sinds gerechtigde tijdelijke werkloosheidsuitkering voorziet overstap zodra aanneembare bewezen momenteel (deels vervangingsinkomen? aanmoedigen arbeidsongeschikt complexe vragen45 aanzet wenselijk arbeidsongeschiktheidsuitkeringen kortstondige ziekte-uitkering rentes arbeidsongeval beroepsziekte regeling) buiten ziek situatie; langdurige toelaten dreigen oneigenlijk (moral hazard) 46 Vertrekkend niet-cumulatie plots gedwongen ruilen (langdurig) verplichten verzaken pensioenleeftijd) fictieve ‘Een economisch engagement project’ (9 oktober premier be/nl/regeerakkoord Koninklijk Besluit december Belgisch Staatsblad bevinden ‘tijdelijke overmacht’ doet ZIV-wetgeving contractueel bedongen verrichten voordoen arbeidsongeschiktheidsbegrip ziekteverzekering conform voorwerp omvangrijker uitvoerde; (gezien activiteit) ‘restitutie’ neutrale Onderzocht risico’s wierp slotte waaruit werkloosheid-met-bedrijfstoeslag brugpensioen)? lijken transitie sluiten; naast verdwijnen consequenties sancties inhoudingen pensioen) regelgeving keren inkomensgrenzen gehandhaafd Ziet (zou ambtenarenpensioen vice versa)? puntenrekeningen minimum- maximumregelingen probleem: vrij omzet evenwel gecompliceerder infra) (uit pijler) aanvullende rapport: “de pensioenprestaties mogen effectieve uitbetaald” opgeworpen aanvraagt gedetailleerde vragenlijst waarnaar verwijzen; advies; detail website Commissie) 47 wijden afhankelijk genereert; 35) aanzienlijke meeruitgave lag werkzaamheidsgraad redelijk creëerde cumulatiemogelijkheid werk-pensioen hogere pensioenuitgaven; land budgettair neutraal intertemporeel perspectief verslechtering neutraliseert) graad onhoudbare willekeurig (inbegrepen enz saldo rekening; zozeer gebaseerde boek Johan Janssens overheidssector Keure pp 336-339 geconditioneerd verloren wijst meerdere (stuk) werklast keer n pensioendossiers dossiers samengevoegd herzieningen pensioendossier) welvaartsaanpassingen relevant 49 pensioeninstellingen (RVP RSVZ PDOS) bevragen implementatieproblemen aandienen formules transparante ‘normaal pensioenbedrag’ (waarop gehele gedeeltelijke kracht keert Technisch mogelijkheden: ‘verworven recht’; juridische complicaties ontstaan; opgenomen; (er pensioendossier); ‘tijdelijk voordeel’ puntensysteem: puntenrekening; uitgekeerd staande stroom betalingen houdend minimumregeling) conversie ‘vaartdagen’ (niet pensioen); ‘loopbaanjaren’ verantwoord (veeleer beroep) uitdoven Hetzelfde (mits overgangsperiode) 51 overgangsregelingen spreekt andere) voorstaat leeftijdsen ondubbelzinnige vooruitgang inhouden blind beëindigen uitstapstelsels vervangt terrein brengt eigen partners; Omgekeerd herziening bekeken ‘driehoek’ complexer leeftijdsbepalingen kent uitstap wordt; openbare waaier gedetailleerd Individuen jonger 55 ondergronds mijnwerker gewone vóór werknemersjaren 45sten slag vierde respectieve overheidswerkgevers situeren federale elementen onderdeel “convergentie” Daaronder vallen citeren): a) “Een kritische doorlichting pensioenleeftijdsgrenzen vereisten psychische paraatheid Via loopbaanbeleid arbeidsproces legitieme verwachtingen beschamen; b) herbekijken herijken Centrale werknemersstelsel verantwoorden thematiek benaderd belastende functies 9) aanpassingen vereisen” “Wat ratio legis actuele voordelige loopbaanbreuken achterhalen oefening gefundeerde voorkeurtantième oudsher gegrondvest Dan Bij hervormen voorkeurtantièmes alles-of niets gemotiveerde tegenover wegen: behoud preferentieel tantième gewerkte dienstjaren alternatieven” gegaan convergentie gestreefd materie streven inderdaad aangehouden Die betreffen details raken architectuur: resulteren verhogingscoëfficiënt Kortom moderniseren politiek maatschappelijk opstarten vakorganisaties vertegenwoordigers bevoegdheidsniveaus afwachting exhaustieve inventaris opgemaakt uitstapmogelijkheden (waaronder lokale besturen Gemeenschappen Gewesten) federaal loopbaaneinde herdenken domein concreet engageren tastbare boeken bronnen informatiesysteem zekerheid MISSOC lidstaten Unie verzameld Zekerheid voorligt middelen vrijgemaakt opgestarte hieruit beleidsconclusies ons getrokken © Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 1000 Brussel Leden Verantwoordelijke uitgever Papier versie: D/2015/10 770/15 Online 770/16 Federale Overheidsdienst

Polarisation of employment over households revisited: the Belgian case

Download fulltext
220

Polarisation of employment over households revisited: the Belgian case Vincent Corluy (KULeuven-CES & UA-CSB) and Frank Vandenbroucke Abstract Over last 30 years share individuals in working-age population without (‘individual joblessness’) has fallen continuously while with no member (‘household remained fairly stable In this paper we examine why individual joblessness household diverge The growing gap between both measures reflects changes composition distribution We describe latter phenomenon by constructing a measure ‘polarisation households’ which is based on difference observed ‘expected’ On basis formation one would have expected Belgium to decrease However increasing polarisation i e an increasingly unequal jobs counteracted evolution Singles constitute that are most vulnerable but shift towards such more offers only small explanation time observe rising levels single adult couples Within these groups similar among important factor overall increase personal characteristics associated (gender education age region origin) explain significant part level 2012 almost half can be explained through typical singles third related marital selection also means substantial cannot A comparison three low-polarisation countries (Germany France Netherlands) two high-polarisation (Ireland United Kingdom) suggests high when compared Germany Netherlands for following reason First than those weak socio-economic profile terms skills origin: total they often low-skilled older born outside European Union Second strong profiles larger (whether it concerns or not) reinforced regional differences within Third educational homogamy JEL keywords Employment jobless poverty Corresponding author: frank vandenbroucke@kuleuven 2 Content 1 Introduction 5 Background 3 Purpose structure 7 4 Data definitions 8 Trends 9 6 Realities behind non-employment 11 concept 13 Decomposition 15 Explaining polarisation: conditional randomization risks 17 10 Cross-country 20 relative severity work-poverty 24 12 Conclusions questions further research 27 Bibliography 56 List figures Figure 1: Individual (expected observed) (non-)employment rates 1983-2012 Belgium; LFS 2: region; 31 3: Household size 32 4: 1983-2012; 33 5: 34 6: Evolution 1983 – 2012; 35 7: Age adults 36 8: Share at least child as percentage all living 37 9: Education 1992-2012 region: 38 10: Country birth 1995-2012 39 11: Levels 1983-2012: 40 12: 41 13: weighted contribution 42 14: 43 15: its regions; 44 16: unconditional 1993- (1992-)2012; 45 17: EU24 (+ regions); 47 18: 48 19: 49 20: other 50 21: Polarisation: (random distribution) 53 22: indicators: ratio (ILO-definition); polarisation; work (based intensity) 2011; SILC 55 tables Table Marginal effects probability (after probit estimations) regions Ireland UK 51 Socio-economic working Standard deviation across subgroups; 52 Educational Kingdom Correlation matrix indicators measured typically proportion who These aggregate data may not fully capture economic social impact Exclusion person from labour market affects him her directly members household; increases insecurity entire limited collective mechanisms protect against shocks (in particular new states Southern countries) perspective particularly At-risk-of-poverty income inequality Hence policy analysis should consider emphasis intensity Europe 2020 strategy rationale integrated dimension into exclusion appropriate remains (2013) discuss alternative concepts underlying intensity; indicator apply instance class Our focus observation individual-based household-based offer conflicting signals about performance fell since early 1980s Such confined discrepancy been documented comprehensively number Gregg Wadsworth (2008 2012) understanding relationship far obvious By exploring highlights caveats difficulties possible pitfalls our patterns When indices well-being Berloffa Modena (2011) take account (un)employed They propose ‘inactive-unemployed dependency rate’ defined average inactive depend employed ones Similar unemployment different because demographic change processes affect inactiveunemployed rate Even if does one-earner parent types Marital instability vulnerability Indicators include persons (aged 18-59) (households where work) below 60 years) very low less percent their potential) See (1996) OECD (1998) Dawkins Scutella (2002) (2008) (2012) Brandolini Viviano Ozdemir Ward Duyver Gradin et al (2014) framework measuring deprivation Their takes incidence (how many touched lack any members) being non-deprived) concentrated households) aim ascertain extent incorporation trends general economically active affected large contrast middle-range illustrate country This literature focuses construction ranking countries; explore reasons divergences (2010 analyze factors contributing measures: order construct ‘polarisation’ Increasing mainly observable two-adult explaining divergence five up mid-2000s Meanwhile researchers interested started link records welfare characterize Shifting attention natural move hence rather correlation mature prima facie come surprise solid association identified higher lower at-risk-of-poverty micro-level much weaker macro-level Paul de Beer (2007) analyzes failure Lisbon Strategy regard goal contrasting long-term Outlook 2001 (2001 59-61) pointed absence correlations hand finding cited inspired authors Dickens Ellwood Nickell (2004) Graaf-Zijl Nolan analyses during ‘good years’ collected 2000s volume Cantillon emphasize As (2014 see note p 54 113) results contradict findings OECD; however relate sample (ECHP Canada USA) database (ECHP) obtain For recent examination cross-country Diris Verbist decomposition inter-temporal Vinck All show Moreover rankings substantially severe examined (even job was available household) fact under review registers highest deprived indicating burden strongly certain rank along will use constructed quantify sources elaborating upon highlight first caveat interpretation what decreased considerably points ‘full-employment employment) increased spectacularly 40% 65% Now spectacular mathematical corollary rise rates: expect (a of) distributed randomly relevant question portion mathematics random distributions calls sociological cultural explanations region- country-specific underscores relevance proposed his co-authors used allows subgroups drive second realities notion ‘household joblessness’; index counterfactual (or ‘expected’) occur were given specific actual rate: there fewer) national technique refinements decomposed It appears (as driven shares single-adult conceptual possibly pitfall What label words decline parameter α indicator) drives disappointing truism black box contains shifts markets societies well-known lone parents refined taking traits influence gender live calculate ‘conditional polarisation’ complexity emerges yields emphases: whilst today’s crosscountry concentrates interregional Subsequently shown comparing structures relatively bad position Finally importantly complex binary distinction ‘jobless’ ‘non-jobless’ probably too crude meaningful section correlates ‘relative poverty’ observations (continuous) establish fine-grained underscore circumspection applied wrap concluding point out Labour Force Survey conducted Bureau Statistics6 detailed information Around 000 surveyed yearly Throughout ‘adult’ short cut ‘Working age’ refers bracket 20-59 excluding full-time students reference 59 elderly try minimize participation retirement adults’ decision participating force7 At cluster present Doing so distribute sizes singleadult footnote ADSEI: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie exclude count (to classify ‘not jobless’) define Because respondents lacking survey ‘full-time students’ old ILO status ‘inactive’ According he she hour week (excluding 59) primarily Adults either unemployed force (rate)’ refer same categories) ‘Individual joblessness’ denominator elementary do impose scale example part-time versus nor effective hours months achieved calendar year decade emerged each demarcations populations employment; joblessness8 definition great advantages decomposing evaluation correlate compare ILO-based (household index) finegrained EU-SILC (survey 2011) Individual-based documents using [Figure here] lines contrary 25 65 ‘mixed-employment (with mixture non-working adults) 26 replaced ‘mixedemployment If situation median belongs household’; 1991 onwards household’ rapid male breadwinner model dual earner appendix Next pattern dotted red line full-employment households; yellow mixed-employment hypothesis; green vein Consider simple understand nature counterfactuals: organized singles; fraction δ risk equal (smaller) jobless; conversely 1-δ (1-δ)2 finally (2δ-2δ2 ) expectations prevalent households: allow pooling individual) smaller 0 decreases prevalence mixed (frozen) value fullemployment Simultaneously counterfactuals evolved frozen theoretical previous paragraph Given evolving (the line) 19 points; still considerable diminished instead slightly purely concomitant contain partly explains grown even faster standstill could view interesting (e g singles) (expected) lines? how (observed) repeats figure disparities ranged Brussels Capital Region) Wallonia Flanders Looking remarkable altered (one forget rapidly) although 14 Flanders) Regional diverged next reflected 16 dropped While bottom Just joblessness: ranges respectively look Wallonia: respective growth Ceteris paribus having one; lead things approach ‘expected function decades trend occurred shows doubled; bigger every pace (see 5) (33 percent) followed (24 turn (16 type (by couple diverging 67 61 lives did period image stability hides opposite evolutions 1987 sharply 6) categories younger differ especially cohort dependent children gradually well group around per cent (and Brussels) persistent changed past thirty beginning lived man woman wasn’t During industrial restructuring (between 1981 1987) sizeable men lost jobs9 Due sole suddenly few women downturn immediate effect Gauged took digest wave exits participated stayed longer held differs 50-59 exit plays role presumption workers via pre-retirement circumstances partner become cohorts significantly Flemish Both reverses crisis alone precarious pronounced house (around 70 child) Between start series) unchanged slightly) corroborate emphasized relation find ‘severe (an characterizing below) And people disparity diploma secondary hardly Its host tertiary educated background rapidly medium high-skilled socio-demographic (at partly) origin non-EU15 doubled (initially) capital foreign-born non-native 18 proportions non-EU stronger Brussels10 introduced presented Thus hypothesis subsequent made concept; ‘observed’ ‘counterfactual’ difficult work-intensity Formally written: (2015) divergent foreignborn native non-European natives immigrants But despite (very) female current follows traditional negative t expression carry normative meaning us benchmark ideal context opportunities ‘positive might seen kind ‘Matthew effect’: concentration additional advantage (say someone already employed) some (compared partners jobless); ‘negative appreciated form solidarity fair scarce suggest maximally ‘randomly jobs’ serves neither sustainable desirable argument comes cost: need supported transfers cost avoidable state sense suboptimal equilibrium whole Despite place subgroup points) currently confronted similar: diminishes jobs: implied -by definition- -2 Since 1990s expectation segment changed: approached zero then became positive starting mid-nineties consistent added worker theories Cullen Gruber 2000) presence reduce supply occupants Indeed lagged equals combined resulted -1 900 estimates 206 500 extra Strong variation prevails (14 double (6 times (3 9) Changes outspoken twice strongest Wallonia) paragraphs size) separately together integrate them Figures display (weighted structure) 68 due within-household ends stems three-adult constitutes 81 merely Observed consists One nonemployment joblessness) evaluate stem evolve distinguish ‘within-household change’ structure; itself ‘between-household four terms: (i) (for structure); (ii) joblessness; (iii) between-household degree levels; (iv) n = k (number K maximal presents lower; light blue bar (contribution counteracts decreasing reduces dark Additionally ‘change within’ between’: shifted (due ‘within’ ‘between’ change) net diamond 15) now diamonds diminishing (light bars) prominent (dark close quarter induced offset improvement Here quick exerted upward pressure (about Most skewed cardinal Instead known combination Lower translate common speak assortative mating amplified variety vary of: (three groups: 20-29 30-49 50-59) education11 primary education) (Brussels Walloon region) predict trait interaction characteristics; reality displays (singles couples) attained ISCED EU-LFS gathered 1992 confine better prediction closer assess characteristic ‘unconditional only) various ‘explanatory power’ (conditional characteristic) expressed interpreting bear mind absolute Therefore explanatory power changing tend gender-specific found Thirty earlier amounted 100 little (positive) implies (i convergence women) contributes declining 1993 poorly freeze stay fixed mean likely (among emerge conditioning (from identical Keeping constant decreased12 global homogeneous non-educated declined ‘mixed educational’ residence definition: always Although high: estimate importance (13 se elsewhere) combining variations sharing within-group component unexplained rose supra) yet To (rather stable) hide young (20-29) struggling (over profile’ Assortative independent overrepresentation expense (5 time) keep Among had 76 58 period) Allowing introducing variances comparative countries13 straightforward bulk (on EU24) (Figure 17) Countries system late transition adulthood family ties (like Member States) Romania roof (28 compares With performs (1 (Lithuania Spain Greece Ireland) perform worse succeed keeping indeed Lithuania Bulgaria above Malta Italy Luxemburg Southern-European States (Malta Estonia) division values (-7 Italy) Scandinavian excluded 21 SouthernEuropean EU23 clusters EspingAndersen initially decommodification; later (1999: 72) brought play ‘the ways production allocated varies rising) parents’ home New continental belongs) correspondence exists geography regimes (Hank 2007) contribute ceteris contributory sometimes direction (which result structures) mitigated addition illustrates exception Esping-Andersen’s ‘conservative’ (AT NL DE FR) Bulgaria) scores thus comparatively poor remainder international six neighboring logistic regression causal factors; complements return end aims identify thereby irrespective run make 22 variance ‘good’ ‘bad’ develops leads again fourth [Table determine regions) after controlling marginal variables control greater non-singles ‘being single’ characteristics) lowest largest though driving notably ‘weak There UK; singles’ Thirdly whether subset here indicates standard deviation14 nowhere big spread origin; mutually variable root deviations 23 comparably creates homogamy15 magnitude somewhat Netherland identifies must done way calculated left correcting except Germany16 add (third bar) (fourth fifth exercise 90 occurs controlled seems deviating rest exclusively (BE IE) seem divide individuals’ call 4) German ‘country birth’ linked and/or Conditional Income basis: at-risk-of counts standardized disposable threshold unambiguous systematic belong (Vandenbroucke 2014 pp 16-17; Commission Chapter 2) ‘Household intensity’ Eurostat defines worked theory worked17 reported equivalents computed habitually interview crucial comparisons logical Contrary 2015) non-elderly pretransfer Intuitively follows: compensate transfers; committed successful doing Understanding requires subtle bivariate metric ‘joblessness’ vs ‘employment’ record (less 20%); labeled ‘very work-poor’ 55% less); ‘work-poor’ workpoor work-poor correspond intensities 20-59) considered ‘working calculation households’: characterized states) models tested (either depending hand) (idem) (together architecture spending) turns separate best fit18 study 2014) simultaneously states’ sure respects19 ILO-concept employment/non-employment underpinning poverty’) simply puts presenting eight 28 2011 students): (1) employment); (2) (3) 1); (4) index; (5) (6) (7) (8) stress conclusion holds pooled series hold ‘naïve’ pensions incomes EU coefficient -0 01 spending 2010 deep sections namely (indicator 1) 7) surprising establishes match needs deliver ratios (our visualizes mentioned earlier20 direct observations; introduces Before final thought abundant ‘in-work poor’ contemporary ‘work-poor confused ‘in-work-poverty’ he/she (financially) poor; ‘working’ minimal just before limited) mixes (is employed?) (what income?) makes intrinsically leading unwarranted conclusions unrelated intensity: cases individually counted belong; consequence irregularly (Marx So conceived pursue -which explores patternsmay popular polarization (2013 decompose children) factor) evident shed ‘fullemployment is: distributions? improving narrowing led drop respect result: 62 Also diversity between’ undone another saying faded away polarisation’; Conditioning (a) (b) single-adults (c) Gender main driver feminisation differentiate gender) expected’ same) Feminisation (more ‘homogamy’) translates Western-European Slovakia) Austria exerts never remain dominant throughout Comparing (DE FR IE VK) therefore ‘random’ others 29 frequent exacerbated ‘strong profiles’ (both immigrant enhanced Today’s couples: outlier Using qualification ‘insiders’ ‘outsiders’ summarize Three Belgium: resp couples; necessary elsewhere incentives created tax benefit systems conceivable stimulates Whether testing security entitlements Belgium) able ‘assortative mating’ features) Further potential links existing Goos (2009) Autor (2006) An linking analysed continuous opens in-work 1995 1999 2003 2007 full (panel a) b) c) hh multi-adult 1985 1989 1997 2005 2009 1996 2000 2004 2008 EU15 nonEU15 1986 1998 België Brussel Vlaanderen Wallonië ‘within household’ ‘between P 46 d) ‘between-household’ ‘within-household’ (reference brackets); BRU FLA WAL BE (women) (age 30-49) (medium skilled) EU-25 (born country) non-EU-25 (hh ≥ medium-skilled EU25 non-EU25 Note: GAE: GAEO: GAER: GAEOR: jl/individual jl hhousehold joblessness/individual G F ‘Measuring (in)security event unemployment: forgetting someone?’ Review Wealth 60: 77-97 E ‘Behind beyond (headcount) statistical papers doi:10 2785/42348 B (eds Reconciling Work Poverty Reduction How states? Oxford: Oxford University Press V analysis’ Methodologies Working Papers 2013 edition doi: 2785/41846 94-130 Atkinson -C Guio Marlier Luxembourg: Publications office (forthcoming) ‘Is perspective? immigrants’ Matthijs Neels Haers J Population Middle-East North Africa Beyond Demographic Divide Burlington: Ashgate Publishing (2000) ‘Does insurance crowd spousal labor supply?’ Journal Labor Economics 18(3) 546-572 R ‘The Growth Jobless Households Australia’ Australian Economic 133-154 M Europe’ Social Policy 413-431 D ‘Whither Britain US?: determinants work’ in: Blundell Card Freeman Seeking Premier League Economy Chicago: Chicago T Impact Earned Tax Credit Reforms Marriage Living Arrangements’ National 53(4) 1063-1106 Developments Brussels: C Canto O del Rio EU’ 1007/s11150-014-9248-7 57 ‘Two sides story: Royal Statistical Society: Series (Statistics Society) 171 857-875 (2010) ‘Reconciling workless Theory evidence 139-167 Manning Salomons ‘Job American 99 (2): 58-63 Marx I ‘In-work 131-156 S ‘Poverty worklessness Britain’ Econ 114 C1-C25 – indicator’ Improve Discussion Paper No 13/09 Antwerp ‘Mapping spending’ 1-59 ‘Child Risks Flanders: Accounting Worrying Performance’ Maystadt L Denayer Pestieau Van der Linden Cattelain Le modèle belge : quel avenir ? Presses interuniversitaires Charleroi Excessive Imbalances Performance Welfare Euroforum KULeuven (https://www kuleuven be/euroforum/viewpic php?LAN=E&TABLE=DOCS&ID=855)

Huishoudens zonder werk in België

Download fulltext
221

LEUVENSE ECONOMISCHE STANDPUNTEN
2015/149
Huishoudens zonder werk in
België
Frank Vandenbroucke
[email protected]
Vincent Corluy
[email protected]
13 mei 2015
SAMENVATTING
• Werkloosheid kan men meten op individueel niveau (hoeveel mensen zijn niet aan het
werk?) en op huishoudniveau (hoeveel mensen leven in een huishouden waar niemand
werkt?). Deze twee benaderingen geven tegenstrijdige signalen over de arbeidsmarkt.
• We gebruiken ‘polarisatie’ om de verdeling van werk over huishoudens in kaart
te brengen: de geobserveerde huishoudwerkloosheid wordt vergeleken met een
hypothetische ‘verwachte’ huishoudwerkloosheid die gebaseerd is op een toevallige
verdeling van werk over huishoudens.
• In België is deze polarisatie sterk en leven veel mensen in een werkloos huishouden.
• Huishoudwerkloosheid is geconcentreerd in de groep van de alleenstaanden. In
België zijn alleenstaanden, meer dan in andere landen, mensen met een ‘zwak’
sociaaleconomisch profiel. Bovendien is het verschil in werkloosheidsrisico’s tussen
mensen met ‘sterke profielen’ en ‘zwakke profielen’ in België groter dan in andere landen.
• De stabiliteit in huishoudwerkloosheid in België is vooral te wijten aan toenemende
polarisatie van werk binnen koppels. De groei in individuele tewerkstelling is
geconcentreerd in huishoudens waar reeds iemand aan het werk was. Daarnaast speelt
ook het stijgend aandeel alleenstaanden (die een hoger risico hebben op werkloosheid).
• Huishoudwerkloosheid neemt toe in de leeftijdsgroepen jonger dan 50, zeker in Brussel
en Wallonië. Dit draagt bij tot de slechte Belgische prestatie inzake kinderarmoede.
• Om de huishoudwerkloosheid in België te verminderen, moet de kloof tussen individuele
‘insiders’ en ‘outsiders’ kleiner worden.
22 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
HUISHOUDENS ZONDER
WERK IN BELGIË
INLEIDING
De vaststelling dat werkgelegenheid niet
gelijkmatig gespreid is over huishoudens en dat
er een belangrijke groep huishoudens is waarin
niemand van de volwassenen aan het werk is,
vormt een rode draad in recente publicaties
over armoede in Europese welvaartsstaten.1
Dit Leuvens Economisch Standpunt vat recente
gegevens over ‘huishoudwerkloosheid’ samen,
op basis van nieuw onderzoek met een focus
op België. We bieden elementen van verklaring
waarom de huishoudwerkloosheid in België
bijzonder hoog is, en trekken daar een algemene
beleidsconclusie uit.
WAAROM WERKZAAMHEID VAN
HUISHOUDENS METEN?
De gangbare indicatoren van armoede en
ongelijkheid zijn gebaseerd op het inkomen van
het huishouden waar een individu toe behoort.
Betaalde arbeid die de leden van het huishouden
verrichten, vormt de belangrijkste bron van
het gezinsinkomen voor de meerderheid van
de bevolking. Daarom moet bij de evaluatie
van sociaal beleid en activeringsbeleid ook
de werkzaamheid op huishoudniveau worden
gemeten en vergeleken.2
Inderdaad, werkzaamheid kan gemeten
worden op het niveau van het individu en op
het niveau van het huishouden. Nationale (en
regionale) werkzaamheidsgraden worden typisch
vergeleken op basis van het aandeel personen
op actieve leeftijd die aan het werk zijn. Daarbij
wordt dus geen rekening gehouden met
belangrijke factoren die de sociaaleconomische
impact van werkloosheid voor een individu
kunnen beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld de
grootte van het huishouden waarin iemand
woont of het feit dat de andere gezinsleden al
dan niet aan het werk zijn. (In wat volgt staat
de uitdrukking ‘werkloosheid’ voor ‘niet aan het
werk zijn’; het gaat niet alleen om mensen die
uitkeringsgerechtigd werkloos zijn.)
Om werkzaamheid op het huishoudniveau
te meten, bekijken we alle informatie over
de individuele arbeidsmarktposities van de
verschillende gezinsleden tezamen. Indicatoren
die toelaten huishoudwerkzaamheid te meten
en te vergelijken, kunnen op verschillende
manieren opgesteld worden.3
De vergelijking van
werkzaamheid (of werkloosheid) op individueel
niveau en op huishoudniveau leidt in de meeste
Europese welvaartsstaten, maar in het bijzonder
in België, tot tegenstrijdige signalen over de
werking van de arbeidsmarkt. Terwijl België
in Europees perspectief gemiddeld scoort
wat betreft het aandeel personen op actieve
leeftijd dat niet aan het werk is, blijkt ons land
het erg slecht te doen wanneer we het aandeel
mensen tellen dat woont in een huishouden
waar helemaal niemand werkt.
“Werkloosheid meten op
individueel niveau en op
huishoudniveau leidt in de
meeste welvaartsstaten, maar
in het bijzonder in België, tot
tegenstrijdige signalen over de
werking van de arbeidsmarkt.”
Hoewel armoede en uitkeringsafhankelijkheid niet
per definitie volgen uit huishoudwerkloosheid,
blijkt armoede wel sterk aanwezig onder
werkloze huishoudens. Het feit dat het risico op
huishoudwerkloosheid toeneemt in de jongere
leeftijdsgroepen draagt bij tot de toenemende
kinderarmoede in België. Het is dus belangrijk
om te begrijpen hoe huishoudwerkloosheid
evolueert en waarom België slecht scoort.
HOE SCOORT BELGIË OP
HUISHOUDWERKLOOSHEID IN
EUROPEES PERSPECTIEF?
Onze definitie van een huishouden zonder werk
is gebaseerd op de actieve bevolking tussen 20
en 59 jaar, met uitsluiting van voltijdse studenten
en personen die wonen in een huishouden
waarvan de referentiepersoon4 ouder is dan
59 jaar. Door studenten en ouderen niet op
te nemen in het segment van de actieve
bevolking trachten we effecten van postsecondaire
opleidingstrajecten en pensioen op
arbeidsparticipatie te beperken. In België wonen
veel mensen in een huishouden waar niemand
aan het werk is; in 2012 gaat het over 12%
van de actieve bevolking.5 Figuur 1 toont het
aandeel volwassenen in België dat woont in een
Frank Vandenbroucke
[email protected]
Vincent Corluy
[email protected]
13 mei 2015
1 Dickens and Ellwood (2002),
Nickell (2004), de Beer (2007),
de Graaf-Zijl & Nolan (2012),
Cantillon & Vandenbroucke
(2014), Toth et al. (2015)
2 Recent heeft de EU2020
strategie de huishouddimensie
geïntegreerd in de indicatoren die
uitsluiting op de arbeidsmarkt in
kaart brengen.
3 Zie oa Gregg, Scutella &
Wadsworth (1996, 2008,
2010), Berloffa & Modena
(2011), Brandolini & Viviano
(2013), Ozdemir & Ward (2013),
Gradin et al. (2014), Corluy &
Vandenbroucke (2015a, b).
4 De referentiepersoon van
het huishouden is de oudste
werkende persoon of,
indien geen enkel lid van het
huishouden een job heeft,
de persoon met het hoogste
inkomen. Het gaat hier om een
socio-economische definitie,
die niet noodzakelijk samenvalt
met de administratieve definitie,
die gebruikt wordt door de
gemeenteregisters en het
Rijksregister.
5 We benoemen het aandeel
mensen in een land of
in een regio dat in een
huishouden zonder werk
woont verder ook kortweg
als ‘huishoudwerkloosheid’.
‘Werkloosheid’ staat voor ‘niet
aan het werk zijn’, ongeacht
het administratieve statuut
van de betrokkene. De
‘huishoudwerkloosheid’ in een
land is dus het aandeel van de
bevolking op actieve leeftijd dat
in een huishouden woont waar
niemand van de leden op actieve
leeftijd aan het werk is.
33 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
huishouden waar niemand werkt. We gebruiken
daarvoor twee gegevensbronnen. Op basis van
de LFS (Labour Force Survey), stellen we vast
dat huishoudwerkloosheid bijzonder stabiel is
gebleven over een lange periode.6 Eenzelfde
analyse met SILC data (Survey on Income and
Living Conditions7), toont een zeer gelijkaardig
beeld, zij het dat dit aandeel iets hoger is.
“België bevindt zich in de top 5
van Europese landen met hoge
huishoudwerkloosheid.”
In figuur 2 vergelijken we de Belgische situatie
met die in andere Europese landen in 2012. In
België ligt de huishoudwerkloosheid relatief hoog.
Ons land bevindt zich in de top 5 van Europese
landen met hoge huishoudwerkloosheid,
samen met Griekenland, Spanje, Ierland en
Denemarken, waar telkens meer dan 13 procent
van de geselecteerde bevolking in een huishouden
zonder werk woont. In Luxemburg
is dat aandeel bijvoorbeeld amper 7 procent.
Deze slechte positie van België in internationaal
perspectief is geen recent fenomeen. In tabel 1
tonen we de positie van België binnen de EU24
na een rangschikking van de landen op basis
van hun huishoudwerkloosheid. We bekijken de
positie van België tussen 2000 en 2012. Tijdens
de hoogconjunctuur (2007/08) had België het
grootste aandeel personen in een huishouden
zonder werk. In de minder goede economische
jaren daarvoor, maar ook daarna, is de relatieve
positie van België een beetje beter (maar wel
steeds binnen de top 10 van slecht scorende
landen). Enerzijds suggereert de relatief
slechte positie van België tijdens de goede
economische jaren dat huishoudwerkloosheid
6 In België is de LFS steekproef
opgestart in 1983. In dit LES
gebruiken we kwartaaldata over
een periode van 30 jaar (1983 –
2012) om werkzaamheid in kaart
te brengen. Voor een Europese
vergelijking gebruiken we de
Europese LFS steekproef data
van 2012.
7 Eurostat startte deze steekproef
pas vanaf 2005, maar ze biedt
wel de mogelijkheid om ook
inkomen in kaart te brengen, wat
niet mogelijk is met LFS.
Figuur 1: Aandeel volwassenen in huishoudwerkloosheid, België, LFS en SILC, 1983-2012
LFS
SILC
1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
LFS
SILC
1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
Figuur 2: Aandeel volwassenen in werkloze huishoudens, EU27, LFS en SILC, 2012
SILC LFS
Noot: Rangschikking van de landen op basis van huishoudwerkloosheid in SILC.
44 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
in België op een structureel hoog niveau is
en moeilijk daalt, ook over de lange periode.
Anderzijds kunnen we stellen dat de recente
crisis, qua huishoudwerkloosheid, minder hard
heeft toegeslagen in België dan in sommige
andere landen.
Een belangrijk aspect in de vergelijking van
werkzaamheid zowel binnen als tussen landen is
de regionale gradiënt. We weten dat er in België
belangrijke regionale verschillen bestaan in
economische opportuniteiten en uitkomsten op
de arbeidsmarkt, maar spelen deze ook wanneer
we de huishoudwerkloosheid tussen landen
vergelijken? De donkere lijn in figuur 3 toont het
aandeel mensen dat in een huishouden zonder
werk woont in België, het Verenigd Koninkrijk
en Duitsland. De donkere stippen geven het
niveau in huishoudwerkloosheid voor de verschillende
regio’s in die landen. (De verdere
opdeling in verwachte huishoudwerkloosheid
en polarisatie in deze figuur wordt uitgelegd en
gebruikt op pagina 5.) Uit een vergelijking van de
regionale verschillen in huishoudwerkloosheid
binnen deze drie landen blijkt dat de variantie
het grootst is in België (de variantie van de
provinciale cijfers is 25,2 in 2012). De regionale
variantie in huishoudwerkloosheid is veel kleiner
in Duitsland en zeker in het Verenigd Koninkrijk
(respectievelijk 8,2 en 4,1 in 2012). Een vergelijking
tussen Wallonië en Vlaanderen leert ons
dat alle Waalse provincies, met uitzondering
van Luxemburg, met een veel groter aandeel
personen in een huishouden zonder werk
worstelen. In het bijzonder Henegouwen en
Luik worden geconfronteerd met bijzonder
hoge huishoudwerkloosheid. Deze provincies
kennen hoge aandelen langdurige werkloosheid
en intergenerationele armoede. Geen enkele
Britse of Duitse regio heeft zulke hoge huishoudwerkloosheid
onder de actieve bevolking. In
België wordt huishoudwerkloosheid dus sterk
bepaald door woonplaats.
POLARISATIE VAN WERK
De mate van huishoudwerkloosheid in een land
of regio wordt deels bepaald door de individuele
werkzaamheid in dat land of in die regio. Het
is logisch dat huishoudwerkloosheid hoger is in
een regio met hoge (individuele) werkloosheid
dan in een regio met lage werkloosheid,
ceteris paribus. Dus, tenminste een deel van
de hoge huishoudwerkloosheid in Luik is te
wijten aan de hoge individuele werkloosheid in
die regio. Daarnaast wordt de mate van huishoudwerkloosheid
in een land of regio ook mee
bepaald door de gemiddelde omvang van de
huishoudens in dat land of die regio. Voor een
individu daalt het risico om te wonen in een
huishouden waar niemand werkt wanneer de
grootte van zijn of haar huishouden toeneemt.
Mensen die dezelfde individuele kansen hebben
om aan het werk te zijn, lopen een groter risico
om een huishouden zonder werk te vormen
wanneer ze alleen wonen, dan wanneer ze
Figuur 3: Geobserveerd en verwacht aandeel personen in een werkloos huishouden, België,
Duitsland en Verenigd Koninkrijk met regionale opdeling, 2012
North East (England)
Wales
London
Northern Ireland
Scotland
West Midlands (England)
Yorkshire and the Humber
East Midlands (England)
North West (England)
East of England
South East (England)
South West (England)
Berlin
Mecklenburg-Vorpommeren
Sachsen-Anhalt
Hamburg
Brandenbrug
Saarland
Sachsen
Bremen
Nordrhein-Wesalen
Niedersachsen
Thüringen
Schleswig-Holstein
Hessen
Rheinland-Pfalz
Baden-Wuremberg
Bayern
Brussel (hfdstd gewest)
Henegouwen
Luik
Namen
Waals Brabant
Antwerpen
Luxemburg
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Limburg
West-Vlaanderen
polarisae
verwacht
gemiddeld
geobserveerd
Verenigd
Koninkrijk
Duitsland België
Tabel 1: Relatieve positie van België in EU24, rangschikking op basis van aandeel
volwassenen in een huishouden zonder werk, SILC – LFS, 2000 – 2012
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
LFS 5 3 3 3 3 2 1 1 1 2 4 3 5
SILC 1 1 1 3 2 5 3 3
55 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
een koppel vormen. Wanneer dus het aandeel
alleenstaanden in een regio of land groter is dan
in een andere regio, dan zal ook het aandeel
personen in een huishouden zonder werk groter
zijn, ceteris paribus.
“Polarisatie is een maat voor
de afwijking tussen het aandeel
personen dat effectief in een
huishouden zonder werk woont
en het aandeel dat we kunnen
verwachten op basis van een
toevallige verdeling van de
individuele werkzaamheid over de
huishoudstructuur in een regio of
land”
Aan de hand van de individuele werkzaamheid
en de huishoudstructuur in een land kunnen
we dus nagaan hoe de huishoudwerkzaamheid
er zou uitzien wanneer al het beschikbare
werk op een toevallige wijze verdeeld
werd over de huishoudens.8 De individuele
werkzaamheid en de huishoudstructuur
in een land of regio laten dus toe om een
‘te verwachten huishoudwerkloosheid’ te
bepalen. Dit verwachte aandeel kunnen we
vervolgens afzetten tegen het geobserveerde
aandeel. Het verschil tussen de geobserveerde
huishoudwerkloosheid en de verwachte huishoudwerkloosheid
noemen we polarisatie
(Gregg & Scutella, 2008; 2010). Polarisatie is dus
een maat voor de afwijking tussen het aandeel
personen dat effectief in een huishouden
zonder werk woont en het aandeel dat we
kunnen verwachten op basis van een toevallige
verdeling van de individuele werkzaamheid over
de huishoudstructuur in een regio of land. Indien
we een ‘toevallige’ verdeling beschouwen als
een maatstaf voor een ‘gelijke verdeling’, dan
houdt polarisatie dus een afwijking in die als
een ongelijkheid kan geïnterpreteerd worden.
Polarisatie kan als een absolute of relatieve
indicator9 worden voorgesteld.
Figuur  4 rangschikt polarisatieniveaus voor
24 Europese landen op basis van LFS. In de
meeste landen is het geobserveerde aandeel
personen dat in een huishouden zonder
werk woont telkens hoger dan het aandeel
dat we zouden verwachten op basis van een
toevallige verdeling van werk over huishoudens.
Dit hoeft echter niet altijd zo te zijn. In een
aantal Zuid-Europese landen leven er minder
personen in huishoudens zonder werk dan je
zou verwachten op basis van een toevallige
verdeling van werk, wat leidt tot negatieve
polarisatie. In die landen hebben personen
in koppels een gemiddeld lagere kans om
aan het werk te zijn dan alleenstaanden. De
negatieve polarisatie is dus sterk verbonden
met de erg lage werkzaamheid van vrouwen in
koppels. In 2012 varieert polarisatie in de EU24
tussen 4 procentpunten (in Ierland) en -0,75
procentpunten (in Italië en Malta). België en het
Verenigd Koninkrijk kennen polarisatieniveaus
van dezelfde grootteorde, respectievelijk 3,5 en
3,3 procentpunt. Beide landen scoren hoog in
een Europese ranking. Duitsland is veeleer een
middenmoter in Europees perspectief, met een
polarisatieniveau van ongeveer 1,6 procentpunt.
In figuur 3 toonden we reeds de geobserveerde
huishoudwerkloosheid voor verschillende regio’s
in België, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
In dezelfde figuur splitsen we de totale
huishoudwerkloosheid verder op in een verwachte
huishoudwerkloosheid en in polarisatie. We stellen
vast dat polarisatie in elke regio positief is.
8 Wanneer bijvoorbeeld een derde
van de actieve bevolking geen werk
heeft, dan zou bij een toevallige
verdeling van dat werk ook een
derde van alle alleenstaanden geen
werk hebben. Voor koppels zou de
kans dat geen van beide partners
werk heeft dan gelijk zijn aan één op
negen (aangezien elk van de partners
een kans op werkloosheid heeft van
één op drie).
9 Absolute polarisatie is het verschil
tussen het geobserveerde aandeel
personen in een huishouden zonder
werk en het verwachte aandeel
mensen zonder werk. Bij relatieve
polarisatie wordt hetzelfde verschil
getoond als een percentage van
het totale aandeel personen in een
huishouden zonder werk.
Figuur 4: Niveaus van polarisatie van tewerkstelling, EU24, 2012
LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
Elk van de drie landen kent regio’s met hoge
polarisatie (meer dan 4 procentpunten). Alleen
Duitsland kent een aanzienlijk aantal regio’s met
erg lage polarisatie (tussen 0 en 1). In België
blijken ook regio’s met een lage verwachte
huishoudwerkloosheid geconfronteerd te worden
met relatief hoge polarisatie. Dit betekent dat
huishoudwerkloosheid een aandachtspunt moet
zijn voor sociaal beleid in elke regio.
WAAROM BLIJFT HUISHOUDWERKLOOSHEID
ONVERANDERD
OVER DE TIJD IN BELGIË?
Het is opmerkelijk dat over een periode van
30 jaar het aandeel van de actieve bevolking
dat in een huishouden zonder werk woont niet
is gedaald terwijl op individueel niveau steeds
meer mensen aan het werk zijn gegaan. In
figuur 5 tonen we de evoluties in werkloosheid
op individueel niveau en op huishoudniveau voor
België en de drie regio’s. In België daalt de individuele
werkloosheid (met 11,4 procentpunten),
terwijl de huishoudwerkloosheid toeneemt (met
1,5 procentpunten). Er bestaat een aanzienlijke
regionale variatie in werkloosheid tussen de regio’s,
onafhankelijk van het niveau waarop we
meten. In Brussel blijft de individuele werkzaamheidsgraad
relatief constant over de tijd, terwijl
het aandeel personen in een huishouden zonder
werk sterk is toegenomen (met 7,8 procentpunten).
In Vlaanderen halveert nagenoeg het
aantal volwassenen dat niet werkt, maar de
huishoudwerkloosheid blijft bijna onveranderd.
In Wallonië daalt de individuele werkloosheid
(maar minder sterk dan in Vlaanderen) en de
huishoudwerkloosheid neemt toe (met 2,4
procentpunten). Een vergelijking van de evoluties
van beide werkloosheidsindicatoren is
slechts zinvol wanneer we de geobserveerde
veranderingen afzetten tegenover veranderingen
in de ‘verwachte huishoudwerkloosheid’.
De donkere lijn in figuur 5 toont de verwachte
huishoudwerkloosheid op basis van de actuele
huishoudstructuur in de regio’s en een toevallige
verdeling van werk. We stellen vast dat in
elke regio het verwachte aandeel personen in
een huishouden zonder werk daalt (donkere lijn),
terwijl de geobserveerde huishoudwerkloosheid
stabiel blijft of zelfs toeneemt (lichtgroene lijn).
Polarisatie is het verschil tussen de lichtgroene
lijn en de donkere lijn: in het begin van de jaren
‘80 was dit verschil negatief, vanaf 1987 werd
de polarisatie positief; deze positieve polarisatie
nam toe tot in 2002, en stabiliseerde dan.
Uit figuur 5 kan afgeleid worden dat polarisatie
toenam in elke regio. Uit sociaaleconomisch
perspectief opent deze vaststelling twee belangrijke
vragen. Ten eerste, wat was de impact
van de veranderende huishoudstructuren
Figuur 5: Evoluties in individuele werkloosheid en huishoudwerkloosheid, België, naar regio,
1983-2012
individuele
werkloosheid
huishoudwerkloosheid
verwachte
huishoudwerkloosheid
1983
1985
1987
1989
1991
1993
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
België
individuele
werkloosheid
huishoudwerkloosheid
verwachte
huishoudwerkloosheid
1983
1985
1987
1989
1991
1993
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
Brussel
individuele
werkloosheid
huishoudwerkloosheid
verwachte
huishoudwerkloosheid
1983
1985
1987
1989
1991
1993
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
Vlaanderen
individuele
werkloosheid
huishoudwerkloosheid
verwachte
huishoudwerkloosheid
1983
1985
1987
1989
1991
1993
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
Wallonië
77 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
(met name een stijging van het aandeel alleenstaanden)
en van de verbeterde individuele
werkzaamheid op de verwachte huishoudwerkloosheid?
En ten tweede, hoe kunnen we
het verschil tussen de verwachte en de geobserveerde
huishoudwerkloosheid verklaren?
Om dus te begrijpen hoe huishoudwerkloosheid
(niet) verandert over de tijd, moeten we
veranderingen in beide termen in kaart brengen.
Figuur 6 ontleedt de veranderingen in de
verschillende componenten van huishoudwerkloosheid
over de periode 1983 tot 2012.
We weten uit figuur  5 dat de individuele
werkloosheid in België met 11,4 procentpunten
is gedaald. De donkergroene balk in figuur 6
toont dat, indien de huishoudstructuur
vandaag dezelfde zou zijn als 30 jaar geleden
en er geen polarisatie zou optreden, ook
het aandeel mensen in een huishouden
zonder werk met 6,4 procentpunten zou
gedaald zijn. Maar de beweging naar meer
alleenstaanden in onze samenleving heeft
een temperend effect op deze verandering,
en daarom is de daling in de verwachte
huishoudwerkloosheid beperkt van 6,4 tot
slechts 3,7 procentpunten. Bovendien nam
ook polarisatie toe over de tijd. De combinatie
van veranderingen in individuele werkzaamheid,
de evolutie naar meer alleenstaanden en de
stijging in polarisatie maken dat het aandeel
personen dat in een huishouden woont
zonder werk lichtjes is gestegen in België.
Figuur  6 toont dat zowel in Vlaanderen als
België Brussel Vlaanderen Wallonië
bijdrage van verandering in
polarisae
bijdrage van verandering in
huishoudstructuur
bijdrage van verandering in
individuele werkloosheid
bijdrage in verandering in
verwachte
huishoudwerkloosheid
verandering in
huishoudwerkloosheid
Figuur 6: Decompositie van de verandering in het aandeel personen dat in een huishouden
woont zonder werk, België en opsplitsing naar regio’s, 1983 – 2012
1983 1987 1991 1995 1999 2003 2007 2011
tenminste 3 volwassenen koppel alleenstaande totaal
Brussel
1983 1987 1991 1995 1999 2003 2007 2011
tenminste 3 volwassenen koppel alleenstaande totaal
Vlaanderen
1983 1987 1991 1995 1999 2003 2007 2011
tenminste 3 volwassenen koppel alleenstaande totaal
Wallonië
Figuur 7: Polarisatie en de gewogen bijdrage van polarisatie binnen huishoudtypes (naar
grootte), 1983 – 2012, regionale analyse
88 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
in Wallonië de huishoudwerkloosheid had
kunnen dalen, gegeven de stijging in individuele
werkzaamheid in beide regio’s. Omdat in
Vlaanderen de individuele werkloosheid sneller
daalde en de demografische transitie naar
meer alleenstaanden trager plaatsvond dan
in Wallonië, is de daling in de verwachte
huishoudwerkloosheid sterker in Vlaanderen. In
Brussel verandert de individuele werkloosheid
nagenoeg niet over de tijd, maar de gemiddelde
huishoudgrootte daalt erg snel. Daarom kent
Brussel een stijging in de verwachte huishoudwerkloosheid
met 3,5 procentpunten. We zien
dus dat er reeds in de verwachte huishoudwerkloosheid
belangrijke regionale verschillen
optreden. Maar zowel in Vlaanderen als in
Wallonië heeft de verandering in polarisatie
een veel sterker effect op veranderingen in
huishoudwerkloosheid dan veranderingen in
huishoudstructuren.
“In de jaren ’80 zorgde het
mannelijke kostwinnersmodel per
definitie voor negatieve polarisatie.
Brugpensionering van mannen en
de snelle toetreding van vrouwen
op de arbeidsmarkt leidde ertoe
dat polarisatie snel positief werd
en bleef stijgen vanaf het midden
van de jaren ’90.”
Veranderingen in polarisatie zijn dus een
belangrijke verklaring voor veranderingen
in huishoudwerkloosheid. Om te begrijpen
waarom polarisatie in een land of regio
toeneemt kunnen we het concept ontleden
voor verschillende huishoudtypes (gedefinieerd
op basis van de grootte van het huishouden).
Binnen elk huishoudtype afzonderlijk kunnen we
dan nagaan in welke mate de geobserveerde
huishoudwerkloosheid verschilt van de
verwachte huishoudwerkloosheid. Polarisatie
in een land of in een regio is immers het
gewogen gemiddelde van de polarisatie
binnen elk huishoudtype op basis van de
huishoudstructuur in dat land. Figuur 7 toont
dat voornamelijk in Wallonië polarisatie sterk
bepaald wordt door alleenstaanden. Personen
die als alleenstaande wonen zijn veel vaker
werkloos dan de gemiddelde inwoner van
die regio. Bovendien wonen in Wallonië ook
veel meer alleenstaanden wat het belang van
polarisatie in deze groep ten opzichte van
de totale polarisatie nog versterkt. In 2012 is
ongeveer 80 procent van de totale polarisatie in
Wallonië terug te vinden in deze huishoudgroep.
In Vlaanderen is ongeveer de helft van totale
polarisatie te wijten aan polarisatie binnen de
groep van alleenstaanden. Zowel in Vlaanderen
als in Wallonië is polarisatie binnen het segment
van alleenstaanden toegenomen. Omdat ook
het aandeel alleenstaanden is gegroeid heeft
de groeiende polarisatie bij alleenstaanden
een niet te verwaarlozen effect op de totale
groei in polarisatie over de tijd. Toch duwt
voornamelijk een stijgende polarisatie bij
koppels de polarisatie in België omhoog. Zoals
we weten uit figuur 5 lag tijdens de jaren ’80
de verwachte huishoudwerkloosheid nog onder
de geobserveerde huishoudwerkloosheid.
Het mannelijke kostwinnersmodel zorgde per
definitie voor negatieve polarisatie. De massale
brugpensionering van mannen en de snelle
toetreding van vrouwen op de arbeidsmarkt, en
in het bijzonder van vrouwen die in een koppel
wonen, leidde ertoe dat polarisatie snel positief
werd en continu bleef stijgen vanaf midden de
jaren ’90, in het bijzonder in Vlaanderen.
HOE KUNNEN WE HET HOGE
POLARISATIENIVEAU IN BELGIË
BEGRIJPEN?
Huishoudwerkloosheid in België is
aanzienlijk hoger in vergelijking met andere
Europese landen. Om de hoge niveaus in
huishoudwerkloosheid en polarisatie in België
te begrijpen, vergelijken we België met een
aantal landen met min of meer dezelfde
huishoudstructuur, maar met verschillende
niveaus in polarisatie. We vergelijken met
Duitsland, Frankrijk en Nederland, buurlanden
met relatief lage polarisatieniveaus, en met
Ierland en het Verenigd Koninkrijk die hoge
polarisatie kennen. Naast het algemene beeld
voor België, bekijken we ook hier de regionale
verschillen. Met behulp van logistische regressie
onderzoeken we de onderliggende factoren
voor de relatief slechte positie van België.
Met de logistische regressie trachten we
de factoren te identificeren die verschillen
in huishoudwerkloosheid verklaren; daarbij
onderscheiden we alleenstaanden en koppels.
Met betrekking tot alleenstaanden zijn er
mogelijks drie factoren aan het werk. Ten eerste
is het mogelijk dat alleenstaanden, onafhankelijk
van hun geslacht, leeftijd, opleidingsniveau,
afkomst of woonplaats in een specifiek land
een groter risico hebben op werkloosheid
dan personen die niet alleen wonen. Ten
tweede zou het kunnen dat de kenmerken
van alleenstaanden in termen van geslacht,
opleiding, leeftijd, herkomst of woonplaats
hen in sommige landen meer kwetsbaar
maken voor werkloosheid, los van het feit dat
ze alleenstaand zijn. Ten derde is het mogelijk
dat de kloof in individuele werkloosheidsrisico’s
tussen mensen met relatief sterke profielen
en zwakke profielen (in termen van geslacht,
leeftijd, opleiding, herkomst en regio) in het ene
99 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
land groter is dan in het andere land. Deze kloof
kunnen we in kaart brengen aan de hand van
de variantie in individuele werkloosheidsrisico’s
voor specifieke groepen afgebakend op
basis van geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst
of woonplaats. Deze derde factor kan ook
landenverschillen in huishoudwerkloosheid
binnen koppels verklaren, tezamen met de
mate van homogamie binnen die koppels.
Wanneer volwassenen met dezelfde kenmerken
samenleven dan ontstaat er een concentratie
van ‘goede’ en ‘slechte’ risico’s binnen huishoudens
wat, ceteris paribus, leidt tot een
hogere huishoudwerkloosheid. Wanneer de
variantie in individuele werkloosheidsrisico’s
dezelfde is, maar in bepaalde landen homogamie
binnen koppels sterker is, dan zal
polarisatie opnieuw groter zijn in die laatste
landen. De mate van homogamie is dus een
vierde factor die verschillen in polarisatieniveaus
kan verklaren.
We bekijken nu elk van deze vier factoren
afzonderlijk, en vergelijken de Belgische situatie
met enkele andere landen. We starten de
internationale vergelijking met een logistische
regressie om de kans te bepalen op individuele
werkloosheid in de verschillende landen, na
controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst
en gezinsgrootte. In tabel 2 tonen we
de marginale effecten voor de verklarende
variabelen. De tabel toont het effect van de
verklarende variabelen (in de rijen van de tabel)
op de kans op individuele werkloosheid. Zo
zien we bijvoorbeeld dat in Brussel de kans op
werkloosheid voor een man, ceteris paribus
(dat wil zeggen gecontroleerd voor alle andere
factoren die opgelijst zijn), 13 procentpunten
lager is dan voor een vrouw (de vrouw is in dit
geval de referentiecategorie; in de tabel staat
de referentiecategorie telkens tussen haakjes).
Allereerst toont tabel 2 dat wanneer we
controleren voor geslacht, leeftijd, opleiding
en herkomst het werkloosheidsrisico van
alleenstaanden groter is dan van nietalleenstaanden.
Dat is zo in alle landen, maar
de zuivere bijdrage van ‘alleenstaand zijn’
op het werkloosheidsrisico is het laagst in
Duitsland en Frankrijk. In België verhoogt de
kans op werkloosheid met 9 procentpunt voor
alleenstaanden (na controle voor individuele
kenmerken), maar dit effect verschilt sterk tussen
de regio’s. In Nederland is het marginale effect
van alleenstaand zijn op het werkloosheidsrisico
het grootst, met 10 procentpunt.
“Meer dan in andere landen
hebben alleenstaanden in
België vaak een ‘zwak profiel’,
waardoor hun individuele risico
op werkloosheid groter is dan het
gemiddelde”
Hoewel het risico op werkloosheid voor
alleenstaanden verschilt tussen landen is dit niet
de drijvende kracht achter de hoge polarisatie in
België. Wat veel sterker speelt, is het afwijkende
socio-demografische profiel van alleenstaanden
in vergelijking met andere landen. Tabel 3 toont
de impact van de tweede factor, met name
dat België, meer dan andere landen, veel
alleenstaanden heeft met een ‘zwak profiel’.
Alleenstaanden hebben in vergelijking met
de gemiddelde bevolking veel vaker ‘zwakke’
kenmerken die hun risico op werkloosheid
vergroten. Zo zijn alleenstaanden in België
20 procentpunt vaker laaggeschoold en 25
procentpunt vaker van niet-Europese origine
in vergelijking met de gemiddelde bevolking.
Ook in Ierland en het Verenigd Koninkrijk vinden
we een gelijkaardige oververtegenwoordiging
Tabel 2: Marginale effecten voor de kans op individuele werkloosheid (na probit schatting),
België (met regio’s) en buurlanden, 2012
Verklarende variabele
(refentiegroep) BRUS VLA WAL BE DE FR NL IE VK
man (vrouw) -12,6 -9,9 -12,7 -11,1 -7,3 -10,3 -8,9 -10,7 -9,4
leeftijd 20-29 (leeftijd 30-49) 0,8 2,0 3,7 2,8 -0,3 5,8 -1,8 4,0 4,0
leeftijd 50-59 (leeftijd 30-49) -1,5 11,6 10,5 9,8 5,8 5,0 4,7 3,4 3,1
laag geschoold (midden
geschoold) 10,8 11,5 15,7 13,7 11,8 10,2 10,4 16,6 15,4
hoog geschoold (midden
geschoold) -15,4 -7,3 -16,8 -10,8 -9,7 -9,2 -5,6 -17,3 -7,6
herkomst EU25 (geboren
in BE) 2,0 6,5 1,0 5,8 0,0 3,0 5,6 3,2 3,1
herkomst niet-EU25 (geboren
in BE) 18,1 19,9 15,8 19,3 0,0 13,7 12,9 13,1 11,9
alleenstaande (hh ≥3
volwassenen) 4,7 5,3 13,1 9,2 6,4 4,1 10,3 9,1 8,5
koppel (hh ≥3 volwassenen) -1,1 0,4 -0,1 0,2 1,4 -0,6 1,5 1,1 0,0
1010 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
van ‘zwakke profielen’ binnen het segment
van alleenstaanden. In tegenstelling tot België,
waar voornamelijk laaggeschoolden oververtegenwoordigd
zijn in het segment van
alleenstaanden, gaat het in die landen veel
vaker om vrouwen en oudere volwassenen. In
Duitsland, Frankrijk en Nederland verschilt het
profiel van alleenstaanden bijna niet met de
totale bevolking.
Ten derde tonen de uitkomsten van de
logistische regressie in tabel  2 dat de netto
impact van geslacht, leeftijd, opleiding en
herkomst, na controle voor het feit of iemand
alleen woont of niet, veel groter is in België in
vergelijking met de landen met lage polarisatie
(Duitsland, Frankrijk en Nederland). Deze verschillen
in het netto-effect van individuele
risicofactoren op werkloosheid kunnen we ook
in kaart brengen aan de hand van algemene
verschillen in de werkloosheidsrisico’s tussen
mensen met een ‘sterk’ en ‘zwak’ profiel.
Tabel  4 toont dat de standaardafwijking in
individuele werkloosheidsrisico’s tussen jonge
en oudere volwassenen nergens zo groot is
als in België (maar de spreiding is identiek in
Vlaanderen en Wallonië). België is ook absolute
koploper in de spreiding van individuele
werkloosheidsrisico’s naar geboorteland, en
deze kloof is het meest prominent in Vlaanderen.
Tabel 3: Afwijkend socio-demografisch profiel van alleenstaanden: ratio van individuele
kenmerken alleenstaanden ten opzichte van bevolking op actieve leeftijd, Belgische
regio’s en buurlanden, 2012
man
vrouw
laag geschoold
midden geschoold
hoog geschoold
native
EU25
niet-EU25
Tabel 4: Individuele werkloosheidsrisico’s, België (met regio’s) en buurlanden, 2012
BRUS VLA WAL BE DE FR NL IE VK
man
vrouw
standaardafwijking
standaardafwijking
laag geschoold
midden geschoold
hoog geschoold
standaardafwijking
native
EU25
niet-EU25
standaardafwijking LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
Met uitzondering van Ierland blijkt ook het
verschil in werkloosheidsrisico’s tussen laagen
hoogopgeleiden in geen enkel ander land zo
groot als in België. Zelfs wanneer in België en
de andere landen het profiel van alleenstaanden
op een vergelijkbare wijze zwak zou zijn en
wanneer de mate van homogamie in koppels
identiek zou zijn, dan creëert de veel sterkere
variantie in individuele werkloosheidsrisico’s in
België, in vergelijking met die andere landen,
een opwaartse druk op polarisatie.
“De impact van geslacht, leeftijd,
opleiding en herkomst, na controle
van het feit of iemand alleen woont
of niet, is veel groter in België dan
in landen met een lage polarisatie
(Duitsland, Frankrijk, Nederland)”
Tenslotte kijken we in tabel 5 naar de mate van
homogamie10 op basis van opleidingsniveau
binnen koppels. In geen enkel ander land
clusteren laaggeschoolden zo sterk binnen
koppels als in België. Wanneer we de mate van
homogamie van hooggeschoolden bekijken,
dan scoort België in dezelfde grootteorde als
Ierland en het Verenigd Koninkrijk, en iets hoger
dan Frankrijk, Nederland en Duitsland.
De voorgaande analyse identificeert verschillende
factoren die bijdragen tot een hoog
niveau van polarisatie in België. Het concept van
polarisatie laat toe om de impact van sommige
van deze factoren op het niveau van polarisatie
te kwantificeren; we doen dat aan de hand van
een zogenaamde ‘conditionele polarisatie’. We
definieerden polarisatie als het verschil tussen
de geobserveerde huishoudwerkloosheid
en de verwachte huishoudwerkloosheid.
De verwachte huishoudwerkloosheid is het
resultaat van een toevallige verdeling van de
(gemiddelde) individuele werkloosheid over
huishoudens. Deze verwachte huishoudwerkloosheid
kan echter verder verfijnd
worden. In plaats van een toevallige verdeling
te gebruiken van de gemiddelde individuele
werkloosheid in een land of een regio, kunnen we
rekening houden met kenmerken van personen.
Zoals aangetoond, beïnvloeden bepaalde
individuele kenmerken zowel huishoudvorming
als arbeidsmarktparticipatie. Wanneer we de
verwachte huishoudwerkloosheid berekenen
op basis van de specifieke individuele werkloosheidsrisico’s
die samenhangen met individuele
kenmerken, dan kunnen we nagaan hoe die
individuele kenmerken een effect hebben op
polarisatie. Polarisatie die het verschil toont
tussen geobserveerde huishoudwerkloosheid
en verwachte huishoudwerkloosheid na controle
voor individuele kenmerken, noemen
we conditionele polarisatie. Hoe dichter
de verwachte huishoudwerkloosheid na
controle voor individuele kenmerken bij de
geobserveerde huishoudwerkloosheid ligt,
hoe lager de conditionele polarisatie. Om dus
de bijdrage van een bepaald kenmerk aan het
niveau van polarisatie te begrijpen, moeten we
conditionele polarisatie vergelijken met totale
polarisatie. Zo kunnen we de verklarende kracht
van individuele kenmerken op polarisatie testen.
In België is de impact van afzonderlijke,
individuele kenmerken op polarisatie veeleer
beperkt. Verschillen in individuele risico’s en
huishoudprofielen na controle voor opleiding en
regio verklaren respectievelijk 15 en 13 procent
van polarisatie in 2012. Een combinatie van
deze individuele kenmerken (geslacht, leeftijd,
opleiding en regio) biedt daarentegen een relatief
grote verklaringskracht voor polarisatie in België
(33 procent in 2012). Bijna 40 procent van
polarisatie binnen alleenstaanden kan verklaard
worden door de combinatie van geslacht,
leeftijd, opleiding en regio. Binnen koppels is
de verklarende kracht van deze combinatie
ongeveer 25 procent. Wanneer we daarenboven
herkomst toevoegen in het verklaringsmodel,
dan stijgt ook de verklaringskracht binnen
koppels tot 35 procent.
Zoals we weten kampt België met een hoog
polarisatieniveau in internationaal perspectief.
In figuur  8 vergelijken we polarisatieniveaus
tussen België (en de afzonderlijke regio’s) met
dezelfde landen waarvoor we de spreiding van
afzonderlijke werkloosheidsrisico’s en afwijkende
huishoudprofielen hebben geschetst. In dezelfde
figuur tonen we voor alle landen de polarisatie
op basis van een toevallige verdeling van
individuele werkloosheid (meest linkse balkje)
en de conditionele polarisatie na correctie voor
geslacht, leeftijd en opleiding (tweede balkje).
10 We verhouden de geobserveerde
verdeling van opleidingsniveaus
van individuen in koppels met
de verwachte verdeling van
opleidingsniveaus binnen koppels,
op basis van een toevallige
verdeling van opleidingsniveaus van
mannen en vrouwen. Het kardinale
verschil tussen geobserveerde en
verwachte verdeling noemen we hier
homogamie.
Tabel 5: Mate van homogamie van partners met eenzelfde scholingsniveau, Belgische regio’s
en buurlanden, 2012
BRUS VLA WAL BE DE FR NL IE VK
laag geschoold 6,6 4,7 6,5 5,4 4,0 4,4 3,1 4,8 2,3
midden geschoold 2,1 4,7 4,7 4,8 6,1 5,1 2,9 4,6 3,9
hoog geschoold 17,3 13,5 13,8 13,9 10,1 11,7 11,2 14,8 14,6
1212 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
Voor alle landen, behalve Duitsland11,
berekenen we een conditionele polarisatie na
controle voor geslacht, leeftijd, opleiding en
herkomst (derde balkje). Voor België, Ierland
en het Verenigd Koninkrijk bekijken we ook
conditionele polarisatie na correctie voor
geslacht, leeftijd, opleiding en regio (vierde
balkje). In het meest rechtse balkje tonen we het
conditionele polarisatieniveau na controle voor
alle opgesomde individuele kenmerken, maar
deze oefening is enkel mogelijk voor België en
het Verenigd Koninkrijk.
“Een analyse met het concept
‘conditionele polarisatie’ toont
dat geslacht, leeftijd, opleiding,
herkomst en regio 36 procent
van de totale polarisatie in België
verklaren”
We stellen vast dat in al deze landen
polarisatie erg hoog is in het segment van de
alleenstaanden. In het bijzonder in Nederland
ligt meer dan 90 procent van polarisatie in
dit huishoudsegment. Het feit dat iemand
alleenstaande is, gecontroleerd voor geslacht,
leeftijd, opleiding, regio en herkomst, leidt tot een
hoger risico op werkloosheid. Maar in landen met
relatief lage polarisatie, blijkt een conditionele
polarisatie op basis van een combinatie van
individuele kenmerken weinig verklaringskracht
te realiseren. In deze landen zijn de verschillen
in individuele werkloosheidsrisico’s tussen
mensen met zwakke en sterke profielen eerder
beperkt en bovendien blijken alleenstaanden
geen afwijkend zwak profiel te hebben in
vergelijking met de rest van de bevolking. De
(constante) hoogte van polarisatie in Duitsland,
Frankrijk en Nederland is dus uitsluitend te
verklaren door sociologische verschillen in
arbeidsmarktdeelname tussen alleenstaanden
en personen in koppels, los van de kenmerken
van die personen of hun huishouden. Anderzijds,
in landen met hoge polarisatie (BE, UK en
IE) daalt polarisatie aanzienlijk wanneer we
controleren voor geslacht, leeftijd en opleiding.
In deze landen verschillen werkloosheidsrisico’s
relatief sterk over de individuele kenmerken
waarvoor we kunnen controleren, en die
verschillen blijken voor geslacht en leeftijd
het sterkst in België. In België kunnen we op
basis van deze drie kenmerken 19 procent van
polarisatie in het segment van de alleenstaanden
verklaren. Deze verklaringskracht is ook verbonden
met het relatief grotere aandeel van
laaggeschoolden (en ouderen) in het segment
van alleenstaanden. In Ierland en Verenigd
Koninkrijk kunnen we respectievelijk 36 en
22 procent van polarisatie verklaren in het
segment van alleenstaanden. Het is opvallend
dat de toevoeging van herkomst of regio aan de
conditionele polarisatie de verklaringskracht niet
versterkt in Ierland en het Verenigd Koninkrijk.
Spreiding in individuele werkloosheidsrisco’s
en zwakke profielen zijn voornamelijk terug te
brengen tot verschillen over opleidingsniveaus.
In België worden die verschillen wel versterkt
wanneer we regio en/of herkomst toevoegen
aan de conditionele polarisatie. In België
verschillen de werkloosheidsrisico’s over
individuele kenmerken veel sterker tussen
de regio’s en naar herkomst. De conditionele
polarisatie over geslacht, leeftijd, opleiding,
herkomst en regio verklaart 36 procent van de
totale polarisatie.
11 In de Duitse LFS is de variabele
‘geboorteland’ niet beschikbaar.
alleenstaande koppel 3 of meer volwassenen totaal
Figuur 8: Polarisatie, toevallige verdeling en conditioneel op individuele kenmerken, 2012
Opmerking: conditionele polarisatie op basis van geslacht, leeftijd en opleiding (GLO) voor alle landen en regio’s / conditionele
polarisatie op basis van geslacht, leeftijd, opleiding en regio (GLOR) voor BE, UK en IE / conditionele polarisatie op basis van
geslacht, opleiding, leeftijd en herkomst (GLOH) voor alle landen en regio’s, behalve voor Duitsland.
1313 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
RELATIE TUSSEN
HUISHOUDWERKLOOSHEID EN
ARMOEDE
Achter het beeld van algemene stabiliteit
van huishoudwerkloosheid verschuilen
tegengestelde evoluties, bijvoorbeeld binnen
verschillende leeftijdsgroepen. Figuur 9 toont
het risico op huishoudwerkloosheid binnen drie
leeftijdsgroepen voor België en de regio’s. Sinds
1987 is het risico op huishoudwerkloosheid sterk
gedaald voor 50-plussers, in alle regio’s. Maar
in de leeftijdscategorieën jonger dan 50 jaar is
dit risico helemaal niet gedaald, en in Brussel en
Wallonië zelfs toegenomen. De vaststelling dat
het risico op huishoudwerkloosheid toeneemt in
de jongere leeftijdsgroepen biedt een verklaring
voor de slechte Belgische positie inzake
kinderarmoede.12 De aanwezigheid van werk
als bron van inkomen in de gezinnen met jonge
kinderen is niet verbeterd.
Hoewel armoede en uitkeringsafhankelijkheid
niet per definitie volgen uit (huishoud)
werkloosheid, blijkt armoede wel sterk aanwezig
onder werkloze huishoudens. Ongeveer 50
procent van alle personen in een huishouden
zonder werk is arm.13 Ongeveer 65 procent
van alle personen in een huishouden zonder
werk waar ook kinderen aanwezig zijn is arm.
Vandaag groeit bijna één op zeven kinderen
op in een huishouden waar niemand werkt.
Armoederisico’s blijken hoger in koppels met
kinderen dan voor alleenstaande ouders. Meer
dan de helft (55 procent) van de arme bevolking
woont in een huishouden zonder werk.
Wanneer het aankomt op kinderarmoede, dan
worstelt België met een dubbel nadeel. Ten
eerste, wonen relatief veel kinderen in een
huishouden zonder werk. Net zoals in Spanje
en het Verenigd Koninkrijk groeit één op zeven
kinderen op in een huishouden zonder werk.
Maar, ten tweede, is in België het armoederisico
van deze kinderen in huishoudens zonder werk
relatief hoog. In de periode 2005 – 201114 is het
armoederisico voor kinderen die in een huishouden
wonen nergens in de EU15 zo hoog
als in België. Kinderarmoede in België neemt
toe, terwijl armoede onder de oudere bevolking
afneemt (sinds 2006). De stijging in
kinderarmoede is het sterkst in Wallonië, en
deze stijging is significant, zowel bij het gebruik
van een Belgische als regionale armoedelijn. De
stijging van kinderarmoede in Wallonië is sterk
verbonden met een stijging in het armoederisico
van de kinderen die wonen in een huishouden
zonder werk. In Vlaanderen is de stijging in het
armoederisico onder kinderen voornamelijk gerelateerd
aan een verandering in het aandeel
kinderen dat in een huishouden zonder werk
woont.
12 Deze sectie is gebaseerd op
Vandenbroucke en Vinck (2013).
13 Zij wonen in een huishouden met
een equivalent beschikbaar inkomen
dat lager is dan 60 procent van het
mediane equivalent beschikbaar
inkomen in België.
14 In 2012 daalt het armoederisico
voor kinderen in een huishouden
zonder werk sterk, waardoor België
plotsklaps in de middenmoot van de
EU15 terecht komt.
Vlaanderen
Wallonië
Figuur 9: Evolutie in het risico op huishoudwerkloosheid, België, naar leeftijd en regio, 1983– 2012
1414 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
Ook migratie speelt een belangrijke rol in de
ontwikkeling van kinderarmoede. EU-SILC
toont dat het armoederisico hoger is voor
kinderen die in een huishouden wonen zonder
ouders die in België geboren zijn, en veel hoger
in huishoudens waar alle ouders geboren
zijn buiten de EU2515. Huishoudwerkloosheid
speelt hierbij een belangrijke rol. België kent
een aanzienlijk grote groep kinderen die in een
huishouden wonen zonder werk en waarbij
tenminste één ouder niet in België is geboren.
Maar huishoudwerkloosheid verklaart niet alles,
zelfs integendeel. Armoede onder kinderen
in huishoudens zonder werk ligt inderdaad
meestal hoger in niet-Europese huishoudens
in vergelijking met huishoudens waarvan alle
ouders in het desbetreffende land geboren zijn.
In Zuid-Europese welvaartsstaten is er echter
geen verschil en in liberale welvaartsstaten
(Ierland en Verenigd Koninkrijk) is het verschil erg
beperkt. Voornamelijk in Denemarken, België
en Finland ligt het armoederisico voor kinderen
in niet-Europese huishoudens zonder werk
minstens de helft zo hoog als bij autochtone
huishoudens. Maar de etnische kloof in
armoederisico’s is veel groter voor kinderen in
een huishouden met werk. Bovendien is deze
armoede kloof nergens zo groot als in België.
Dus, zelfs wanneer immigranten werken, dan
blijkt dit werk niet dezelfde bescherming te
bieden tegen armoede zoals dat het geval is bij
niet-immigranten.
CONCLUSIE
Indicatoren die werkloosheid meten op
niveau van het individu en op het niveau van
het huishouden tonen tegenstrijdige signalen
over de werking van de arbeidsmarkt in
België. Hoewel de individuele werkloosheid
sterk afnam sinds midden jaren ’80 is de
huishoudwerkloosheid de hele tijd stabiel
gebleven. In Europees perspectief kampt België
met een groot aandeel personen die in een
huishouden zonder werk wonen.
Begin jaren ’80 was de Belgische
arbeidsmarkt gekenmerkt door een mannelijk
kostwinnersmodel. Bijna 60 procent van de
actieve bevolking leefde in een koppel waar de
man aan het werk was en de vrouw niet. Deze
verdeling van werk leidde tot een ‘negatieve
polarisatie’, d.w.z. de jobs waren meer gespreid
over gezinnen dan je zou verwachten op basis
van een toevallig verdeling. Maar tegelijkertijd
betekende dat ook dat wanneer de man als
enige inkomstwinner zijn werk verloor de
huishoudwerkloosheid snel steeg. Tijdens de
periode van industriële herstructureringen begin
jaren ’80 stijgt de huishoudwerkloosheid sneller
dan de individuele werkloosheid, in het bijzonder
in de oudere leeftijdscategorie. Vanaf midden
jaren ’80 is de werkzaamheid van vrouwen
sterk gestegen, in het bijzonder van vrouwen
die in koppels wonen. Over diezelfde periode
is de werkzaamheid van mannen relatief stabiel
gebleven. De convergentie van individuele
werkloosheidsrisico’s van mannen en vrouwen
resulteerde in een snelle stijging van polarisatie.
De stijging in polarisatie vond voornamelijk plaats
binnen koppels. Maar tegelijkertijd groeide ook het
aandeel alleenstaanden. En alleenstaanden zijn
vaker werkloos dan mensen die een huishouden
delen met anderen, ongeacht hun sociaal
economische kenmerken. Tenslotte stellen we
vast dat het risico op huishoudwerkloosheid
alleen gedaald is in het segment van de
50-plussers, aangezien in dit leeftijdsinterval ook
de sterkste daling in individuele werkloosheid
plaatsvond. De aanwezigheid van werk als
bron van inkomen in de gezinnen met jonge
kinderen is niet verbeterd en al helemaal niet in
Wallonië en Brussel. Dit biedt een belangrijke
verklaring voor de slechte Belgische positie
inzake kinderarmoede.
Vandaag groeit bijna één op zeven
kinderen op in een huishouden
waar niemand werkt.
In België wonen veel mensen in een huishouden
waar niemand aan het werk is; in 2012 gaat
het over 12% van de actieve bevolking.
Wanneer we niveaus in huishoudwerkloosheid
vergelijken met andere landen met een soortgelijke
huishoudstructuur (zoals Duitsland,
Frankrijk, Nederland, Ierland en het Verenigd
Koninkrijk), dan kunnen we diverse redenen
aanduiden voor de slechte Belgische positie
qua huishoudwerkloosheid. Allereerst heeft
België in vergelijking met deze landen een
relatief lage individuele werkzaamheid. We
kunnen dus verwachten dat België ook een
relatief hoge huishoudwerkloosheid heeft,
zelfs bij een ‘toevallige’ verdeling van de
beschikbare jobs over huishoudens. Maar
de verdeling van jobs over huishoudens is
helemaal geen ‘toevallige’ verdeling. Zo blijkt
dat alleenstaanden in alle landen waar we mee
vergelijken vaker werkloos zijn dan mensen
die een huishouden delen met anderen.
Huishoudwerkloosheid is sterk geconcentreerd
in de groep van de alleenstaanden. De concentratie
van huishoudwerkloosheid in het
segment van alleenstaanden wordt in België
echter nog versterkt door twee factoren. Ten
eerste zijn alleenstaanden in België, meer dan
in andere landen, mensen met een ‘zwak’
sociaaleconomisch profiel. In vergelijking met
de totale bevolking zijn alleenstaanden in België
vaker laaggeschoold, ouder en meer buiten
Europa geboren. En ten tweede is het algemene
verschil in werkloosheidsrisico’s tussen mensen
met ‘sterke profielen’ en ‘zwakke profielen’
in België veel groter dan in andere landen,
15 EU25 omvat alle EU27 landen
zonder Bulgarije en Roemenië.
1515 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
of het nu gaat om alleenstaanden of niet. In
geen enkel ander land is het verschil in het
werkloosheidsrisico tussen een jonge en
oudere volwassene of tussen een persoon in
het gastland geboren en een niet-Europese
immigrant zo groot als in België. De hoge
huishoudwerkloosheid in België is dus, meer
dan in andere landen verbonden met de relatief
slechte positie van de alleenstaanden. En
bovendien blijken in België nog grote regionale
verschillen op te treden. In 2012 is ongeveer
80 procent van totale polarisatie in Wallonië
terug te vinden in dit huishoudsegment,
terwijl dit in Vlaanderen om ongeveer de helft
van totale polarisatie gaat. Maar daarnaast
worden de grote verschillen in individuele
werkloosheidsrisico’s in België ook versterkt
omdat de kenmerken van de koppels in België
relatief homogeen verdeeld zijn. In geen enkel
ander land wonen er zoveel laaggeschoolden
samen in een koppel in vergelijking met wat we
zouden verwachten op basis van een toevallige
verdeling van opleidingsniveaus van mannen en
vrouwen.
Wat kunnen we uit deze analyse
concluderen voor het te voeren beleid?
Een hoog niveau van huishoudwerkloosheid
is, méér nog dan een hoog niveau van
individuele werkloosheid, een hypotheek
op de welvaartsstaat, omdat de betrokken
gezinnen volledig afhankelijk zijn van
overheidsuitkeringen om aan armoede
te ontsnappen. Sommige factoren die
huishoudwerkloosheid beïnvloeden, zijn niet
vatbaar voor wijziging door overheidsbeleid:
het opleidingsprofiel van alleenstaanden, de
wijze waarop mensen koppels vormen en de
mate waarin daarbij homogamie ontstaat… zijn
belangrijke factoren, maar het is niet duidelijk
hoe de overheid deze kan beïnvloeden. De
hoge huishoudwerkloosheid hangt in België
echter ook samen met het grote verschil, qua
individuele werkzaamheid, tussen individuen
met een sterk en een zwak individueel profiel.
Nog anders gezegd, de kloof tussen ‘insiders’
en ‘outsiders’ is relatief gesproken zeer groot
op de Belgische arbeidsmarkt; de regionale
verschillen versterken deze kloof nog. Omdat
vele alleenstaanden een arbeidsmarktprofiel
hebben van ‘outsider’ en omdat insiders
resp. outsiders elkaar ook vinden bij de
vorming van koppels, weegt de kloof tussen
‘insiders’ en ‘outsiders’ zwaar op de Belgische
huishoudwerkloosheid. De fundamentele
uitdaging, als we de huishoudwerkloosheid
willen verminderen, is dus dat de kloof tussen
individuele ‘insiders’ en ‘outsiders’ kleiner moet
worden op de Belgische arbeidsmarkt . Een
en ander hangt vermoedelijk zowel samen met
de loonkost als met andere aspecten van de
arbeidsmarktregeling in België. Lastenverlaging
om arbeid goedkoper te maken zou moeten
toegespitst worden op mensen met een relatief
beperkte economische productiviteit, d.w.z.
ze moet toegespitst worden op de laagste
lonen. Het debat over de flexibiliteit van de
arbeidsmarktregeling zou ook in dit licht moeten
bekeken worden.
REFERENTIES
• Berloffa, G. and Modena, F. (2014) ‘Measuring
(in)security in the event of unemployment: are
we forgetting someone?’, Review of Income
and Wealth, 60: 77-97.
• Brandolini, A., &Viviano, E. (2013), ‘Behind and
beyond the (headcount) employment rate’,
Eurostat statistical working papers, Brussels,
European Union, doi:10.2785/42348.
• Cantillon, B., & Vandenbroucke, F. (eds.) (2014).
‘Reconciling Work and Poverty Reduction.
How successful are European welfare states?’,
Oxford: Oxford University Press.
• Corluy, V. & Vandenbroucke, F. (2015a).
‘Polarisation of employment over households
revisited: the Belgian case revisited’, CES
Discussion Paper Series 15.08.
• Corluy, V. & Vandenbroucke, F. (2015b).
“Individual employment, household employment
and risk of poverty in the EU. A decomposition
analysis”, in : A.B. Atkinson, A.-C. Guio and
E. Marlier, Income, work and deprivation in
Europe, Luxembourg: Publications office of the
European Union, (forthcoming).
• Dawkins, P., Gregg, P. and Scutella, R.
(2002). ‘The Growth of Jobless Households in
Australia’, The Australian Economic Review, 35
(2), 133-154.
• de Graaf-Zijl, M. and Nolan, B. (2011).
‘Household joblessness and its impact on
poverty and deprivation in Europe’, Journal of
European Social Policy, 21, 413-431.
• Dickens, R. and Ellwood, D. (2002). ‘Whither
poverty in Britain and the US?: the determinants
of changing poverty and whether work will
work’, in: R. Blundell, D. Card and R. Freeman
(eds.), Seeking a Premier League Economy.
Chicago: University of Chicago Press.
• Gábos, A., Branyiczki, A., Lange, B. and Tóth
I.G. (2015) ‘Employment and poverty dynamics
before, during and after the crisis’, Improve
Discussion Paper 15/06, Antwerp.
• Gradin, C., Canto, O. and del Rio, C. (2014).
‘Measuring Employment deprivation among
households in the EU’, Review of Economics
of the Household, doi: 10.1007/s11150-014-
9248-7.
• Gregg, P. and Wadsworth, J. (2008). ‘Two
sides to every story: measuring polarisation and
inequality in the distribution of work’, Journal of
the Royal Statistical Society: Series A (Statistics
in Society), 171, 857-875.
1616 LES 2015/149 HUISHOUDENS ZONDER WERK IN BELGIË
• Gregg, P., Scutella, R. and Wadsworth, J.
(2010). ‘Reconciling workless measures at
the individual and household level. Theory
and evidence from the United States, Britain,
Germany, Spain and Australia’, Journal of
Population Economics, 23 (1), 139-167.
• Nickell, S. (2004). ‘Poverty and worklessness in
Britain’, Econ. J., 114, C1-C25.
• Ozdemir, E. & Ward, T. (2013). ‘Measuring low
work intensity – an analysis of the indicator’,
Improve Discussion Paper No. 13/09, Antwerp.
v.u.: Professor André Decoster, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, KU Leuven, Naamsestraat 69, 3000 Leuven
FACULTEIT ECONOMIE EN
BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Centrum voor economische studiën
Naamsestraat 69
3000 LEUVEN, Belgium
De “Leuvense Economische Standpunten” worden opgevat als een vrije wetenschappelijke
tribune waarin de stafleden van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen
opiniërende studies en essays publiceren. De opzet bestaat erin om op bevattelijke wijze
een reeks van inzichtverhelderende en beleidsoriënterende economische standpunten
te brengen. Ze vormen een paar met de verkorte versie LES(S), waarin we een langere
wetenschappelijke paper of publicatie met beleidsrelevante resultaten samenvatten.
Dergelijke reeks zal uiteraard verschillende opinies en denkstromingen brengen. Leuvense
Economische Standpunten vertolken alleen de visie van de auteur. Zij kunnen niet doorgaan
als de visie van een instelling.
U kan een elektronische versie van de LES terugvinden op de website van de faculteit:
www.econ.kuleuven.be/onderzoek.htm
Reacties op de Leuvens Economische Standpunten zijn altijd welkom bij
[email protected]
Frank Vandenbroucke is professor aan het Centrum voor Economische
Studiën (KU Leuven) en doceert aan de Universiteit van Antwerpen,
waar hij de leerstoel “Herman Deleeck” houdt en aan de Universiteit
van Amsterdam, waar hij de “Joop den Uyl” leerstoel houdt. Hij doet
onderzoek naar de impact van de EU op de ontwikkeling van het sociale en
tewerkstellingsbeleid in de EU lidstaten en naar de link tussen de verdeling
van de jobs over de huishoudens en armoede. Hij is ook voorzitter van de commissie voor
de pensioenhervorming, opgericht door de Belgische regering.
Vincent Corluy is doctor in de sociaal-economische wetenschappen
(SEW). Hij werkte bij het Centrum voor Sociaal Beleid (UA) en het
Centrum voor Economische Studies (KULeuven). Zijn belangrijkste
onderzoeksopdrachten omvatten de interactie-effecten tussen migratie en
de welvaartsstaat en de (ongelijke) verdeling van werk in Europa in relatie
tot armoede. Hij is nu verantwoordelijk voor het informatiebeheer in een
groot ziekenhuis.
FACULTEIT ECONOMIE EN
BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Centrum voor economische studiën
Naamsestraat 69
3000 LEUVEN, Belgium

Child poverty risks in Belgium, Wallonia and Flanders: Accounting for a worrying performance

Download fulltext
223

CHILD POVERTY RISKS IN BELGIUM WALLONIA AND FLANDERS: ACCOUNTING FOR A WORRYING PERFORMANCE BY FRANK VANDENBROUCKE* and JULIE VINCK** * professor at the KU Leuven University of Antwerp ** researcher Herman Deleeck Centre for Social Policy 1 INTRODUCTION The at-risk-of-poverty rate children is a ‘lead indicator’ future social problems high child poverty may signal inadequate protection and/or poorly functioning labour markets which be related to lacunae in childcare education system In turn makes success policy more difficult obtain given strong link between economic cultural status their school other words cause effect vicious circle underperforming systems same vein there interplay failing health care Belgium mediocre performer with regard notwithstanding its long tradition security Moreover increasing As first step understanding why our performance worrisome we apply an analytical technique that essence accounting device: decomposition Although this mechanical all simplicity it highlights features Belgian welfare edifice are quite exceptional cross-country comparison but have not been subject much research One these skewed distribution jobs over households Elsewhere study phenomenon by means ‘polarisation analysis’ (Corluy Vandenbroucke 2013a 2013b) paper simple indicator ‘relative severity work poverty’ among Another feature state very work-poor i e little or no participation market These observations show characterised dual polarisation: many live work-poor; simultaneously financial risks 52 BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID – 1e TRIMESTER 2015 Section 2 sets scene providing elementary information on Wallonia Flanders 3 illustrates crucially determined ‘work intensity’ household It explains meaning ‘household introduces concepts ‘severe 4 structure intensity poor belong 5 formal analyses; can skipped readers knowing mainly interested results 6 decomposes differences basis using as benchmark country 7 digs deeper into patterns intensity: investigate whether pattern employment explained relatively large share lone-parent 8 another determinant poverty: spending We conclude challenge improve level whilst avoiding ‘(severe) traps’ level: should trigger reconsideration policies several domains 9 decompose increase (as observe since 2005) again do before because developed last decade confronted (disappointing) change meanwhile concluding section sketch three key challenges implying both investment reconsidered light ITS REGIONS use ‘child shortcut defined Eurostat individuals below age 18 Being risk living equivalised net disposable income 60% national median consider one parameters assessment notion ‘poverty’ so used caution reasons This concept presupposes sharing resources within necessarily case applied here rather crude headcount: simply measures threshold does account depth faced ‘at of’ without meaning: present measure signals cut off mainstream society lack headcount defines relation where individual happens living: relative 53 floating changes every year number countries decreased during crisis years reflecting decrease incomes: has favourable impact although needs increased families non-poor alike Our data based EU Statistics Income Living Conditions (EUSILC) ‘2006’ ‘2011’ etc refer SILC survey years; except United Kingdom Ireland they reflect incomes Hence essentially relating 2005 2010 calculations two regions situation particularly alarming Brussels region (and included Belgium) include separate regional analyses EU-SILC sample too small Unless otherwise indicated always refers ‘households’ calculate (based income) thresholds To sure integrated tax benefit only correct relying from normative perspective However calculating rates yields interesting additional intra-regional comparable implies sobering (which less well terms than might assume purely Belgian-wide threshold) likewise harbours inequality rich assume) On 2011 7% quarter Wallonia’s (24 9%) compared 10 4% Applying headcounts 20 8% 13 1% Flanders: Walloon conceived ‘diminishes’ though remains high; Flemish figure hand increases (1) et al (2013 pp 8-10) discuss anchored time For thorough discussion measurement issues involved see Decancq (2014) 54 Figure when European states EUSILC When limit EU15 appears equal unweighted average (18 5%) slightly weighted (19 takes size Comparing nation would constitute category mismatch if interpreted due caution: matter fact also conceal important disparities (Germany telling case) outcome reflects realities different position league German league) FIGURE 1: AT-RISK-OF-POVERTY RATES CHILDREN EUROPEAN WELFARE STATES FLANDERS Notes: ‘FL-FL’ ‘WA-WA’ calculated ‘FL-BE’ ‘WA-BE’ *: significantly 0 05 significance making independent samples t-test Source: compiled authors (2) See (2013) 84-85 illustration argument Germany 55 Given Belgium’s history pioneer record disappointing lead state: just worrying HOUSEHOLD WORK INTENSITY starting point analysis latter measured labelled ratio total months worked working-age members could theory intensities bracket 18-59 considered ‘working age’ students 24 who excluded calculation persons reported having part-time estimate full-time equivalents computed hours habitually interview correlate negatively displays five subsets households: (work ranges 85% 100%) (between 55% 85%) medium 45% 55%) low 20% 45%) (20% less) figures (FL-BE WA-BE) (FL-FL WA-WA) 56 2: THE BELGIAN (BELGIAN REGIONAL LINE) was 8%; 68 ten times higher profile belongs crucial factor explaining his her shows deviates registered 2011: 81 0% subgroup significantly3 average; contrast 3% lower intensity; subgroups difference significant gap haves not’s – ‘have’ referring marginal attachment Rather surprisingly holds Children (3) test Since conservative (4) observation true earlier vintages instance 2008 were 57 face exceptionally reference So highly polarised even ‘internal’ view nuanced: statistically significant; What really particular understood size: working four days week whose 80% couple partner Reconciling family responsibility entail costs two-parents And obviously euros probably former emerges compare distinguishing types broad classes 3: LONE-PARENT HOUSEHOLDS OTHER WITH (BELGIUM EU15) 58 Lone-parents 74 5% 66 Other low: 85 72 short dire straits lone-parents low-medium interval positions change: class (Belgian group 51 0%; 22 nearly disappears (2 6%); loneparent considerably (12 7%) picture similar better question: households? applying definitions 43 14 children; elsewhere (though smaller Is result levels Or above intensity? Across uniform answer some parents Appendix (using explain below): admittedly That justifies focus context But eliminate effort identical metric’ constellations circumstances conclusions return raises fairness adequacy own right 59 now shift attention what extent state’s distinguish indicators (not 20%); label ‘very work-poor’ second (i less); ‘work-poor’ description will third workpoor households; call ‘the introduce must confused poor’ An he/she (financially) poor; thereby ‘working’ minimal (e g being period limited) mixes (is employed employed?) (what income?) intrinsically often leading unwarranted unrelated cases individually counted limited belong; consequence irregularly (Marx Nolan 2014) Diris Verbist examine regression models non-elderly (testing explanatory power severe poverty) covered 2011) turns out combining 60 variables best fit 5These suggests country-specific population concentration play role next general across develops question indicators: comparing develop specific explanations AS AN OUTLIER? subdivide highlight distinction notions workpoor’ ‘income-poor’ legend lowest parts bars represent those combine expressed percentage middle upper work-rich From say adults truly household’s potential valorised nevertheless sum corresponds (5) stress conclusion pooled series whole hold ‘naïve’ presented dependent variable (i) (ii) (iii) transfers pensions bivariate correlation coefficient -0 15 01 deep (in period) (6) provides such indicates (with respect (Vandenbroucke 2013 p 29) 61 4: SUBDIVIDED ON BASIS OF Note: Total differ missing values certain internal Except Hungary Malta belonging driven 6% proportion Wallonia; prompts salient summarises striking (on horizontal axis) vertical Dividing axis 62 5: SEVERE ACROSS disparity poverty’: around Scandinavian 40 Latvia UK Estonia Greece Spain Italy larger Luxembourg Cyprus Poland Switzerland Romania Slovenia Norway; 14% Bulgaria influenced prevalence correlates strongly (negatively) Severe correlated display (7) nonemployment ILO Labour Force Survey 2007 2009 80 90; 50 (exceptionally year) 65 63 diversity patterns; trend line Relative 15% 35% Lithuania 36% 42% Denmark poverty; top range specificity pursue digging Obviously income-poor (when corresponding above) attributable factors: comparatively financially (very) structural disentangle (severe) done shown DECOMPOSITION ANALYSIS: FORMAL DESCRIPTION decompositions characteristic Ptotal written If T k s represents Pk value P each follows: (8) including (2014 18) 64 characteristics under review at-riskof-poverty Sections 9) 7) Equation decomposing intertemporal ∆x (or region) 2006 Formally B indicating Belgium; With follows equation ∆ then term side accounted hypothesis characterising subgroups) identical) ‘differences between’ within’ country) ‘changes (due divided (T=2) reduced following formula example partition (the ‘work-rich’) contributory factors:9 contribution ; ii iii ‘difference comes decomposition; factors together underlying components exercise (taking sizes EU-SILC) admit robust proceeding empirical illustrations caveats taken board Decomposition reveal causality: basically device dissociated presuppose associated definition ‘mechanical’ character overall determinants differences) benchmarking application selection Decom- (9) sections residual linked did available graphs avoid any misunderstanding reason changes) ‘sum decomposition’ residual) observed (10) Using instead yield analysis: explores correlations (examining taking variables); focuses plays most expression ‘cross-country differences’ follow reader read Belgium’: descriptions fortiori combined insights DECOMPOSING CROSS-COUNTRY DIFFERENCES (‘Cross-country’ ) subdivided depending 45 per cent cut-offs ‘Differences 67 6: SUBGROUPS Countries left Norwegian points § Norway ‘between difference’); groups ‘within (0 points) 11 (but Iceland Finland) outperforms various degrees main stems (11) footnote focusing Table A1 7: (TWO SUBGROUPS) Taking (9 decomposed significant) (-0 Finland outperform run Nordic 69 largely Work Spain: seen entirely segment work-poor: estimates confidence intervals them Nevertheless tentative drawn: perform ‘trade-off’ least comparative assessing ex post outcomes macro worse notably Southern (although 12 leads further questions First Wallonia? Second (whilst work-richer segments perspective) explore touch upon (12) equals 19 Wallonia: experience 75 87 line) variant decreases 76 70 wonder chose (by subdividing children) note (see Europe within/between 3) dominates differences’; ‘not emerge go sense respects choice drives remain PATTERNS EMPLOYMENT SIZE STRUCTURE: FURTHER showed expect differences: ‘extended families’ imply degree ‘pooling’ non-employment hence sufficient explanation poverty? dividing 8a reiterates 8b presents (13) income-poverty ‘within’ diminishes Norway/Denmark cf while reverse shape 71 8A: 8B: Figures illustrate observations: marginally (across 36 34 category); 28 corollary children: big majority review); minority 17 2%); iv diversified ceteris paribus how ‘lone-parent’ employment? (including Wallonia) 4) (severe 73 9: 10: lone-parents: 30); item [i] comments supra) (except IE MT) part dominate pursues WP RSWP (superscript population) write subgroups: countries/ regions): Thus regions) by: (1st 6); (2nd (3rd (4th 6) 11: RELATIVE SEVERITY diagonally striped contributing equation) Visual inspection reveals minor result; carries heavy weight Corluy (2013a indices’ inspired Gregg Scutella Wadsworth (2008 2010) ‘jobless household’ so-called (a jobless adult weeks survey) polarisation index actual hypothetical assuming distributed randomly about expected ‘individual intensities’ matched random formation Introducing random’ counterfactual sociological mathematically easier binary ‘jobless/non-jobless’ Yet employ Traditionally extended model negative lived structure) Polarisation became issue British agenda end nineties onwards declining 2000s Overall 1995 convergence EU: initially tended constitutes exception moving mid 2000’s (2013a) analyse stratification (2013b) dig long-term (space forbids pursuing here) enriched inquiry influencing decisions (14) 2008) 80; graphical 77 SOCIAL SPENDING cannot examining How characterise perspective? brings retrieved 2011:15 excluding (indicated ‘T-kids’); (P-kids); (T-all); (P-all) ‘Household income’ standardised usual equivalence scale take account; way (15) common practice administrative public published ESSPROS classification gauge importance well-known problem gross taxation regime benefits; tend overestimate real benefits like France (Adema Chart I 11) allow us assess demographic however thoroughly GDP 1) 78 12: Household All according OECD modified 79 allows spending: benefiting cash T-kids + P-kids ranked children’s biggest spender 16 pension P-all (P-all T-all) assessed solid dark grey Some Portugal ‘pension heavy’ Today Third orientation (both pensions) (T-kids P-kids) (T-all P-all) bar households) obvious variety respect: pension-heavy receive support Spending oriented’ (so conceived) Fourth (where amounts 50%) Slovakia 3%; supporting (16) spenders non-pension previous (17) de facto early retirement influence (18) illustrated report Employment Developments 2012 ‘poverty reduction pensions’ multigenerational seems (European Commission 222) underestimate emphasise hit spend unemployment become appear generous se doing underscored ante framework oriented tilted towards nonetheless cautious quality prima facie neither nor seem thing effectiveness ‘per euro’ ‘efficient’ fighting notoriously macro-level ‘efficiency’ strict Paretian word quasi-impossible efficiency spending’ Lefebvre Pestieau 16-18) conceptually ambitious ‘efficiency scoreboard’: Pareto-efficiency productivity conditional ‘inputs’ ‘pro-poorness’ conclusive still leaves substantial ‘unexplained disparity’ fabric architecture capita human capital readily ‘explained’ separately other) macro-comparative control scoreboard’ improves somewhat neutralised becomes Continental type scoreboard discounting bad ‘mediocre’ far excellent societal unambiguous practical certainly room improvement existence good Can improved? Micro-simulation helpful Maréchal Perelman Tarantchenko Van Camp (2010) allowances Up categories beneficiaries unemployed disabled pensioners) entitled supplements simulated reforms extend income-poor) tested qualify ‘modest’ attain amount people edge passing benefits): Simultaneously reach considerable baseline scenario (no reform) kind 70% reaches 97% Interestingly budgetary budget roughly 2% By 5th reform reduces extending 96 cost-effective operation ‘room improvement’ current extends incentive make transition inactivity (As supplement means-tested proposed create ‘income pay At sight worry central Admittedly studied couples single They (19) thank Guy giving scenarios 82 ‘work-rich’ miracles revisiting necessary broader re-examination dimension beyond domain standard earner increasingly determines decent dilemma whatever Next targeted creation activation) constellation replacement constrained disincentives (notably minimum wages ‘glass ceiling’ called Cantillon Mechelen (2014)) considerations cost competitiveness insufficient protect against wage parent 21 especially traps’) putting reconsider need schemes designed alleviate costs’ facing singles single-income earners child-rearing healthcare housing toolset greater assigned ‘cost-compensation’ intelligent nuanced principles selectivity today maximum billing care) development design services utmost (20) partially (2010): lone (21) Bogaerts Vandelannootte 9% paper: 100% 83 DISQUIETING DEVELOPMENTS: INTERTEMPORAL CHANGES adds evolution older surveys 2004 13: ELDERLY TOTAL POPULATION EUROSTAT hazardous instability SILC-based until Compared succeeding decreasing elderly choose fair trends consistent stable conceals intergenerational risks: rate; clear change); Over (22) Assessing starts from; den Bosch De Vil 2003-2011 optimistic 84 thresholds) policy-makers complacent agency Kind en Gezin collects fine grain [0-3] ‘kansarmoede’ encompassing stimulation register upward urban contexts findings warning [0-17] yet soon provided migration figures: mother non-Belgian origin ‘kansarm’ versus origin; growing markedly (Kind 2013) includes non-monetary non-material aspects exclusion partial data) integration migrant 14a cut-off evolutions broken down pre- post-crisis 14b 14c ‘Changes (keeping shares constant) Netherlands Czech Republic Flanders) contributed deteriorating 14A: BETWEEN 14B: 86 14C: ‘gain’ improving work-intensities Between dynamics 14c: boom Member States gain offset vulnerable followed interpreting forget boom) changes’ positive gives detail concerns group: increase23 Consequently half criterion 47 42 15: CHANGE 2006-2011 WITHIN (2006 evolved population; already born (23) formulate cautiously (24) recalculate entire 88 outside EU25 (that EU27 Romania) factor: (less ‘non-EU25’ everything Both non-EU25 100-102) participate generate native (SILC 2006-SILC coincided prosperity deliberate activating strategy vis-à-vis Should activation failure old distributive new Lisbon Strategy March 2000 deny tensions trade-offs soul-searching case: banner active welfare’ incentives incrementally improved lowering personal contributions bottom taxes earned close monitoring harsh sanctions foregoing summary possible prior challenges: traditional ‘financial incentive’ arsenal ill-equipped up Making bigger requires (to reduce unqualified leavers) possibilities existing stock low-skilled labour) calls targeting lone-parents) well-designed facilities affordable women earnings mothers) enhanced damaging introducing selective 89 CONCLUSION: POLICY CHALLENGES CONTEXT PERSISTENT DUAL POLARISATION Looked ‘haves’ ‘have nots’ consequences think region; complicated countries) Child youngest generation forecast trade-off doomed Activation traditionally organised recipe ‒ contrary ‘activation turn’ suggest went worsening redress enhance opportunities analysis; ‘work-rich standard’ characterises creates Possibilities 90 examined Together priority government 91 REFERENCES Adema W Fron Ladaique M Welfare State Really More Expensive? Migration Working Paper No 124 F (eds Poverty Reduction successful states? Oxford Press 2014 N Cracks paradigm security: International Review Sociology Vol 270-290 V Individual Methodologies Papers edition Union doi: 2785/41846 CSB-Working 2013b K Goedemé Vanhille J Union: 60-93 R workless Theory evidence Britain Australia Journal Population Economics 23 139-167 Two sides story: measuring Royal Statistical Society: Series (Statistics Society) 171 857-875 Het Vlaanderen L’Etat-Providence Performance Dumping Paris Editions Rue d’Ulm 92 C S E G Conference Presidency Council Marche-en-Famenne Sept Marx In-work 131-156 Active Revisited Bruges Die Keure Excessive Imbalances Euroforum KULeuven Mapping 1-59 evolutie van armoede bij ouderen nader bekeken Federaal Planbureau 6-13 Vandelannoote D Supplementary local agencies traps Flemosi April 93 APPENDICES APPENDIX DIFFERENCE RISK 5) (cutoffs: 20-45-55-85) categories) intensities; group; 94 A1: largest smallest consideration 95 TABLE (SUPPORTING Country AROP Explanatory Difference Sum Residual Share VLWI [0-0 2] [0 2-1] 97 A2 divide comment A2: 98 CONTENTS

Gelijke kansen: een kwestie van maatwerk

Download fulltext
226

GEEF SCHOLEN VRIJHEID MAAR LEG DE LAT HOOG EN VOLG HET
RESULTAAT OP
Gelijke kansen:
een kwestie van
maatwerk
FRANK VANDENBROUCKE
Wie? Hoogleraar, verbonden aan de KU Leuven
Wat? Zolang een goede
opvolging gegarandeerd is, is een flexibele aanwending van extra middelen voor gelijke kansen aan te moedigen.
Beweren dat scholen met kansarme leerlingen hun extra middelen verkeerd aanwenden, is te kort
door de bocht, zegt
FRANK VANDENBROUCKE. Dat de ene school inzet op maaltijden en de andere op activiteiten
hoeft geen probleem te zijn,
zolang hun creativiteit uitgedaagd wordt en hun resultaten gevolgd.
Volgens het Vlaams regeerakkoord zouden de extra werkingsmiddelen voor scholen met kansarme leerlingen afgeschaft worden en
uitgesmeerd over alle scholen. Gelukkig kondigde minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) eerst een evaluatie aan. Het Rekenhof en de
KULeuven zijn daar nu mee klaar. De Oeso heeft ook veel aandacht voor ons gelijke kansenbeleid; het zou goed zijn de visie van de Oeso te
kennen. Intussen is het rapport van het Rekenhof echter al publiek. De Standaard leidde dit aldus in
(DS 19 juni)
: ‘De extra werkingsmiddelen die worden toegekend aan scholen met meer kansarme leerlingen worden amper gebruikt waarvoor ze bedoeld
zijn. Dat stelt het Rekenhof vast in een nieuw rapport.’
Als dat de samenvatting zou zijn, gaat ze kort door de bocht. De belangrijkste conclusie van het Rekenhof is dat de Vlaamse regering geen
methode heeft om een beeld te krijgen over de aanwending van de werkingsmiddelen. Daarnaast leert het verslag veel over de spanning
tussen de autonomie van scholen en de doelen waarvoor men scholen verantwoordelijk acht. Mijn conclusie is niet dat de autonomie beknot
moet worden, wel dat doelstellingen opgevolgd moeten worden.
Om het Rekenhof te begrijpen, moet je gegevens uit het rapport combineren. Tabel 33 schetst op basis van een steekproef hoe scholen hun
geld gebruiken, met een onderscheid tussen scholen met veel en scholen met weinig kansarme leerlingen. Het gaat om
aanwendingspercentages; de vraag is wat dat betekent in euro’s. Figuur 1 van het rapport toont basisscholen met veel kansarme leerlingen,
die gemiddeld 782 euro per kind krijgen, en basisscholen met weinig kansarme leerlingen, die gemiddeld 600 euro per kind krijgen (ik laat de
extreme gevallen in deze figuur buiten beschouwing). Als je de aanwendingspercentages van de steekproef op deze scholen toepast, dan
ontstaat het volgende beeld. De scholen met weinig kansarme leerlingen zouden per kind gemiddeld 306 euro vragen aan de ouders; de
scholen met veel kansarme kinderen zouden 227 euro vragen aan de ouders, of 26 procent minder. Scholen met weinig kansarme leerlingen
zouden 120 euro per kind besteden aan leerlingenactiviteiten, scholen met veel kansarme leerlingen zouden 102 euro besteden aan
leerlingenactiviteiten, dus 10 procent minder. Anderzijds zou een school met veel kansarme leerlingen in absolute bedragen een klein beetje
meer besteden aan didactische uitgaven (86 euro per kind, vergeleken met 66 euro per kind in een school met weinig kansarme kinderen). De
aanwendingspercentages die het Rekenhof berekent op basis van de steekproef betreffen echter maar een beperkt deel van de
werkingsmiddelen en gaan niet in detail. Voor het overige tasten we in het duister. Daar knelt het schoentje.
Gebrekkige opvolging
Het Rekenhof trekt op basis van gesprekken in de scholen bijkomende conclusies, waarover dadelijk meer. Maar de belangrijkste conclusie is
dat er geen goede opvolging bestaat van wat scholen met hun geld doen, laat staan een opvolging die zou toelaten om een verband te leggen
tussen de aanwending van het geld van de scholen enerzijds en de resultaten die ze boeken met hun leerlingen anderzijds. En daar gaat het
natuurlijk om. Als de overheid vooruitgang wil inzake gelijke kansen, dan moet ze zo’n opvolgingssysteem uitwerken. Hierbij past meteen een
kanttekening. De extra werkingsmiddelen zijn geen ‘gekleurd’ geld: het was nooit de bedoeling dat dit geld uitsluitend gebruikt zou worden
voor de kansarme leerlingen in een school. De bedoeling is dat scholen met veel kansarme leerlingen, ondanks de uitdagingen die dat met
zich meebrengt, toch uitstekende scholen zijn voor al hun leerlingen.
Scholen zijn best geplaatst om te oordelen hoe zij dat aanpakken. School A vindt het nodig om leerlingenactiviteiten goedkoop te maken voor
alle ouders, zodat kansarme en kansrijke kinderen in de school samen een mooi pakket aan activiteiten krijgen: dat kan een goede keuze zijn.
School B wenst niet dat leerlingen met een slecht gevulde maag in de klas zitten en zet extra in op schoolmaaltijden: dat kan, ook met het oog
op pedagogisch succes, een noodzakelijke keuze zijn. School C heeft een probleem met onbetaalde facturen en wil niet dat leerlingen
daarvan het slachtoffer zijn: onbetaalde facturen compenseren kan een begrijpelijke keuze zijn.
Ik geef deze voorbeelden bewust. Het Rekenhof merkt kritisch op dat nogal wat van de extra middelen ingezet worden voor
armoedebestrijding eerder dan in het onderwijsproces, maar in het leven van een school is de lijn tussen armoedebestrijding en het
onderwijsproces dun. Het Rekenhof schrijft dat zulke problemen opgevangen moeten worden door het flankerend onderwijsbeleid te
versterken, maar nu heeft Vlaanderen daar net op bespaard.
Vrijheid, verantwoording en uitdaging
Scholen kunnen extra werkingsmiddelen ook inzetten voor een betere personeelsomkadering, wat interessant lijkt. Het Rekenhof stelt vast dat
scholen deze flexibiliteit weinig gebruiken. Waarom? Misschien hebben ze te weinig werkingsmiddelen om te voldoen aan basisbehoeften,
onder meer inzake huisvesting. Misschien is er een ‘gebrek aan beleidsvoerend vermogen’, zoals dat heet in het jargon: het rapport van het
Rekenhof spoort met de indruk dat sommige scholen te weinig uitgedaagd worden om creatief na te denken over hun eigen
gelijkekansenbeleid. Of, misschien moet de regelgeving nog meer flexibiliteit toelaten. Zo bekeken, gaat de suggestie om de extra
werkingsmiddelen uitsluitend inzetbaar te maken voor omkadering (of, nog specifieker, voor taallessen) in de verkeerde richting.
De extra werkingsmiddelen afschaffen is een stap achteruit. Maar extra geld is hoogstens een katalysator voor goed schoolbeleid, een klein
radertje in een breder geheel. De vraag is: wil men werk maken van dit bredere geheel en gelijke kansen weer op de agenda zetten? Een
maximale flexibiliteit in de aanwending van de middelen waarover scholen beschikken moet gecombineerd met een nauwkeurige opvolging
van de resultaten die ze boeken. Scholen moeten daarbij uitgedaagd worden door een overheid die gelijke kansen hoog op de agenda zet:
‘We zullen de scholen met rust laten’ is geen goed beleid. Verantwoorde vrijheid is dat wel.
Het rapport van het
Rekenhof spoort met de indruk dat sommige scholen te weinig
uitgedaagd worden om creatief na te denken over het eigen
gelijkekansenbeleid

De pensioenhervorming moet nog beginnen, het debat daarover ook

Download fulltext
227

De pensioenhervorming moet nog beginnen, het debat daarover ook
De Morgen, 1 juli 2015, p. 20
Frank Vandenbroucke, Hoogleraar KULeuven
In een open brief nemen deskundigen afstand van het pensioenbeleid. Over de Pensioencommissie
schrijven ze: “Die Commissie was van bij de aanvang onderworpen aan één belangrijke
randvoorwaarde: de publieke pensioenuitgaven mogen niet verder toenemen.” Vreemd. De
Commissie is niet gestart onder ‘randvoorwaarden’. Het rapport zegt ook nergens dat de
pensioenuitgaven niet mogen stijgen. Het rapport beschrijft de uitgangspunten: het gaat om
waarden en principes. Een centraal principe is dat de verhouding tussen het inkomen van
gepensioneerden en het inkomen van werkenden zich op een fatsoenlijk niveau moet bevinden, en
op dat niveau gestabiliseerd moet worden. De demografische toekomst is onzeker. Een nieuw
pensioencontract moet zorgen voor een fatsoenlijke en stabiele inkomensverhouding, wat ook de
demografische evolutie is. Daarom moeten in het stelsel aanpassingsmechanismen ingebouwd
worden: in een onzekere wereld moet het systeem ouderen zowel als jongeren zekerheid bieden
over de inkomensverhouding tussen gepensioneerden en actieven.
Een voetnoot op p. 164 van het rapport zegt, kort samengevat, het volgende: “Een stabilisatie van de
pensioenuitgaven in procent van het BBP is een voldoende maar geen noodzakelijke voorwaarde om
de inkomensverhouding tussen gepensioneerden en actieven te stabiliseren.” Met andere woorden,
om de doelstelling van het pensioenrapport te realiseren, is het niet strikt nodig dat de
pensioenuitgaven gestabiliseerd worden. Als stijgende uitgaven onvermijdelijk zijn, dan kunnen ze
bijvoorbeeld opgevangen worden door financiering die niet weegt op arbeidsinkomens, zo staat
elders in het rapport, dat pleit voor een bijkomende financiering op basis van vermogen. Voor alle
duidelijkheid, deze voetnoot hoort bij een scenario waarbij de pensioenleeftijd verhoogt naar een
vork van 62-67 jaar in 2030, en de pensioenuitgaven in procent van het BBP in 2060 inderdaad op het
huidige niveau zouden liggen. Maar we formuleren ook kanttekeningen bij dit scenario.
De reactie van onze collega’s illustreert een breder probleem. Het rapport van de Pensioencommissie
wordt voortdurend geciteerd maar niet bestudeerd. Kernvragen uit het rapport zijn nog niet aan de
orde in het politieke debat. Willen we een stelsel dat, via ingebouwde aanpassingsmechanismen, de
inkomensverhouding tussen gepensioneerden en actieven stabiliseert? Zo ja, op welk niveau moet
deze inkomensverhouding dan liggen? Welke minimumpensioenen willen we, met name in het licht
van de oprukkende deeltijdse arbeid? Willen we een flexibele uitstapleeftijd? Hoe gaan we om met
wijzigingen in gezinsverbanden die dwingen om de eenvoudige tweedeling ‘gehuwd – niet gehuwd’
te verlaten?
Intussen woedt een gepolariseerd debat over de pensioenleeftijd. De pensioenleeftijd herbekijken is
inderdaad een onderdeel van een grondige hervorming: onze Commissie stelde dat de
leeftijdscriteria op termijn moeten evolueren. Ze onderzocht daarom verschillende scenario’s en
wees op risico’s en voorwaarden voor succes; eerder dan definitieve voorstellen, legde ze een wijze
van redeneren en een strategie voor. Men kan alleen maar hopen dat de polarisatie over de leeftijd
een debat over de architectuur van het pensioenstelsel niet onmogelijk maakt. Het is aan regering,
oppositie en sociale partners om na te denken over een methode om dit brede debat, elk vanuit hun
perspectief, alsnog te voeren. Wat de sociale partners betreft, moet het Nationale Pensioencomité
daar het forum voor bieden. De vragen die de regering er aan stelt, mogen dus niet verengd worden
tot specifieke thema’s; ze moeten het geheel van de hervorming bestrijken, te beginnen met de
doelstellingen.

L’Unione Sociale Europea: idealismo ingiustificato o esito inevitabile?

Download fulltext
228

Menabò di Etica ed Economia Il menabò – Associazione http://www eticaeconomia it L’Unione Sociale Europea:
idealismo ingiustificato o esito inevitabile? Categories : Diritti e politiche sociali Tagged as Frank
VandenbrouckeMenabò n 25 Date 2 luglio 2015 I padri fondatori dell’Europa erano convinti che l’integrazione
economica avrebbe favorito lo sviluppo prosperi welfare state nazionali lasciando la responsabilità delle ai
singoli stati La storia non ha dato loro torto almeno fino alla metà del primo decennio questo secolo crisi ci
costringe però a riesaminare questione: come fare perché l’ UE sia un’unione successo? Non vi è dubbio si debba
tornare crescere ma importante affrontare questa necessità breve termine assieme all’imperativo sviluppare un’idea
politica sociale cioè un consenso base su quale ruolo dovrebbe avere nella quali debbano essere gli obiettivi
generali standard modello europeo tesi l’UE diventare essa stessa state; anche l’idea – piuttosto diffusa
bisognerebbe ristabilire sovranità degli membri limitare il dell’UE sola monetaria un’opzione impraticabile meno
voglia cullare nelle illusioni Ciò cui abbiamo bisogno coerente dell’Unione Europea se espressione può piacere
L’idea centrale riassunta così: l’Unione sostenere i livello sistemico in alcune funzioni essenziali; guidare
sostanziale fissando mentre agli spetterebbe scelta dei mezzi forme attuazione rispettando le diversità
istituzionali eredità storiche un’Unione consiste pilastro ulteriore da aggiungere quelli già esistenti Essa scopo
chiarire l’obiettivo senso della dimensione nel progetto Si dire descrive “contratto sociale” tra cittadini
l’Europa Piuttosto questioni terminologiche mio contributo comunicazione peggio ancora marketing politico mi
soffermerò sull’idea Questa proposta potrebbe sembrare eccessivamente idealistica così consente progresso graduale
una tratto distintivo Per illustrare punto collegherò alcuni miei argomenti al Rapporto cinque Presidenti
(Completing Europe’s Economic and Monetary Union J -Cl Juncker collaborazione con D Tusk Dijsselbloem M Draghi
Schultz giugno 2015) stato appena pubblicato discuterò suo insieme mostrerò aiutare individuare direzione seguire
Monetaria incompleta Un’Unione concepita soltanto desiderabile necessaria Questo argomento parte basato sulle
implicazioni funzionali teoria spiega vantaggi svantaggi un’unificazione termini trade-off un’area valutaria
trovano luogo fronte simmetria flessibilità riferisce muovono produzione salari prezzi salariale mobilità
interregionale internazionale lavoro determinano capacità 1 / 5 aggiustamento paese caso shock asimmetrici Meno
rende più flessibilità: paesi c’è poca allora occorre maggiore interno vantaggiosa C’è altro trade-off: possono
assorbiti trasferimenti fiscali riduce Dal 2008 imparato modo tradizionale vengono presentati questi nei manuali
sufficiente per comprendere dell’Eurozona instabile fragile causa difetti disegno originario prevedeva né Bancaria
Banca Centrale pronta ad agire prestatore ultima istanza aggiunge l’Eurozona funzione stabilizzazione fiscale In
realtà certa sono indispensabili essenziali sistemiche: tempi trattata molto generale Presidenti; pone complesse
tecniche possibili diverse soluzioni E’ dunque urgente precisare idea sappiamo forze mercato sole producono
disciplina all’interno L’UEM “mano visibile” persegua particolare rispetto aumenti Inoltre necessitano istituzioni
assicurino coordinamento aumenti: deve efficace Naturalmente equivale affermare allontanarsi dalle attuali Six-Pack
Procedure Squilibrio Macroeconomico tentativi deliberati rafforzamento rappresentata dai policy maker europei
L’allontanamento dalla pratica corrente posto un’enfasi unilaterale sull’aggiustamento negli sperimentano deficit
surplus richiedere organizzata comune riferimento esempio “regola aurea” colleghi nazionale produttività Un secondo
allontanamento nasce dal riconoscimento risultati positivi ottenuti contrattazione coordinata Invece incoraggiare
decentralizzazione facilitare contiene collegata rivitalizzare collettiva; infatti esso propone sistema nell’area
euro “autorità competitività” indica Belgio buona dà “guardiano” belga competitività integrato collettiva derivi
sua autorità proprio fatto integrante Quindi “buona pratica” estesa integrare queste sistemi Possiamo ora lungo
concettocontenitore: mercati regolamentati meccanismi assorbimento temporanei Kurzarbeit Germania forza qualificata
versatile… costituiscono combinate modi differenti alle preferenze “via alta” quella basata abilità
sull’organizzazione lavoro; bassa” mera deregolamentazione A prima vista pensare varie irrilevanti esse potrebbero
rappresentare modelli funzionalmente equivalenti misura assicurano lavoratori reattività vincoli Ma tutti quei
funzionano ugualmente bene combinazione richiede assicurare Pertanto salariali tema interesse monetaria: lasciata
integralmente vuol raccomandare dettaglio organizzare limite accettabile riguarda dettagli parametri fondamentali
Né scelte socialmente neutrali implicato dall’unificazione impone partecipanti trovare sull’ordine porre
riconosciuto vaga ambigua presente fa uno grado combinare sicurezza Ora sfida rendere operativa compito spetta
Marianne Thyssen commissario all’occupazione affari Integrazione regolazione nell’UE-28: ‘balancing act’ Alcuni
favore un’attiva riguardano l’intera solo l’eurozona Secondo ben noto assenza armonizzazione spinge avanzati
ridimensionare proprie passato temuto social dumping vasta scala concretamente manifestato oggi nell’UE allargata
frequenti condizioni gravemente illegali casi sfruttamento; ciò reso possibile lacune nell’applicazione misure
protezione ridotta eterogenee Una condizione cruciale l’opinione pubblica europea accetti migrazioni ultime
rientrino ordine regolato perciò minaccino saliente possibilità salario minimo contesto libertà movimento servizi
Riconciliare quattro lato coesione interna relazioni industriali dall’altro complessa impossibile “balancing act”
dimostrano concreti suggerimenti contenuti Friends of Europe (Unequal Recommendations for more caring EU Final
report the HighLevel Group on ‘Social Union’ Brussels Spring realizzabile principi economici Sia l’apertura (a
certe condizioni) richiedono solidarietà conciliare tipologie nozione condivisa Dunque due concezioni Europa: pan-
europea concezione pan-Europea convergenza verso l’alto diritto ciascuno migliorare vita lavorando membro diverso
quello nati; pazienti beneficiare cure mediche residenza… assicurazioni redistribuzione reddito bilanciamento
diritti obblighi definiscono dualità intrinsecamente sfaccettata negare implicare panEuropea certamente implica
Tuttavia legittimazione dipende evitare negativo gioco somma zero altre parole circolo virtuoso crescente pan-
europeo Sostenere obiettivo rivedere fin Trattato Roma 1957: 3 raggiungimento economico (attraverso state)
dell’Unione) hanno assunto po’ ottimisticamente essi potesse realizzata attraverso cooperazione sovra-nazionale
grazie qualche specifico strumento diretto accrescere tenore sviluppati (che condotto territoriale) L’integrazione
doveva sostenuto crescita l’alto; dovevano restare prerogativa redistribuire frutti successivi allargamenti
l’unificazione esigente vedono “la dinamica l’alto” associata l’allargamento altri considerato Allo stesso tempo
precedenza considerate inaccessibili Negli ultimi anni nell’Eurozona avuta opposto: divergenza Squilibri eccessivi
minacciano squilibri Rischiamo prigionieri trappola: cresce terribilmente diventa sempre difficile realizzare
anziché vizioso L’investimento sociale: imperativo Come creare alimenti crescenti? Nel (cioè pan-europea)
presuppone capitale umano visto determinante fondamentale prosperità Dai test PISA dell’OCSE risulta un’enorme
differenza nell’investimento giovani oggi: Romania Bulgaria Grecia Slovacchia punteggi medio-bassi; Portogallo
Italia Spagna medi; Finlandia Irlanda Paesi Bassi Estonia Polonia relativamente alti Questi mettono evidenza
istruzione dell’area meridionale l’enorme tutta misurarsi stata raccolta: l’agenda Europa 2020 individua riduzione
numero coloro abbandonano precocemente scuola quantitativi raggiungere Commissione sviluppato un’ampia agenda
sull’istruzione formazione eccellenti raccomandazioni sulla modernizzazione scolastici formativi riceve attenzione
livelli decisione momento definizione priorità bilancio 2012 spesa l’istruzione reali era bassa precedenti 14
grande Misurare qualità facile sembra davvero improbabile possa disinveste successo congegnata complementarità “lo
umano” l’apprendistato “protezione tradizionali strumenti (sussidi monetari sanità) (in minimi) Sulla Vandenbroucke
Hemerijck Palier (The Needs Social Investment Pact OSE Paper Series Opinion paper No May Brussels: European
Observatory 2011) proposto “Social Pact” Package” lanciato febbraio 2013 presenta simili fornisce l’orientamento
avviso Ovviamente “Package” patto: quest’ultimo richiesta reciprocità dovrebbero 4 impegnare rispondono
investimento sforzi difficili sostenuti mancare soprattutto quando necessarie riforme attuare Purtroppo drammatica
spese mostra siamo lontani orientamento Sorprende l’investimento praticamente assente Presidenti: passaggio
un’istruzione adeguata cura bambini neanche menzionata seria lacuna costruzione democratica Unione qui delineata
precondizione costruire Sociale: forte percezione dello corollario presenza reale governi eletti democraticamente
inevitabilmente Le negoziazioni protraggono scrivere note illustrano quanto democrazie compromesso spirito
Un’unione democrazie; conservassero propria sui comunque accordo sugli comuni dell’unione ripartizione oneri
concordati comportano “mettere comune” ambiti specifici Siamo sottovalutata problema principale rappresentato
“deficit democratico” europee comuni” Powered by TCPDF (www tcpdf org)

A European Social Union: Unduly Idealistic or Inevitable?

Download fulltext
232a

A European Social Union: Unduly Idealistic or Inevitable? Frank Vandenbroucke ABSTRACT This article summarises a lecture delivered at the EIB on 5 March 2015 idea of Union The main argument is that basic consensus social model has become an existential necessity for EU must be reached respective roles institutions and national governments in policy general objectives standards Greek crisis which not resolved moment writing highlights complexity challenge but also its urgency To illustrate potential such reference made to report published by think tank Friends Europe ‘Unequal Europe: Recommendations more caring EU’ Reference some elements recent ‘Towards Economic – Convergence Prosperity Cohesion’ Presidents five major Institutions known as Five Presidents’ Report shows growing awareness need incorporate dimension our thinking future However underestimates education agenda confronts Finally it argued drama illustrates first foremost ‘deficit common purpose’ rather than democratic deficit sense purpose notably with regard essential Eurozone survive * Professor Katholieke Universiteit Leuven 2 founding fathers project were convinced economic integration would contribute development prosperous welfare states leaving concerns essentially level History proven them wrong least until mid-2000s experience forces us reconsider question: how can successful union flourishing states? It obviously necessary restore growth this short-term cannot isolated from imperative develop concept i e should state itself restoring sovereignty Member States strictly confining role monetary call heard option unless we are ready trade illusions Hence coherent conception even if may like expression core summarized follows: support systemic their key functions; guide substantive indicating ways means implement left due respect different historical legacies ‘social union’ does refer separate pillar added existing pillars aims clarify what point One could say describes contract’ needs between citizens Rather focusing terminology contribution about political communication let alone marketing my aim here focus Although sound unduly idealistic not: allows piecemeal progress often characterizes politics I will relate Completing Europe’s Monetary now been 1 discuss globo only show serve benchmark direction take incomplete so conceived desirable partly based functional implications Well-known theory explains benefits drawbacks unification terms trade-offs Members currency area confronted trade-off symmetry flexibility Symmetry refers movements was drafted Institutions: commission Council Central Bank Eurogroup Parliament 3 output wages prices Flexibility relates wage interregional international labour mobility determine country’s internal adjustment capacity case asymmetric shock Less necessitates flexibility: less there countries single – g productivity greater required adaptability order beneficial In traditional textbook analysis ‘adaptability’ understood mainly and/or There second trade-off: shocks absorbed through fiscal transfers member then reduced Obviously they permanent temporary reversible require readiness organise solidarity among members Since 2008 have learned description these insufficient understand Design failures EMU unstable fragile: lacked both banking central bank lender last resort President’s adds Euro stabilisation function Indeed indispensable one functions stabilization times implies way other remains very generic Admittedly raises complex technical questions options pursued therefore urgent Fundamentally completion (which issues mutual insurance) organization kind insurance against adverse circumstances) signals acute organize requires trust Solidarity basis rational most individuals engage do each sufficiently quality fabric deliver competitiveness public finances What since exposure market produced discipline On contrary implemented invited ‘lack discipline’ We witnessed divergence convergence lead visible hand pursues increases Moreover coordinate increases: effective note arguing mark departure current principles practice Six-Pack Macroeconomic Imbalance Procedure2 deliberate attempts strengthen set legislative measures bundled into ‘six pack’ regulations introduced 2010-2011 introduce macroeconomic surveillance Procedure part Six-Pack; specific mechanism identify risks early 4 makers But put one-sided emphasis account deficits addressed surpluses organized instead around instance ‘golden rule’ linking acknowledge positive results come coordinated bargaining within Instead encouraging decentralization collective steps encourage facilitate coordination tables proposal linked revamp systems bargaining: proposes system ‘Competitiveness Authorities’ thereby referring Belgium example good happens Belgian watchdog embedded derives authority precisely being parcel ‘good practice’ broadened embedding authorities Bearing mind observations importance across return long-term catch-all concept: includes regulated markets absorbing mechanisms Kurzarbeit Germany3 highly skilled versatile force All features provide achieve combined according preferences For ‘high road’ skills work opposed ‘low mere deregulation At sight might irrelevant various arrangements adopted sustainable union: seen functionally equivalent models long yield workers responsiveness constraints all regulation equally well National much policies matter concern choice relegated totally domain That mean counsel detail limit diversity accommodated details fundamental parameters Neither nor socially neutral choices implied upon participating proposals remain vague timid recognition fact ‘standards prevent emergence harmful imbalances correct already place makes possible German firms reduction activity diminish regular working hours (instead firing them) compensation paid security markets’ combine make operational Here important homework Marianne Thyssen Commissioner Employment Affairs Integration EU28: ‘balancing act’ Some arguments favour active apply whole well-known holds without harmonisation induces downward pressure advanced past spectre large-scale dumping never materialized today’s enlarged blatant cases illegal conditions exploitation occur resulting interplay gaps domestic implementation employment protection legal absence heterogeneous group crucial condition opinion accept migration fit order; undermine Whether minimum protected context free movement services salient Reconciling four freedoms cohesion industrial relations insurmountable feasible: Unequal suggests practical initiatives balancing act just Both openness (under certain conditions) types shared notion foregoing discussion two perspectives pan-European upward scale needed sustain rights improve own lives State nationals; patients benefit under medical care residence income redistribution balance obligations dual perspective inherently multifaceted no denying imply certainly short term legitimacy depends avoid negative words zero-sum game yet virtuous circle Sustaining primary objective As revisit goals Treaty Rome 1957: simultaneous pursuit 6 (through gradual states) Union) optimistically assumed supranational cooperation together instruments raising standard living later brought EU’s ‘economic territorial’ policy) boost create convergence; redistribute fruits while remaining prerogative Consecutive enlargements demanding ‘the dynamics convergence’ associated enlargement others same time forms far no-go Over few years displayed exact opposite scenario convergence: increasing Excessive threaten excessive risk caught trap: badly when becoming difficult vicious cycle investment How whereby enhanced? (i cohesion) presupposes human capital driver prosperity ECB (2015) mentioned investing pursue OECD PISA tests indeed huge disparity youth weak average scores Romania Bulgaria Greece Slovakia; mediocre Portugal Italy Spain number countries; relatively high Finland Ireland Netherlands Estonia Germany Poland particular Southern compared recognises challenge: 2020 singles out school-leavers headline targets Commission developed comprehensive training issued excellent recommendations modernization educational carry sufficient weight highest levels decision-making setting budget priorities Real expenditure lower 2013 before 10 including those spending measured simplistic education; seems hard significantly disinvesting 7 Figure 1: worrying displays data evolution real black bars compare country over 2006-2008 (deflated GDP deflator): 25 review decline 29% Hungary 18% 16% Latvia 15% 14% Meanwhile significant increase 10% Denmark Czech Republic Luxemburg Slovakia (always comparing 2006- 2008) demography plays role: grey demographic change calculating per inhabitant younger 19 old Per young diminished ‘only’ 12% Hungary; contrast 21% effort spectacular taking With generating further Data retrieved Eurostat website; author’s calculations Successful well-designed complementarity ‘developing capital’ activation ‘protecting (cash health care) (notably wages) Based Hemerijck Palier (2011) called EU-wide ‘Social Investment Pact’ Package launched February presents similar thus provides orientation ‘package’ ‘pact’ pact underscores reciprocity required: -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% United Kingdom Slovenia Lithuania France Sweden Austria Luxembourg vs 2006-08 Spending % demogr adj 8 committed respond Simultaneously efforts –notably experiencing budgetary problems supported tangible When reforms reform Alas dramatic earlier removed today Surprisingly useful unifying barely Report: adequate passing child gap construction clear-cut outlined precondition: build stronger corollary amongst democratically elected inevitably protracted negotiations going extremely find compromise democracies spirit democracies; maintain agree burden sharing commonly agreed extent domains pooled constitutes underestimated clearly rethink institutions: organizes management invites polarisation escalation More processes go contention problem ‘democratic deficit’ Institutions; References F B Needs Pact OSE Paper Series Opinion paper No May Brussels: Observatory From muddling Marin (ed ) Future Welfare Global Ashgate: Aldershot UK pp 433 464 (downloadable version Euroforum Policy www kuleuven be/euroforum) Final HighLevel Group Union’ Brussels Spring J -Cl Juncker close D Tusk Dijsselbloem M Draghi Schultz June euro area: evidence Bulletin Issue 30-45

Soevereiniteit, solidariteit en democratie in Europa: de linkse puzzel

Download fulltext
233

Soevereiniteit, solidariteit en democratie in Europa: de linkse puzzel
Frank Vandenbroucke bekleedt de leerstoel Joop den Uyl aan de UvA en is hoogleraar aan de
KULeuven (*)
(Gepubliceerd in S & D, Jaargang 72, Nummer 4, Augustus 2015, pp. 18-21.)
Abstract
In deze bijdrage vat ik de problemen samen waar de linkerzijde in Europa voor staat, in het licht van
de Griekse crisis, op basis van drie met elkaar verbonden uitdagingen: de eurozone kan op termijn
alleen overleven als er een grotere bereidheid is om solidariteit te organiseren; deling van
soevereiniteit is daarbij onvermijdelijk; intergouvernementeel crisismanagement vormt een wankele
basis vormt voor het organiseren van solidariteit, waarbij technocraten bovendien steeds meer op
het voorplan komen. Gedeelde soevereiniteit en risicospreiding moeten op termijn structureel
ingebouwd worden in het Europese project, op basis van een consensus over de grondslagen van het
Europese sociale model.
2
Inleiding: Op het nippertje kwam er dan toch een akkoord tussen Griekenland en de eurogroep. De
crisis lijkt daardoor voorlopig afgewend. Voorlopig, want de dieperliggende oorzaken zijn allerminst
weggenomen. Zolang er geen deling van soevereiniteit is en de solidaire risicospreiding uitblijft,
modderen we door.
De Griekse kwestie hield Europa tijdens de voorbije maanden in de greep. Het beeld was daarbij
regelmatig, Dijsselbloem versus Tsipras, of hoe de technocratie de democratie ten gronde richt.
Steevast ging het dan ook over de onmacht van de Europese sociaaldemocratie. Maar klaagzangen
daarover verhinderen inzicht in het Europese probleem van de linkerzijde. Ze bieden dus ook geen
uitzicht op een oplossing. Zoals Joop den Uyl vroeger zei: geen uitzicht zonder inzicht. De escalatie de
voorbije maanden is het resultaat van een structuurprobleem in de eurozone. Dat structuurprobleem
is geen excuus voor manke economische recepten (zoals een eenzijdig bezuinigingsbeleid) of
politieke noodgrepen (zoals het plots afkondigen van een referendum), maar het verklaart waarom
de eurozone zo vatbaar is voor de noodlottige escalatie die we gezien hebben, en waarom er geen
rationeel debat over de toe te passen recepten ontstaat. Zeer kort samengevat, schiet de eurozone
tekort met betrekking tot het delen van soevereiniteit en van risico’s.
Solidariteit organiseren
In de jaren voor de crisis zagen we, in casu tussen Griekenland en de kernlanden van de Eurozone,
een scherpe divergentie in sociaaleconomische ontwikkelingen. Deze ontwikkeling was niet
houdbaar maar er werd niet tegen opgetreden. Los van de vraag hoe best opgetreden wordt bij
divergentie (het antwoord is: symmetrisch, met een spreiding van de aanpassingslasti
), weten we dat
effectief optreden een inperking van de nationale soevereiniteit veronderstelt. Daar ligt het eerste
knelpunt. Nu kun je tijdelijke uiteenlopende ontwikkelingen nooit helemaal vermijden; onvoorziene
crisissen kunnen bepaalde landen sterker treffen dan andere. Daarom zijn ook mechanismen nodig
om economische en financiële risico’s te delen in de eurozone. Risico’s delen betekent solidariteit
organiseren. Daar ligt het tweede knelpunt.
In de mate dat er tijdens de voorbije jaren solidariteit tot stand kwam, was ze het resultaat van
moeizame onderhandelingen tussen regeringsleiders; solidariteit zat niet als een automatisme
ingebakken in het Europese systeem. Tijdens de voorbije jaren zijn voorstellen op tafel gelegd
waarbij risicodeling een veralgemeend of zelfs automatisch karakter krijgt: een begroting voor de
Eurozone die steun biedt aan landen in economische moeilijkheden; euro-obligaties (dat betekent
dat risicodeling ontstaat m.b.t. de rente op een deel van de overheidsobligaties), een Europese
werkloosheidsverzekering (risicodeling voor een deel van de werkloosheidsuitgaven). Op al deze
voorstellen is wel wat aan te merken; wat theoretisch prima lijkt, is in de praktijk soms zeer complex.
Eerder dan om afgewerkte voorstellen, gaat het om een onderzoekagenda. Maar we moeten deze
agenda wel ernstig nemen: in vergelijking met het permanente crisismanagement van vandaag
zouden automatische mechanismen superieur zijn, omdat ze een verstandige wederkerigheid in
solidariteit kunnen verankeren. En toch stuiten dergelijke ideeën op diepe argwaan: de Europese
landen vertrouwen elkaar niet, wat betreft de kwaliteit van hun sociaaleconomisch bestel. Het is
zoals met mensen die elkaar niet vertrouwen: die sluiten niet gemakkelijk een onderlinge verzekering
af, hoe rationeel dat ook zou zijn.
Het is een bekende patstelling, die in het bijzonder weegt op de Duits-Franse as: de pro-Europese
krachten in Duitsland (type Schaüble) zijn gewonnen voor het delen van soevereiniteit, maar staan
3
huiverachtig tegenover het delen van risico’s. De Fransen zijn gewonnen voor het delen van risico’s,
maar stonden tot nu toe huiverachtig tegenover het delen van soevereiniteit. Daardoor komt een
politieke unie, waarin soevereiniteit en risico’s gedeeld worden, niet tot stand. Het gevolg is een
aaneenschakeling van crisissen die de anti-Europese krachten overal voedt. Voor de
sociaaldemocratie is deze vicieuze cirkel bijzonder bedreigend: ondanks alle tekorten van het
Europese project, heeft ze veel te verliezen bij een desintegratie van de Europese Unie. Het gaat niet
alleen om economische welvaart, maar ook om wetgeving tegen discriminatie, nitraat-, vogel- en
andere milieurichtlijnen; veilig voedsel en consumentenbescherming; veiligheid op het werk. De Unie
is in de ban van liberale economische recepten; maar als minister was ik vaak maar al te blij met de
Unie als bondgenoot tegen conservatieve lobby’s in Vlaanderen, bijvoorbeeld inzake milieu. Los van
deze overwegingen, die de lezer misschien te pragmatisch zal vinden: we willen het denken over de
toekomst van de EU toch niet in de handen leggen van mensen als Cameron of Le Pen? De vraag is
dus: waarom lijken de sociaaldemocraten verlamd, in het zicht van zo’n duidelijke bedreiging? Zijn ze
gewoon dom? Of principeloos? Was het maar zo simpel… De oorzaken zitten dieper, hebben te
maken met tactische maar ook meer fundamentele dilemma’s.
Gelijk oversteken
Het electorale gevecht is een nationaal gevecht, ingaan tegen de grondstroom in eigen land een
risico: dat Duitse en Nederlandse sociaaldemocraten posities nemen vanuit het ‘Duitse’ en
‘Nederlandse’ perspectief, kan in Vlaanderen en elders ergeren maar is niet verrassend. Op de
achtergrond daarvan schuilt een nog fundamenteler dilemma, met name voor sociaaldemocraten:
nationale soevereiniteit wordt gezien als garantie voor een solidariteit die men kent en veelal
waardeert. Nationale soevereiniteit staat voor ‘gemeenschapsafbakening’, om het in Elchardus’
woorden te stellen. Het is geen toeval dat Scandinavische sociaaldemocraten niet willen inboeten op
nationale soevereiniteit, zeker niet wat het sociale betreft.
En toch is een terugkeer naar de oude, vertrouwde wereld van soevereine nationale welvaartsstaten
een illusie, en een afbrokkeling van de eurozone bovendien een reusachtig risico. Hoe raken we
vooruit? Europese sociaaldemocraten moeten samen bepleiten dat inzake soevereiniteit en
risicodeling ‘gelijk oversteken’ aan de orde is: deling van soevereiniteit en solidaire risicospreiding
zijn beide nodig. Het alternatief is een herhaling van crisissen die telkens opnieuw kunnen escaleren.
Dat pleidooi is niet gewonnen in het Europa van vandaag, maar het is het enige pleidooi met uitzicht
op resultaat. Het is echter ondenkbaar – niet alleen onwenselijk, maar in de praktijk ook onrealistisch
– dat soevereiniteit en risico’s gedeeld worden zonder een minimale eensgezindheid over de aard
van het Europese sociale model, dat wil zeggen over de taak van moderne welvaartsstaten.
Soevereiniteit moet gedeeld worden in een Europese Sociale Unie, met een gemeenschappelijke
oriëntatie op afgesproken, realistische sociale doelstellingen en standaarden. Deling van
soevereiniteit betekent niet dat Europa de nationale welvaartsstaten ‘overneemt’: een Europese
Sociale Unie is een unie van welvaartsstaten, die het nationale beleid oriënteert en ondersteunt,
maar is geen Europese welvaartsstaat.ii Dat is de linkse puzzel: hij is complex, maar niet onoplosbaar.
De puzzelstukken moeten stap voor stap in elkaar worden gepast. Het alternatief is het geleidelijke
einde en het wegkwijnen in de irrelevantie van de sociaaldemocratie als Europese stroming.
Democratie versus technocratie
4
Het democratische vraagstuk is een deel van de puzzel. Ruud Koole beschrijft het treffend in een
recente bijdrage in S&D.
iii Zijn stelling luidt dat het bij de Griekse kwestie gaat om méér dan
meningsverschillen over bezuinigingen, terugbetalingen en hervormingen: “Achter deze Griekse
tragedie schuilt een groeiende spanning tussen de verscherpte democratische norm dat burgers
invloed moeten hebben op overheidsbeleid en de bestuurspraktijk waarin besluiten steeds vaker op
technocratische gronden en zonder duidelijk kiezersmandaat worden genomen.” De klemtoon die
Mark Elchardus legt op ‘gemeenschapsafbakening’ gaat ten gronde ook over méér dan het
beschermen van nationale solidariteit: het gaat voor Elchardus vooral om het behoud van de
democratie, van de mogelijkheid dat een historisch gegroeide gemeenschap de eigen waarden en
voorkeuren op een democratische wijze vertaalt in sociale arrangementen en instellingen.iv
Zoals Koole zelf aangeeft, is de spanning tussen ‘vertegenwoordigende politiek’ en
‘verantwoordelijke politiek’ niet meer weg te denken. Zodra solidariteit tussen landen vastgelegd
moet worden in duurzame afspraken, ontstaat deze spanning. (Op het gevaar af dat ik het argument
al te simpel maak: als de Europese Unie niet zou bestaan om die spanning op scherp te stellen, dan
zullen internationale milieu- en klimaatafspraken daar ooit wel voor zorgen.) Koole heeft gelijk dat de
balans zoek is in het Europese crisisbeleid: ‘technocratische tucht’ neemt het daardoor te veel over
van ‘democratische tucht’. Het probleem erkennen is belangrijk, maar biedt op zich nog geen
oplossing: als we de ‘vertegenwoordigende rol’ van Tsipras meer willen respecteren, dan moeten we
de ‘vertegenwoordigende rol’ van Merkel evenzeer respecteren. De vraag is dus hoe we met deze
onvermijdelijke spanning omgaan.
In deze bijdrage is mijn stelling dat intergouvernementeel crisismanagement een wankele basis
vormt voor het organiseren van solidariteit en de spanning tussen vertegenwoordigende politiek en
verantwoordelijke politiek daardoor alleen maar groter maakt, waardoor technocraten bovendien
steeds meer op het voorplan komen.
v Gedeelde soevereiniteit en risicospreiding moeten op termijn
structureel ingebouwd worden in het Europese project, op basis van een consensus over de
grondslagen van het Europese sociale model. Dergelijke basisconsensus moet een sterke
democratische legitimering krijgen, in het Europese parlement en in de nationale parlementen. Het
democratische vraagstuk kan dus niet los gezien worden van de andere stukken van de puzzel. Het is
ook niet oplosbaar op zichzelf, los van de andere puzzelstukken.
Een uitdaging voor de Nederlandse sociaaldemocratie
Nederlandse sociaaldemocraten spelen de komende maanden een niet onbelangrijke rol, met
Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep, Timmermans als vicevoorzitter van de Commissie, en
een Nederlands EU-voorzitterschap in 2016. Vooreerst moeten de onderhandelingen tussen
Griekenland en de eurogroep tot een goed einde gebracht worden; men kan alleen maar hopen dat
economische redelijkheid het haalt van politieke symboliek, bijvoorbeeld wanneer het gaat over de
verlichting van de feitelijke schuldenlast.vi Vervolgens kan het Nederlandse voorzitterschap focussen
op het meer fundamentele debat: over welk sociaal model kunnen de Europese lidstaten met elkaar
een consensus vinden, en hoe past solidariteit daarin? Dit debat hoeft niet te vertrekken van een wit
blad. De agenda van Lodewijk Asscher m.b.t. sociale dumping en fraude in grensoverschrijdend
verkeer past hier perfect in, maar ze moet wel verbreed worden. De Europese Commissie Juncker
creëerde ter zake verwachtingen. De christendemocraat Juncker zelf omschreef zijn Commissie als
‘de laatste kans’; zij zou de Unie een sociaal gelaat geven. Als die mooie verklaringen niet ingevuld
5
worden met een werkprogramma komt de ontgoocheling als een boemerang terug. Met name in het
gezicht van de sociaaldemocraten.
In de Europese politiek moet je geen ‘big bang’ verwachten. Het gaat om puzzelstukken die stap voor
stap in elkaar moeten gepast worden. Voor de sociaaldemocratie is dit intussen een existentiële
kwestie geworden. Slagen we hier niet in, dan worden we irrelevant als Europese stroming. Precies
omdat onze situatie zo precair is, moeten we proberen te begrijpen wat structureel fout loopt, en
bruggen bouwen. En dus intussen noch Tsipras, noch Dijsselbloem aan de schandpaal nagelen.
(*) Deze bijdrage is een bewerking van een opinie in De Morgen van 29 juli 2015, met dank aan
Stavros Kanakaris, Chris Luigjes, Frank Roels, Hendrik Vos, Mark Elchardus voor reacties en kritieken
daarop.
Dat betekent, bijvoorbeeld, dat bij uiteenlopende competitiviteit ook de landen die grote overschotten
hebben op hun lopende rekening actie moeten ondernemen.
ii Frank Vandenbroucke, The Case of a European Social Union. From Muddling Through to a Sense of Common
Purpose, in Marin, B. (Ed.), The Future of Welfare in a Global Europe, Ashgate: Aldershot UK, te verschijnen in
2015, pp. 433-464.
iii Ruud Koole, ‘Griekenland, Europa en de legitimatie van politiek’, S&D, Jaargang 72, Nummer 72, April
2015,pp. 18-28.
iv Gebaseerd op persoonlijke communicatie met Mark Elchardus.
v
Cf. Habermas’ kritiek op het feit dat de politiek van de Duitse regering zich verschuilt achter technocratische
instellingen in ‘Warum Merkels Griechenland-Politik ein Fehler ist’ (Süddeutsche Zeitung, 22 juni 2015)
vi De Duitse econoom Sebastian Dullien beschrijft goed hoe men, mits een redelijke opstelling, de analyse van
het IMF over de onhoudbaarheid van de Griekse schuld kan verzoenen met het akkoord met Griekenland van
13 juli (‘How to turn the Greek Deal into a Success’, Intereconomics 2015/4).

Social inequalities in Europe – The challenge of convergence and cohesion

Download fulltext
239

Vision Europe Summit Redesigning European welfare states – Ways forward Contents 5 Boxes Figures and Tables 7 Preface 10 The state in Visions for reform 12 Executive summary 1 Introduction 14 2 What is the state? 17 3 Evolving models of 23 4 Drivers change 26 Dilemmas 31 6 strategies achieving them 34 About authors 35 Acknowledgements References 36 Social inequalities challenge convergence cohesion 38 40 A approach to social inequalities: Two perspectives on solidarity 41 Convergence well-being equality: How define a ‘Social Triple A’ Europe? 43 Median incomes relative income poverty 45 Income pensions non-pension transfers 49 Work-poor work-rich households EU changing nature employment 54 human capital divide 59 8 Health healthcare environment 67 9 ‘Dual-use’ policy packages role 70 Solidarity mutual trust 72 11 Envoi 73 74 75 growing intergenerational 78 emergence an 80 Key drivers 84 forward: Policy measures address 92 95 96 Governing beyond Solutions complex world uncertain future 98 100 Purpose paper: From reactive proactive governance 103 Developing capacities strategic agile 105 Adopting phenomena-based human-centric policies 110 Strengthening democratic base 115 Renewing provision 120 towards legitimate agenda 125 Synthesis discussion 130 133 134 135 Appendix: become more Advice decision-makers 138 Imprint 142 Box | do governments distribute benefits? 19 ‘Worlds’ capitalism 24 Figure Global protection expenditure aggregates 2012 or latest (% total) GDP per capita selected countries US$ 15 benefits all functions (expenditure as % GDP) 20 Expenditure (PPS basis 2012) 21 by function 1993–2012) receipts type total 22 Labour force participation rate (female–male ratio) Germany 29 Change real median percentage point (with floating threshold) SILC 2008–SILC 2013 At-risk-of-poverty (anchored time) 47 non-elderly population Poverty reduction (percentage points): compared average 2005–2007 51 risks work intensity EU-27 (%) Development formal education attainments 60 Developments early childhood care 61 skills 62 Skills dispersion 63 Distribution adult across 64 worrying divergence public spending 65 environmental quality 68 Table Structure below years household work-intensity 55 An overview Italy’s 2011 pension 86 Musgrave rule benefit ratio 89 Material deprivation Union population) Unemployment age group active respective cohort) 81 Young people not training aged 20–24 cohort Percentage changes material (2007–2013 83 Population EU28 2014 projections 2040 88 All 2007–2060 2013–2060 91 young old 82 Government (group) 2008 85 General government expenditures composition from Projected ratios 90 governance? 104 Governance nutshell 106 Leadership sustainable economic Finland 108 main phases components policy-making 111 Examples innovations 117 collaborative 123 Initiative Benefit Scheme 126 Quality services according poll conducted eight (share responses %) 113 Activating security systems 122 127 Country codes AT Austria AU Australia BE Belgium BG Bulgaria CA Canada CY Cyprus CZ Czech Republic DE DK Denmark EE Estonia EL Greece ES Spain FI FR France HR Croatia HU Hungary IE Ireland IT Italy JP Japan KR South Korea LT Lithuania LU Luxembourg LV Latvia MT Malta NL Netherlands NO Norway PL Poland PT Portugal RO Romania SE Sweden SI Slovenia SK Slovakia UK United Kingdom US States developed but that should play remains open question particularly most aspects are likely remain national prerogatives This publication suggests ways level order ensure which able fulfill their core citizens Throughout year experts seven think tanks foundations collaborated working groups chaired Eeva Hellström Mikko Kosonen (The Finnish Innovation Fund Sitra) Frank Vandenbroucke (Jacques Delors Institute) Guntram Wolff (Bruegel) Each focused one specific aspect reforms whilst Iain Begg (Chatham House) outlined overall challenges introductory chapter reflects process: Four chapters diverse methodology focus with common aim contribute Our intention provoke debate There no single neither content process Every system has different using means first outlines background general following three these suggest options: On equality (chapter 2) distribution contributions generations 3) finally processes behind decisions 4) In January 2015 leading joined forces form consortium created some pressing facing Through research publications annual summit we be forum source recommendations improve at both foster appropriate integration convening organizations are: Bertelsmann Stiftung (Gütersloh) Bruegel (Brussels) Calouste Gulbenkian Foundation (Lisbon) Chatham House (London) Compagnia di San Paolo (Turin) Jacques Institute (Paris) Sitra (Helsinki) this conveners chose explore For many heart what it values underpin deeply embedded societies Compared rest unites stronger than separates Yet face If they competitive assets have reformed By analyzing history outlining current “The reforms” highlights why topic was selected: financial crisis accelerated structural problems Governments seize chance implement investing long-term sustainability addition four fruit intense exchange between our papers therefore represent diversity views rather agreed roadmap We see differences strength reflecting approaches methods available makers varied traditions These discussions high-level politicians stakeholders Berlin November I look fruitful Aart De Geus Chairman CEO Gütersloh second “Social Inequalities cohesion” takes comparative perspective highlighting how types inequality increased decreased within member recent ceased machine thus could make engine run again tackle forms third state?” focuses namely It shows had impact toward younger older groups: Relative retirement while families children take even view avenue solution fairness final “Governing future” mechanisms can adapted meet upcoming efficient catalysts oil its fluidity needs enhanced differs preceding ones broader looking just field where innovative structures needed evolving today Fabian Mushövel Robin Niblett • Welfare will also adapt new resulting economies especially patterns They use resources efficiently relevant technological advances without unduly sacrificing key principles such number dilemmas about decisionmaking oversight surround efforts there reasons optimistic model Well-designed promote growth asset norms continent’s perform redistributive protect vulnerable Contrary negative portrayals invest stages lives Pressures finances burden imposes ‘productive’ parts raise questions whether still afford designed 50 ago need recast confront today’s must accommodate extensive societal transformations associated ageing closer global spillover effects climate 13 emerging lower labour costs raising fundamental Europe’s leaders struggled answer include extent state’s responsibility specifically maintain comprehensive fact Merkel’s data somewhat inaccurate EU’s 40% (Figure 1) share nominal 24% (at prices rates making sense unsustainable As German chancellor Angela Merkel fond claiming (EU) accounts roughly 7% world’s 25% over 50% implication only generous comparison provisions elsewhere unaffordable major recasting undeniably range demographic fiscal other pressures exacerbated weak recession since 2008–09 Changing competition Other countries** large economies* ASEAN Latin America OECD minus * Large China Egypt India Nigeria Russia Saudi Arabia Africa Arab Emirates ** exclude American Samoa Andorra Bermuda Cabo Verde Cayman Islands Channel Comoros Curaçao Djibouti Faeroe French Polynesia Gabon Greenland Guam Haiti Isle Man North Kosovo Liberia Liechtenstein Macao Malawi Micronesia Monaco Montenegro New Caledonia Northern Mariana Palau Puerto Rico Congo Marino Serbia Sierra Leone St Martin (Dutch parts) Somalia Sudan Suriname Syria Taiwan Timor-Leste Tonga Turkmenistan Turks Caicos Tuvalu Virgin (US) West Bank Gaza Sources: EUROSTAT (for states); SOCX database non-EU countries); ILOSTAT non-OECD World Data data) Brazil small fraction advanced rise prosperity increases seek strengthen result expected fall simply because accounted already clear example soon steps deal rapidly introducing higher support allowance differing price levels) broadly same Switzerland very slightly gap ‘old’ industrial markets including alternative measurement converting ‘purchasing power standards (reflecting would shares 20% push up corresponding market socx Turkey 16 While something ‘give’ affordability tricky concept linked concern high undermining competitiveness looked if accepted adjustments made Today’s political context adjustment benign wake protracted politics fragmenting less wealthy members Populist parties seen results Parliament elections several then pervasive nor whole prevent globalization further constraining wages widening paper aims lay out scope ahead starts describing Second evolution particular introduces investment Third assesses socio-economic threatens considers potential cope effectively faces Three areas deeper suggested additional series focusing dimensions strategy enabling achieve coming decades central redistribution sustain budgets others capacity deliver by-product interventionist Inevitably outlook influences seeks good lies consensus long held principally private leaving provide those unable health insurance politicized increasingly contested settlement exposed difficulties President Barack Obama faced passing Affordable Care Act prevailing principal providing universal coverage through budget thereby avoiding failures blighted Overall fulfils analytically distinctive (drawing extending Nicholas Barr 2012): ‘Robin Hood’ redistributing various better-off society subject comprise institutions against delivering relief housing reducing exclusion regulations unfair dismissal rights temporary workers evolved time now one-parent isolation old-age pensioners during period when region’s profile solid affordable economy been defined 1950s development each country whereby taken costly poor parallel sought regulate fair One currently reconcile commitments widely supported politically may economically Purposes design ‘welfare state’ eludes concrete definition Its purpose however help often competing dynamics equity democracy Free-market inherent tendency unequally evenly notions (Hay Wincott relation underlying variant Dani Rodrik’s ‘trilemma’ incompatibility nation (Rodrik 2011) his analysis two simultaneously sustained much designing judging pros cons influenced ideology 18 Pension schemes allow individuals redistribute selves secure manner Student loans enable students consume allows claims Child otherwise financially constrained Risk-sharing provides unexpected unacceptable individuals’ living unemployment disability At guard eliminating incentives well-judged offer rewards alike overly discourage search Different modes risk-sharing Actuarial insurance: pool insured losses certain events Benefits actuarial strictly related one’s own systematic rich ‘lucky’ ‘unlucky’ i e who pay never suffer loss pooling principle typically compulsory membership perhaps justified insure Redistribution poor: entail elements paid lower-paid higher-paid ‘piggy bank’ enables themselves hardship spread securely lifetime being element nation’s (harder define) (Hemerijk includes kindergarten primary university out-of-work work-related tax macroeconomic terms serve ‘automatic stabilizers’ disruption individual levels More priorities listed Macro- microeconomic efficiency reacts wherever deviations optimal outcomes uninsurable intervention libertarian Improving aggregate well Consumption smoothing cash smooth consumption Relieving essential objective modern nearly offering minimum guarantee undertaking basic shelter Whether entails elimination alleviation depends factors Reducing vertical (from progressive taxation) horizontal (ensuring similar characteristics family size etc treated equivalently) Addressing normative increasing dignity clients unnecessary stigma Cash entitlements based past payments triggered contingencies (e g ill health) replacement unemployed allowances Non-contributory benefits: any obligation means-testing child countries) assistance: means-tested kind free (either rents issues policy-makers financed delivered assured degree does conform well-functioning (being imperfect information incomplete deny needy) explains relies heavily finance spent almost twice (16 2% (8 8% contrast figures were 9% 1% mode delivery hand varies mostly mixed private) interferes school predominantly publicly Some discerned considering scale mix (Figures 5) partly reflect preferences conditions Per lowest-income clearly noteworthy northern Among headings striking stable outlays appear protected (and indeed increased) Healthcare similarly gently continued increase before after played automatic stabilizing segments occurred despite ‘austerity’ narrative generally hard cut restructure simple reason lose protest loudly leads opt instead conspicuous cuts under pressure Source: 2000 EU- 27 28 2007 EU-15 1993–99 EU-25 2000–04 2005–07 EU-28 2008–12 EU* Disability Survivors Housing Family/children Sickness/healthcare Old 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2009 2010 Purchasing standard (PPS* PPS Euro ‘000s fund delicate issue proportion revenue raised explicit charges consequence taxation difference extreme generates fifth employers whereas times Differences opposed among asking shoulder going albeit jumped rose might jumping denominator fell sharply levied employees 6) Even ‘free need’ flat charge drug prescriptions fees dental With employer person contribution 0 25 (providing ensuring equitably distributed groups) shocks 1970s onwards conjunction rising inflation slowing came known ‘stagflation’ called into orthodoxy sometimes neoliberalism characterized renewed reliance belief smaller sound money (balancing low ) subsequent paradox emerged consistent questioning surprisingly amounts ‘Worlds welfare’ Nevertheless ‘varieties capitalism’ categorized academics best Gøsta Esping-Andersen’s ‘worlds (Esping-Andersen 1990) He identified distinct marked ‘decommodification’ (i outside market) ‘stratification’ class mobility) providers Later fourth Southern ‘world’ added Maurizio Ferrera (1996) (See moot put place course transitions socialism Central Eastern constitute largely constructed present War longer-term accommodations Despite considerable continent reasonable speak easily lack Pascal Lamy referred embodying ‘a way life’ described civilized version globalization’ (EurActiv 2014) features commitment limiting indisputably special status: Britons National Service totemic status; word ‘solidarity’ politics; Nordic set great store broad postwar socioeconomic paradigm component management golden attributes reconciling allowing significantly insecurities (poverty inadequate Full contributed legitimization era explained Alan Milward (2000) seminal book transpired division ‘project’ fostering growth) sets ‘idealtype’ precise description However enduring influence though reality nuanced substantial quarter century Esping-Andersen published belie easy categorization examples show given display regimes part undergone reunification; facilitated Since mid-1990s shift evident Although term interpretations (Vandenbroucke Vleminckx ‘social understood tries adaptability flexibility employability roots activation prominent 1930s notion productive factor became 1990s regarded legitimizing taxpayer resistance cost programmes perceived (however inaccurately) distinguishes ‘capacitating’ interventions compensate require costlier (Morel et al capitalism* Social-democratic/Scandinavian Prevalent Generous earnings Stratification citizenship/social right State provider Characterized public-sector Corporatist/Continental ‘Bismarckian’ Northern-central typified Varying degrees decommodification stratification preserving status Main contributory ties Basic supplemented (pensions Opening jobs earlier Liberal/Anglo-Saxon Minimal decommodification; stigmatizing Seeks demand liberalization wage Mostly comparatively Insider-based Extended unit maintenance Strong favouring full-time Based concepts interesting posed socio-ecological Ageing managed ‘Active’ enhance traditional passive inactive equip decarbonization knowledge workforce required critics correlation ‘Matthew effect’ deriving verse Gospel Matthew Bible states: ‘for whosoever hath him shall he abundance: away hath’ (see Cantillon argue too accrue middleclass childcare favourable treatment wider expressed bodies Anti-Poverty Network putting discriminates dire undermines presents relates arithmetic function: longer unless countervailing action Provision sheltered adds requiring suitably qualified appraising important note distinction fully capitalized funding (through funds flows pensions) pay-as-you-go (which rely taxpayers charges) affect details fundamentally alter falling having dependent around legitimation transparency Immigration mitigate migrants working-age motivated coping would-be crossing Mediterranean illustrate obstacles immigration receptive Moreover instances integrating immigrants tensions problem here blurred boundary trying come refugees fleeing oppressive inhibited rational countering populations elaborate protections threat directions Principal EU-level requirements discipline Dealing recognized generate ill-equipped manage obvious fuel energy But opportunities; targeted (better insulation stock example) reduce carbon emissions ‘sustainability’ germane Demographic starting decline projected 2050 ramifications country’s shrink (depending scenario) 2030 (Dolls oldage dependency (the elderly dependents (Paulus end spectrum steadily (Eurostat 2013) Public debt risen weighted 90% blame attributed bail sectors imprudent lending lead-up sustaining declining significant Given integrated deficits priority driven coordinating cases overcome domestic vested interests Past coordination included criteria established advance Maastricht Treaty determine join currency Stability Growth Pact launch monetary union recently deepened embrace ‘semester’ Commission scrutinizes states’ euro area creation movement goods theory absorbing affecting attracted dynamic regions languishing Globalization governments’ ability arrangements independently expensive frequently funded worker employed mobile race attract foreign relatively find companies moving proportions operations locations inside Similarly restrictions firing minimizing caused lead taking ‘offshore’ Remedies shifting taxes (part attraction taxing ‘bads’ ‘goods’ labour) create unintended consequences poorly instance aggravate damage step Western tension restrictive earn returns Restrictive undermine dividend comes integrate newcomers Instead finding quickly contributing placing burdens Free led enshrined Chapter stipulated EU-wide ranging holidays limits hours someone obliged heard academic argument market-making (referred literature ‘negative integration’) easier regulation aimed curbing excesses (known ‘positive Fritz Scharpf (2010) argued converge liberal substantively obstructs embedding strong dimension Changes structure/societal demands women Germany) calls rethinking malebreadwinner progress shrinking ages unfolds importance Scharpf’s characterization newly draws (1990) Hall Soskice (2001) numbers Middle East posing Local schools hospitals entering evidence immigrants’ suffering agreements portability least intra-EU migration residents advantage opportunities move freely Technology innovation technologies bound Productivity welcomed slow maintaining labour-saving Fears disappear prove misplaced periods transformation winners losers trend service activities grow industry implications lost ‘green’ Both Centre Vocational Training (CEDEFOP) analyses stress ‘transversal’ green job reflected incidence suffered big downturns construction sector retain falls prior espoused ‘flexicurity’ combining flexible fairly favoured criticized anti-worker offers successful application deregulation reunification happened applicable tasks occupation-specific (OECD CEDEFOP surfaced testify attributable preservation stressed (belying ‘hire fire’ image latter) although possible resort precarious ‘Kurzarbeit’ ‘zero hours’ contracts Ratio female male (aged older) engages either actively UN Programme; Indicators Market (7th edition Geneva: International Organization ratio)* 1990 1991 1992 creating ‘non-standard’ averting proved limited (Dustman 2014; Carlin challenged polarization continues healthy high-skilled steady lower-skilled personal hollowing-out middle pattern (Eurofound 2015) highskilled upsurge part-time raises arise everywhere; dealt resolved financing advocate transition investments yield noted above equally sensitive scheme acquire accumulated Upon retiring realized nominally used output shouldered potentially intractable imposing stretched medical breakthroughs obviously news expectations probability vote campaign favours difficult decision-making involve fertility cannot matters next enters Unless paying drawing nevertheless Economic concerns examined mainstays ‘Merkel formula’ producing implies message continuing accept rendering uncompetitive so squeeze years) side story well-designed ‘pie’ determining sliced prompts mediated manifestly recalibration wide-ranging shown necessary economics (2012) critical woolly thinking fails distinguish objectives conjoined idea produced certainly arguments risk-pooling better prime vastly identify bad worse 32 food-banks five ‘giant evils’ William Beveridge 1942 report laid disease squalor ignorance want idleness) endemic summed array watchwords opportunity frailty life-course eradicated diseases tuberculosis polio afflicted Beveridge’s day confronted Obesity lifestyle-related cancers mental age-related dementia contemporary reshaping chronic acute To survivor typical working-life manual breadwinner remained incapacitated Greater mobility gender roles dealing parents fail vectors segmentation ‘outsiders’ supposedly fit link linking prevented excessively Over 10- 20-year horizon solutions easing Increasing effective payable altering balance inactivity (noting dictates worked official account) Early-retirement entrants mistaken response generosity offered Raising boosting latter’s attracting immigrant Investing abroad flow emulating Norway’s massive sovereign wealth dilemma assumptions tenable Longer life expectancy improved emancipation virtual absolute rightly celebrated achievements resulted return mass worst-affected 33 warrant (or eurozone-wide) sort mooted former commissioner László Andor (2014) closed shared viable intensifying economists describe ‘wedge’ becomes difficulty Where wedge half top debilitating effect compounds alongside ought uncontroversial undoubtedly (crucially) technology regard Resistance familiar disruptive mean managing Equally body experimental transformative (one partners project) implemented improving (Doz short- incumbent decisionmakers accelerate adoption posited choices clarified resolve few profound lasted previous cyclical exceptions Greece) richer ever None unaffordability hold short-term imperative restoring contentious public/ dichotomy save spend determined organize actor delegate specialist executive agencies assign employers’ trade unions tradition plainly done break norms: ‘long goodbye Bismarck’ (borrowing phrase Palier 2010) signal ripe rethink fundamentals principle? observes direction Bismarckian go notes introduction safety net defining feature gulf envied Those contemplating overlook abiding strengths arising discussed John Hills affects strata finds receive lifetimes matches Only decile makes (though sizeable) bottom receives (Hills fabric overblown liability Transformation avoided pertinent ask whom how? worth stressing austerity aftermath considerations Certainly fiscally Countries allowed rein proposition false covered (Begg 2005) Critics deals (Laurent Europeans pondering ‘non-social’ acknowledged insufficiently picture man factory woman office hospital Careers evolve sharp Work–life pronounced light reinforce moves apparent entitlement citizenship pessimistic scenario follows mentioned due bias formation impossible entailing retrenchment socialdemocratic (following conceptualization) Choices invites examination provision) met reduced ‘sticky’ resistant shout louder Politicians apprehensive losing shy Anton Hemerijck assessments asserts: ‘both feats mid-twentieth institutional engineering reinvent themselves’ professorial fellow London School Economics Political Science associate Programme His directed participated projects facets senior ‘UK Europe’ initiative extensively journals served co-editor Journal Common Studies frequent contributor international conferences commentator media PhD candidate completed master’s awarded University Giessen obtained 1st Examination Sciences Dr CMG director Before joining vice-president chief operating officer Center Strategic (CSIS) Washington DC During last CSIS Program ‘Initiative Renewed Transatlantic Partnership’ panellist testified occasions Commons Defence Select Committee Foreign Affairs Senate Representatives Committees received BA MPhil DPhil College Oxford like thank respectively helpful input comments draft versions editorial assistance Nick Bouchet Thomas Raines Jake Statham Georgina Wright L 2014: “Basic Countering divergences Monetary Union” Speech Vienna Business Europa Press Release September http://europa eu/rapid/press-release_SPEECH-14-635_ en htm N 2012: 5th ed Oxford: 2005: Rethinking Dimension EU: Costs Non-Social In: Baum-Cesig Faber : Soziales Europa? Perspektiven des Wohlfahrtsstaates im Kontext von Europäisierung und Globalisierung Wiesbaden: VS Verlag für Sozialwissenschaften B 2011: state: Lisbon 21(5): 432–449 W Hassel D Dolvik J E (eds ): Models Crisis Dolls M Doorley K Schneider H Sommer Europe: labor NEUJOBS Working Paper Doz Y Future: Building Agile Dustmann C Fitzenberger Schönberg U SpitzOener Sick Superstar: Germany’s Resurgent Economy Perspectives 28(1): 167–188 G 2010: Foreword Long Goodbye Bismarck: Politics Reform Continental Amsterdam: Amsterdam 1990: Worlds Capitalism Princeton Jersey: EurActiv “Lamy: world” February www euractiv com/eu-elections-2014/pascal-lamy-interviewinterview-533239 Eurofound 2015: Upgrading polarisation? Long-term shifts structure Jobs Monitor Luxembourg: Publications Office EUROPOP http://ec europa eu/ eurostat/data/database?node_code=proj 1996: ‘Southern Model’ 6(1): 17–37 P 2001: Varieties Capitalism: Institutional Foundations Competitiveness Hay Basingstoke Hampshire: Palgrave Macmillan Good Times Bad Times: Myth Them Us Bristol: 2000: Rescue Nation-State 2nd London: Routledge Laurent Le bel avenir de l’État-providence Paris: LLL Morel Palme Towards Investment State? Ideas Policies Challenges Greener 37 Paulus Siegloch S Retirement Age Counter Aging? Evidence EU27 June Rodrik Paradox: Why Markets Democracy Can’t Coexist York: Norton F Asymmetry Integration Economy’ SocioEconomic Review 8(2): 211–250 Disappointing trends: blame? 450–471 founding fathers project prepared Rome optimistically assumed reached supranational cooperation; fruits remaining prerogative matter Hence expect domain regional contextualisation Simultaneously framework virtuous circle pan-European Cohesion deserves supports stimulate develop pursue becoming unequal one-size-fits-all explanation stopped ‘convergence machine’ recorded impressive accession eurozone Within position mutually reinforcing polarisation First work-poor attachment market; experiencing latter started silver bullet inequalities; complementary instruments reconsidered stalemates situation lone UAntwerpen David Rinaldi 39 awareness Union; witness Five Presidents’ Report refugee promotion requires Mutual stake dumping crucial condition opinion regulated order; Reconciling freedoms internal relations insurmountable ‘balancing act’ figure short summarised reconciles openness cohesion; systemic functions; guide substantive indicating Such ‘dual-use’ exist: telling Upward upward Currently affected educational carry sufficient weight setting Real ten badly Obviously greater access success money; words child-centred addresses serves dual pursuing deserve encouragement learn tangible notably budgetary straits ‘solidarity reform’ informs follows: enhanced? section solidarity: panEuropean sketch launched briefly add sections six dig little relate challenge4 wellbeing (health environment) elaborating upon nine positive stability conclusion Vanhercke Friends (2015) Hüttl recapitulate organise worse-off banks’ And tackling adequate combination repeat existing causes refer reader yearly Justice Index quantifies multidimensional justice underscores contexts complement selectively observations consider true analytical emphasises perspectives: See Schraad-Tischler organised boost convergence; essence confined gradual (impressive) anti-discrimination legislation Admittedly piecemeal developments acquis encompasses shifted firmly anchored hindsight interpretation) say understand perspective? wanted give nationals discrimination nationality Gradually patients acquired residence Is founders’ purpose? Their ‘redistributive’ risks; historically mainly opportunities: wanting needing inclusion hot debates Impressive organisations Rather recapitulating said truly purely deemed entertaining ‘domestic’ anachronistic ignores goals parcel 1957: simultaneous pursuit states) Union) believe reconnect ambition reconsider realising cooperation together later brought ‘economic territorial’ policy) (2008); (2011); (2015); Commission’s reports Employment ESDE (2012); (2014); Council (2013); Salverda Oxfam Atkinson 42 far no-go stabilisation Factual distrust threaten erode itself witnessing concomitant Between displayed exact opposite convergence: saps legitimacy risk caught trap: vicious cycle That unification stabilisation) crisis) forcing classic polity initially ‘opportunity structure’ aspiration well-known territory refers obligations indicated did diminish conceived contrary confident actors produce tune propose logical ‘the Model co-existing models; describes interact supposed inherently multifaceted Consecutive enlargements demanding Indeed convergence’ enlargement necessitates characterised So framework: conceptualise discuss space careful thought indicate remainder ‘beyond GDP’ measure long-standing asks question: favour ‘equality opportunity’ outcome’? Philosophical proponents circumstances responsible innate talents) effort valorise philosophical case Roemer Trannoy (2013) robust; superficial meritocratic Jean-Claude Juncker election: “I dedicated triple sense” Strasbourg October Stiglitz (2009); Fleurbaey Blanchet Better Life Initiative; Hämäläinen Suppose sake simplicity assessing inspiration project’s Section income; indicator indicators Broadening assessment (let alone revamp Sections start parameters live benchmark framed (measured level) Space forbids ‘dual’ relating distributive directly only) apply citizens; threshold formulate interpreted pragmatic formulation elaboration leaves cross-country account aggregation giving worst off prong presupposes (in inequality) 44 settle practical seems corresponds histories subsidiarity limit accommodated 2015a b) accountability Traditionally accountable performance Today location straightforward: local municipalities) responsibilities huge one-sided federal governments: ‘active support’ complexity: everything goes wrong terms; stated hide eventual Shared ‘good days’ sovereignty understanding captured usual statistics outcome stark Hungary; family’s individual’s larger build meaning chances regardless initial Also turn activating emphasis ‘here now’ (Hemerijck Finally space’ people; lot traction benchmarks Model: dismissed ‘in retreat’ vis-à-vis straightforward “Higher tends imply ”11 algebraic decomposition Lefranc (2007) ‘inequality product elasticity capture transmission children) parental Would award A? answering ‘outcome’ yardstick: combine EU-SILC [ilc_di03] [ilc_li02] authors’ calculations at-risk-of-poverty 60% conventional Applied ‘at-risk-of-poverty time’ kept constant adjusted at-riskof-poverty combined decrease (increase) unchanged atrisk-of-poverty (decreases): (less) (above) worsens (improves) (decreases) practice mixture scenarios compares ranked left majority 201214 dramatic 3% (an points) 6%) moderately comparison; compare exception axis reduction) 2012;12 threshold; (60% 2007; north-eastern quadrant graph deteriorated south-western north-western experienced drastic worsening Very south-eastern eurozone; span outbreak removed zoom captures incomes; examine ‘median income’ ‘net disposable equivalised registered pertains Incomes (except Ireland: Increases corrected corollary severe ‘absolute’ (it country) dramatically EU15 regressive probably Severe strain enforced inability items: i) rent mortgage utility bills; ii) home heating; iii) expenses; iv) meat proteins regular meals; v) holiday; vi) television; vii) washing machine; viii) car; ix) telephone Notwithstanding (notably Slovakia) heralded analyse non-eurozone discern minor subset [ilc_li22b] Note: (AROP) AROP (threshold 2008) ‘anchored 48 Therefore thresholds GINI-coefficients quintile indispensable medium project;17 Poland) dominated adverse evolutions marginally conflicting signals happens consideration indication experience yardstick statement intuitive comparable past; moreover 1980s 2000s implausible constituting Communities sentence respect diminished 2004–2006 points poverty; changed completely: different: 2004–2006; reveals (on shift) extended (Diris pension-heavy consideration: transfer overload embodied so-called Simplified stabilised target value guided by22 ‘defined ambition’ non-pensioners contribution’ benefit’ unilaterally absent translation simplification (sociodemographic) justify selection policy; judgements ‘leisure-consumption tradeoff’ desirable inform Belgian 2020–2040 proposed thorough Annex presentation ‘point system’; pensioen2040 belgie (Dutch) pension2040 belgique (French) expression ‘guided by’ deliberately vague built keep ‘on course’ (towards ambition) whatever narrowed remarkable reversal sociological trends (such earnership record robust stabiliser’ crisis; patchy hit switch stabilisers (too) forced Keynesian necessarily bad; Economically acted buffer ‘pension heaviness’ observation paragraph ‘elderly’ more; ‘nonelderly’ 2005– reading account; indirect tariffs attention ‘transfers’ cut) commonly ‘poverty transfers’: equal ‘post-transfer rate’ ‘pre-transfer post-transfer observe reality; pre-transfer theoretical counterfactual manipulation eliminated survey cautiously considerably enjoy lesser pensioners; documented realistic hypotheses attainable careers maybe Additional earned necessary; cf [ilc_li10] excluded transfers) (left bars) 2005bis 07 BU 52 mechanism and/or (market) diminishes (Sweden instance) Anglo-Saxon (Ireland UK); (Greece Portugal) heterogeneous; cluster considerable); stabilisation’ deep nonelderly; trajectory Prima facie converging congenial Bénassy-Quéré (1985–2010) encompassing 2013); showing obtain indicates mechanical ‘amount done’ bringing illustrates predicament transfers’ stable; downward Luxemburg); Romania) se ‘good’: decent preferable largescale decreasing fight Diris When posttransfer normal ‘endogenous’ correspond 2004–2006) graphs explain (next instability itself) beginning 53 effectiveness 4; complementarity (Cantillon conclude “a amongst redistribution” discomforting irresistible globalisation mature back systems? convincingly argues nations rank competitiveness; contrary: well-organised score competiveness index (although performs counts broaden historic orientation capacitating panacea; differ (2014: 8) “the tax-and amount along period” subgroups households: Eurostat defines months reference theoretically month) determinant ‘household intensity’ [ilc_li06] cut-off High Medium Low Household (age < 60) yet returning pre-crisis hollowing middle: (but high) ‘very rich’ poor’ explaining play: households; crisis: began ‘employment successes’ converted ‘inclusion homogeneous trajectories comparing Around decade sizable heightened considerably; conversely Using terminology applied instantiates differentiated witnessed ‘work-poor’ (by intensity)28 ‘Work earned; hence confused ‘in-work poverty’ Years 56 apart deliberate constraint adequacy dual-earner determines reach adults household; constellation disincentives wages; insufficient single-adult parent ‘work traps’ alleviate costs’ singles single-income earners child-rearing toolset assigned ‘cost-compensation’ supplements intelligent selectivity utmost driver; reduces phenomenon (Corluy indications influence: tax-and-transfer employment; role: loneparent (say mother holds job) couple partner works employed); zero intensity) segment contractual emphasised increased: accompanied grows 57 direct list assess empirically non-standard discerns links Non-standard ‘stepping stone’ career Many low-skilled penalties slower Households 30 contradictory Voluntary match individuals; Part-time supply fulltime zero-hour system) questions: OECD’s 15–16 underscore correctly heterogeneity ‘glass ceiling’ Apart (potential) glass ceiling 2015; Fundamentally ‘fairness’ compensation work: settings supporting low-wage low-income taxand-transfer Minimum cross-border mobility: fears unwarranted ‘low-wage’ denied enforcement posting advised (statutory collective bargaining) reduction’ floor explored 58 protection; substitutes protecting individuals: act macro-economic ‘investment’ ignore ‘protective’ Traditional important; denying found architecture addressed unique learning (Hellström attractive option; cul-de-sac ‘marginal employment’ mini-jobs contains informative organisation prevalence work; productivity contradiction choice (ESDE Job arrangements; ‘job control’ autonomy highlighted ‘Job drive control autonomy: happenstance emerges following: questioned ‘high road’ quantity count; actually full valorisation Lack ESPN notwithstanding Package (SIP) Recommendation Children (namely Turkey) reported uptake wealthier educated ECEC consist empowering disadvantaged Actual skill attainment PISA scores 15-year-old pupils proficiency proxy actual 8A lowskilled marginal Furthermore performing showed baseline paired top-performing students; confirms mathematics science maths 6% restrict formally wide 25- 34-year-olds attains tertiary 6A upper secondary vast notable Likewise 6B encouraging coupled Unfortunately piece cause concern: eradication social-exclusion mechanisms; signs consolidation things preschool Funds Early Childhood Education (ECEC) 54% surprising enrolment decreases: highest enrolled (28%); 21% contract A) Formally Share UOE [edat_lfse_05] [edat_lfse_07] 25–34 year-old skilled (levels 0–2) 5–8) B) 25th percentile32 9B) tell stories really P75/ P25 worsened (France examples) undertaken performance) percentile identifies student sample catching competences deterioration doing lessen 35% 5% lag insights 9A) [ilc_caindformal] Participation part- Low-skilled literacy Database [tsdsc450] Authors’ Top Level Reading written situations encounter (Luxembourg Netherlands) (Croatia Estonia) High-skilled P75/P25 Cut (Estonia Kingdom) Score condense low- adults34 best-performing PIAAC covering plus Flanders participating ‘stock’ PIAAC33 released Assessment Adult Competencies (PIAAC) carried numeracy problem-solving evaluates cognitive workplace cross-sectional study region Survey [Table A2 1] 4] Scores Adults ‘low skilled’; considered skilled’ Literacy Mean Low-Skilled (right scale) High-Skilled embryonic stage culture lifelong serious sum developments; insofar alarming 22% highly mere Scandinavian 287 (250 (258 10% non-existent [gov_10a_exp] 2005=100 [nama_gdp_p] Spending [demo_pjangroup] change) vs 2006–08 inhabitant demographically 66 2006-2008 (deflated deflator) review 29% 18% 16% 15% 14% Meanwhile (always 2006-2008) demography plays role; calculating 12% spectacular measured simplistic education; disinvesting coherent promotes negatively discrepancy persistent stresses sees achievement concludes “educational countries” double challenge: competence addressing bring recognises issued excellent modernisation displays blue bars unmet Actually noticeable regressed (Finland +8 +6 +4 3%) Concerns via amenities states37 develops waste resources; Pye (2008) numerous interlinkages attempt promoting synergies policymaking: socially environment; impact: lifestyles differently; regulation: diversely taxes; exposure access: mandate Environmental Agency expectancies Baltic shorter rear shift: countries: now; achieved enjoyed years’ (73 Universal availability registers selfreported examinations Medical healthcare; waiting lists distance barriers entire reporting distances quintile; 11% penalise unfortunately novelty check presence pollution crime environment-related smoke dust unpleasant smells polluted water proximity dwelling 2005–2013 discomfort Sweden; (Denmark ethnicity hazard Being environmentally risky noisy represents barrier empowerment [ilc_mddw02] grime 69 impacted gains distress Marked social-ecological Borrowing military dual-use package orientations character Adequate coordinated bargaining promising provided preserve Inadequate balanced Flexible smoothly combines Together Less Inequality mobilising areas: women’s good-quality adopt “Each depending origins ”38 demonstrating always backgrounds widens highinequality struggle poorest inhibits 71 facilitate proposal bargaining: proposes euro-area ‘competitiveness authorities’ referring watchdog derives authority precisely practice’ broadened authorities initiatives successfully adequately powerful instrument According weakened keeping pace doubt multinational firms Without corporate (Bénassy-Quéré playing natural deepening integration; vein consolidating necessitate domains controversial merits mentions improvement dialogue equitable inclusive growth: density centralisation/coordination tend disagreement insight ‘national conversations’ totally vantage symmetry learned invited ‘lack discipline’ Elsewhere visible pursues coordinate increases: acknowledge decentralisation encourage organization option engage sufficiently spectre large-scale materialised enlarged blatant illegal exploitation occur interplay gaps implementation legal absence heterogeneous salient feasible balancing (under conditions) solidarity; touched touch unstable fragile: lacked banking bank ready lender President’s functions: another generic technical options pursued; clarify ideas programme completion insurance) circumstances) Beblavý Maselli simulation exercise harmonised reinsurance Enderlein shock leave twin new; revisit originally inspired original longterm Fernandes Maslauskaite (2015a Research Fellow Paris DEFAP Graduate Milan visiting Bocconi Nottingham specialised affairs Academic Assistant Department Bruges specialisation consultant Division teaching assistant macroeconomics vocational Nations Addis Ababa Permanent Mission York grateful Katharina Barié Timo Lindholm Daniel SchraadTischler Joscha Schwarzwälder Karen Wilson Aspects Group opinions Professor (UvA) chair ‘Herman Deleeck’ Antwerp (UA) Special Advisor Board Trustees studied Leuven Cambridge Phil Minister Security Insurance Pensions Federal (1999–2004) Flemish Regional (2004–2009) professor KU until 2013–2014 econ kuleuven be/frankvandenbroucke Guttenberg Spiess 2013: Blueprint Cyclical Shock Area & Reports “EU Differentiated Integration” Project Brussels Study Polarisation? Long-Term Shifts Structure: Union: Ever Closing Peoples Rising Impacts Outcomes EUFunded Performance Inferences Regarding Deepening EMU: Maintain Develop Model? Completing Beyond Measuring Assessing Sustainability Unequal Recommendations Caring Final High-Level Union’ spring Can Be Done? Area: Simulation Exercise Options CEPS No R Consortium Tax Harmonization Moving Forward Les du conseil d’analyse économique Analysis Collado Van Mechelen Glass Ceiling Reduction print Work Successful Are States? Corluy V Polarisation Revisited: Case Discussion Series DPS15 08 Living Dignity 21st Century Societies Human Rights: Paradox Democracies Verbist Poverty: Explain DPS14 Fuest Peichl Automatic Stabilizers Crisis: 96(3–4): 279–294 ECB Theory Implications Bulletin Issue 76 Not Few Time Reverse Course Briefing 206 Skinner Meyer-Ohlendorf Leipprand Lucas Salmons 2008: Dimensions Linkages Directorate-General Equal Opportunities Start Equality Opportunity Cowles Papers 1921 Yale Haven Nolan Checchi Marx McKnight Toth van Werfhorst Rich Analytical Comparative Inclusion Sen Fitoussi J-P 2009: Measurement Progress Institut la statistique études économiques 2015a: Muddling Sense Marin (ed Future Ashgate: Aldershot UK: 489–520 2015b: Unduly Idealistic Inevitable? Debates T Search Coherence: Sketching Sustainable Well-Being Michaelson Edward Elgar Publishing: 17–67 Lathti V-M Cook Jousilahti Society Principles Applications Inequalities: Perspective ETUI Brief Pistolesi 2007: Une réduction l’inégalité dans revenu salarial France? Revue d’Economie Politique 117: 91–117 Together: Publishing Students Know Do: Mathematics Volume Outlook Divided Stand: Keeps Growing Unequal? 77 Mapping At-Riskof-Poverty Rates Press: 1–59 Excessive Imbalances Euroforum Needs OSE Opinion Observatory Tough Nuts Crack Background Pia benefited curtailed crisis-hit (Italy exception) recommend forcefully tools area-wide stance sceptical (Claeys extraordinary symmetric binding Sapir youth graded tenure once picks observable hardest surges long-lasting marking lowering excluding actions Bank’s decision Outright Transactions (OMT) July diverged substantially pricing businesses Fiscal aggravated (youth) disadvantage seem spared 79 advisable unproductive generation Lastly burden-sharing safeguarding adjusting retirees (Musgrave rule) concerned dangerous legacy establishing throughout peaked recovering Youth NEET differences: Ireland) peaking 30% declined Seven gone down Europe-wide document detail divide: = years; (rather so) expenses one-week holiday meal involving chicken fish every heating durable colour television car payment arrears (mortgage bills hire purchase instalments loan payments) above-mentioned items; ‘young training' (NEET rate) accurate 25–49 50–64 (working old) materially deprived (Table Nordics Finland) Cyprus) (70% 83% respectively) (2007–2013) observed deteriorating saw valid slowdown items strain‘ ‘durables’ delay (Kreyenfeld Andersson Currie Schwandt immediate foregone activity explores worrisome Arguably longlasting (Bell Blanchflower 2010; Arulampalam 2001; Gregg Tominey demographics possibly uncertainty mistakes made; April premature recessions (Darvas followed (6 2%) (4 Family (2) emerge: grasp Unsurprisingly sharpest soared grew responds business strongly disproportionate (Boeri asymmetries Darvas Tschekassin us Has people? hugely Macroeconomic ink spilled Generally speaking workings discretionary Barbiero gross collapsed exaggerating countries’ arguably beneficiaries category exceeded CEE EU27* Core Total 46 1** gov_10a_exp in-kind maternity geared excludes *Excluding (due limitations) **Excluding PT; AT; SK; –0 –2 –1 footnote introduced expense vice versa reforms3 lacking doubtful Greek parliament adopted unprecedented overhaul cutbacks Similar ‘sustainability factor’ retirement) passed restricts Prime Mario Monti (Box confidence implicit compromising enacted box (2015a) Elsa Fornero Italian near collapse stalemate Financial operators turning backs auctions took exaggerated interest 10-year bonds similar-type 500 (more has) refinance €1 billion welltested attack rhetoric breakdown corner possibility expiring reimbursed real; civil salaries administrations suppliers coin afflicting buoyant shadow self got high-productivity electronics chemicals drugs concentrated labour-intensive fashion-oriented ‘made Italy’ products encountering stiff developing technocratic harsh enough convince deserved trusted debtor sensible (albeit reluctant) approval Members realise savings eliminate 87 turned concluded registration press lumped calling ‘Esodati’ exodus deserving safeguarded irrespective voluntarily lump severance 000 safeguard clause 160 widespread protests call strike ‘lump fallacy’ premise assertion extension disregarded goal generational rebalancing reform) failure convey me regret shortcomings Short-term absent: ‘Rescue decree terminating May infraction procedure excessive deficit initiated drastically distortions (law 214/2011) restructuring (also emergency) speeded Notional Defined Contribution (NDC) (including Parliament) method calculation restore credibility formula unfamiliar ‘too severe’ parametric statutory seniority age; aligned 2018 men; indexed requisites ‘generous’ DB (Defined Benefit) receiving froze indexing 400 month nullified Constitutional Court re-established evaluations Most revise Due emergency parliamentary presented approved weeks confidence) customary displaced expecting retire trusting laws estimate Istituto Nazionale della Previdenza Sociale (INPS) pre-funded privately pay-asyou-go (European 2015a) longevity public-private sé obliges collectively intergeneration risksharing set-up (Schokkaert Parijs 2003) persons spending: longSource: Women Men detailed discussion) invariant a) 2060 c) relationship ongoing forecasts counterparts useful 20-year-olds approaching helps (keeping viceversa perfectly 45° line continental close (2009 assures crowding stating ‘benefit-ratio’) Let assume fixed Imagine unpredictable entirely hits ‘lose’ allocating divided economy-wide projection schemes: (a) indexation rules (b) (c) estimates Schokkaert (2003) Myles (2002) Vandenbrouke shortly Analysing track moved biased more-or-less Further north Italy: exhibited greatest cutting impacts movements Comparing exercises suggesting better-than-expected (2007 trendline Private investors interested 2015b) hardly Recommendation: Address dualism markets: Once picked two-tier permanent (young) Graded accumulate Except hands Former Commissioner Lazlo Auditors (€12 2020) monitoring proceeding eca eu/Lists/ECADocuments/INSR15_03/ INSR15_03_EN pdf Engagement (YEF) qualifications securing YEF £16-million payment-by-results Funding (SIBs) constitutes marks inter alia possibilities discussing strengthening designs biggest legacies Bentolila Boeri (2011) ultra-secure solution: unlikely depressed counteract counterweight policies; apprenticeship traineeship establishment recommendation guarantee: http://eur-lex eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:32013H04 26(01)&from=EN 93 Concentrating mistake announcements suffers primarily capital) inherit preserved game-changer high-quality fostered contributes positively pointed promoted accessible eu/social/main jsp?l angId=en&catId=1044&newsId=1807&furtherNews=yes (Thimann 98% leeway relying exclusively reasons: Irresponsible spill-over effects; exceptional Create stabilization mechanism: tool room 94 worried friendly re-establishing Prioritise composition: Cuts backbone game changer Safeguarding Strengthen publicprivate incorporate allocated proposing 2020-2040 lines Entrepreneurship (EFER) Harvard Prince’s Trust (YBI) expert Horizon 2020 Access Risk Finance Advisory She author entrepreneurship Prior GV Partners venture firm honors Bachelors Management Carnegie Mellon MBA Affiliate her she Trainee Stance Blue Book Stagiaire Exchange ERM II Unit DG ECOFIN Bachelor Master Tor Vergata thesis imbalances fluent English Gioannini Oxenford Mari Pantsar Mariacristina Rossi Eulalia Rubio Eric Thode Director regularly testifies Ministers’ meeting (Bundestag) (Assemblée Nationale) minister’s Conseil d’Analyse Economique Solvay School’s advisory board team Deutsche Bundesbank adviser Bonn Toulouse Pittsburgh Passau previously taught Université libre Bruxelles Bulgarian Spanish columns cited Wall Street Caixin Nikkei El Pais La Stampa FAZ Handelsblatt Echos BBC ZDF Senior Structural Industry Directorate Kauffman 2008-2012 Associate Saïd Visiting Lecturer Stockholm Riga founder consulting Her Member Z Sickness Health: Protecting Supporting 2014/02 Problem 2014/03 Diamond Lodge Gallie 2002: Need Budgetary Projections (2008–2060) 2/2009 Including Implementing 2014-2020 Communication Regions (2013–2060) 3/2015 Wage Scare Male 12: 487–509 Adema Fron Ladaique Really Expensive? 1980–2012; Manual (SOCX); Migration 124 Alvaredo Piketty Saez Historical 27(3): 1–21 Scarring? Effects Experiences Wages 11(475): 585–606 Bell Unemployment: Déjà vu IZA 4705 Cahuc Dolado Barbanchon Two-tier Labor Great Recession: 5340 Dualism Thematic Seminar Segmentation People Bonoli Natali Claeys drawbacks brief Short- Fertility Proceedings Academy 11(41) Cynamon Fazzari Recession Slow Recovery 97 2006: 44(2): 369–390 Euro-area Governance: Do 2015/01 2003: Debate 13(3): 245–279 Thimann Microeconomic Cannot Solve 29(3): 141–164 Kersbergen Vis Reform: Retrenchment Game Left Town? Administration 48(7): 883–904 Imbalance Approaches Kreyenfeld Socioeconomic Nexus: Advances 21: 59–73 Knew It? 1–30 1986: Reappraisal Financing Vol Brighton: Wheatsheaf Books: 103–122 Contract Elderly Pierson Doing Families Glance G20 Impact Investment: Base Petmesidou Guillén Austerity Threat Observatoire Européen is: values? ambitions Ambition #1 capacity-building servants complexity interdependency #2 customer satisfaction cross-sectoral #3 exploring representative rapid debt) renewal practices respond ecological responding problems) compensating citizens) identifying actualising independent profoundly reforming 99 mindsets everyday Naturally tips implementing overcoming rigidities Appendix #4 Support #5 preparing definitions adopting forerunners enhancing competitiveness! embracing market-based development) foundation fulfilling promises (often security) poverty4 impaired diverging education) sluggish burdened heated post-war presently entered sphere guiding viewed separately rarely Accordingly societies: wish widened (Hüttl Perceptions vary variation models1 entitled reform2 similarities ideologies forming traditionally equality3 gained pressure: cracks Voting searching channels arena occupied populist freedom speech classical social-democratic (Scandinavian) corporatist (Continental) (Anglo-Saxon) nowadays complemented classifications owing fields regime (Palier Diverging exist 101 abuse prevalent (Hämäläinen reversible solved resource-intensive production prevailed lifestyles6 vigorous resource begin governing socio-economicecological (Dryzeck ultimate boundaries feel well-being7 renewing interconnection 2013a) generated satisfies minimal exceed nature’s (Hirvilammi Helne purposeful behaviour alert burning frames model? transform ‘sustainable societies’ aiming planet5 presented: thread Aiming anthropocentric identical inbuilt physiological single-parent incoherent derive psychological hurriedness depression loneliness substance 2013a; 102 physical interaction environments Active decarbonisation stagnation concentrates adopts mid- motivation benefits) unfortunate avoidance 2013; timely avoid criminal ‘enable’ transport ‘activate’ helping upgrade calibrated preventing proven genetics lifestyle well-defined organised? system? Which sector? eased jurisdiction silo-based fragile prone crises interdependence fewer hierarchical sub-optimised silos collaboration reframing aggravation likelihood resilient granted ‘leading’ Asian competition: top-level expertise innovativeness diligence respects (Turkki Micklethwait Wooldridge renew Particularly responsive future-looking ecologically outdated orderly predictable interconnected capitalised reconstruction hungry consumers ladder operate mandates bureaucratic turf illustrated Leading include: interdependent facing? leadership capabilities policy-making? (Section allocate provision? legitimisation policies? policy? continue way? 7) abstract (Bevir involved solving (Hufty relations) persist ‘correct’ transparent participatory fixes responsibilities) subsector variety cross-cut restricted disciplinary retirements connection scarce manner8 uses thwarted sectoral silos9 reallocated usually subunit optimisation sharing purposes Often planned isolated bureaucracy structured vision bureaucracies parochial quo settling modest health-service agree turmoil reallocation Resource upheld planning units vigorously guarding Annual budgeting zero-sum second-order sector-specific cross Major first-priority cross-societal dispersed departments holistic turns tunnel narrow preventive statements declared desired hierarchies cross-sector cross-level interdependencies adaptive overwhelm tried circumvent decentralising meant ‘agencification’ fragmentation bigger fragmented ICT Decentralising scattered compatible communicate centralisation subsystems applications X-Road e-Estonia emerge capacities:* sensitivity perception incipient discontinuities real-time sense-making Collective Learning interacting collaborating Fluidity fast mobilisation (re)deployment competencies operational underpinning agility Ability mobilise multiple subunits Effective utilisation decentralised facilitating Evolutionary evolutionary niche experimentation (Rammel den Bergh advice 107 Worldwide (Kaufman governance12 high-income emphasise resilience precondition conscious pathways bureaucrats (Gallop consciously Societal competencebuilding non-profit participants Measured voice violence regulatory law corruption reappeared barely lucrative officials non-activating freeing expend needs) radical predict interrelated Subsequently appeared once-and-forall (Forss Kanninen carefully Finland10 Netherlands11 decided conduct experiment After city Utrecht announced unconditional stipend cover Dutch cities experiments Singapore prosperous professional diligent Civil administration networked assisted courses formers ‘Leadership policy‘ Finland’s jointly society’s (understood manner) incorporated invitation Participants (public society) builds utilise eye-opening visits joint creates visions attempting solve feedback (2014–2015) networks participants’ 109 rotation goal-setting) Following beside enabler future-oriented building suffice Recommendations: Set agendas Invest next-generation establish Encourage Initiate governance-related experiences representatives administrative intact moderate strategically flexibly easy13 (Mulgan 2009) foresight goal-setting hindered opportunism electoral disconnected proper infrastructure databases) resourcesharing recognised professionals measuring obstacle cross-cutting Fragmented transferable jurisdictions investor beneficiary scrutiny ambiguous survival adapting task shape agency mention Turning cost) mounting urban phenomena separate suboptimisation party bears Resources duplicated tie incremental improvements confronting Assigning phenomenabased phase organising minister posts) allocations phase) destructive battles action-planning staff agreement (particularly ministries agencies) whose continuous adaptation broken targets evaluated (political service) follow adjust reallocation) continuously know faring (accountability credibility) Setting impact-measurement outcome-evaluation extremely visionary whole-of-government (local national* EU) wicked reaching cohesive wide-spread (10 prioritised challenges/ ‘turning business’ Or healthcare: ‘from curing sicknesses equalitarian manner’ (Government Organising (money people) (derived goal) redeployed (ROI) ending completely ministry 112 meaningful entities customised knowing Awareness) Flexibility) legitimately Choice) Customers subjects satisfied Efforts mass-produced rigidly holistically customer-orientated personalised multidisciplinary customers prefer personally willing tight Break individualised tailored Advanced humancentric aware e-Estonia14 co-creation customisation expediently outweigh Estonian Electronic Registry patient handled sources test online doctors quick Patient Portal protects privacy e-estonia com) customers’ gives Another ownership tested: Awareness: my ” Choice: choose Flexibility: regarding Awareness Choice Flexibility Applies Does Somewhat applies Don't 114 Design programmes) real-life exclusion*) people’s activities) Co-create engagement risk-of-poverty populations17 Recent (Tillmann Gagné presumed constraints legitimised strengthened ‘democracy’ ‘rule’ monarchy oligarchy Empowering everyone abilities strongholds (both cognitive) sensemaking Regular ideally well-performing legitimising declining15 manifest parties16 skewed voting citizens’ willingness polls (Thies Voter turnout election voter 70% 80% 1960s 66% 67% Biezen electorate except (Van 116 instrumental expressing Citizens systematically proposals mini-publics18 assemblies19 crowdsourcing complete engaged Participatory participate digitisation gather Open potentials commissions mini-public commission randomly answers ethical event lasting powers eligible referendums elect behalf municipal councils re-engage (Smith on-line consultations utilised failed 2007) strengthens alertness Gathering valuable Crowdsourcing modification constitution went citizen Citizens‘ signing petition submitted Ministry platform facilitates Anyone supporters campaigning specialists frame language acceptable Marriage Law marry gender) decide designated libraries acquisition citizen-based community (Sillanpää residents’ brings marginalised appropriately Britain experimented True ‘open data’ re-used anyone (Halonen opening datasets Transparency vigilant wasteful organisation’s accordingly creative re-use signed machine-readable default Making readily forerunner 118 Citizen conflict Involving slows Democratic voices municipalities world21 institutionalised one-time reinventing participedia net/en action-based bypass stretching frustration grown rigidity accomplish banks well-beingrelated Direct Restaurant Days20 Realising unwise get Decision-makers open-mindedly evaluate advantages disadvantages boldly scaling flaws Day food carnival thousands one-day restaurants worldwide restaurant café bar happen anywhere: street garden park beach volunteers restaurateurs running restaurantday org/en 119 Broaden Increase co-operation communities walks transferring motivating administrators grass-root institutionalise guaranteed unemployed) unrepresented requisite labourers occupations re-examined Danish hiring let model: broadens ‘Mobication’ retraining acquiring outsourcing corporations generating shareholders dominant assumption transformation22 stakeholder struggling reside civic government’s agents lobbyists life-time multilevel systems-of-systems ‘panarchies ’ (Gunderson Holling 2002) organisational cultural behavioural 121 available24 empower engaging Interestingly banks) exchanging co-evolution Collaborative dialogical defensive self-interests funding25 Society’s daily Legislation influencing recycling smoking bans places Shifting steer bicycle paths vouchers foods stores energy-efficient appliances bear mind stakeholders23 demonstrated re-examining peer-to-peer unofficial communality dawning assetbased keener capable Digitisation connects producers activate Promoting electronic monitor homes Intelligent habits Taking consumers’ removing ‘orchestrating’ system-wide ‘macro-organisational’ ‘system stewardship role’ (Hallsworth acts co-operative network substitution positioned arrange ultimately encourages spreading effected fundraising copyrights premises rigid uncontrollable investing* ‘owner’ operator materialise arrangement pays earns profits return) vehicle teaches (zero-sum game) investing’ wording synonym investment’ Various Scotland capitalising asset-based communities’ know-how spare community’s ‘Older Older People’ remote felt borrow recycle compromise Internet voluntary spirit intangible orchestration Utilise community-based Evaluate Explore partnerships role26 talk rationale reactions duties inequities functions) inputs wishes survive flourish contributors sizeable cornerstone invasive Protection Method Coordination rests soft-law guidelines benchmarking method’s peer involves (EU 2013b)28 prioritise modernise 2013b) guidance pillars 2000): knowledge-based declaration unity discourse implied (Soromenho-Marques domination encouraged exists ensue Humphrey Marshall Hobbes Otto Bismarck 1961 Charter treaty culminated Emmanouilidis EMU (Delbecque resist weighty fear EU-critical eurosceptic exit reluctance Substantial discreet respondents lacks recovery reorganise person’s shortterm qualify Free-riding (experience ratings) clawbacks neutralise drawdown Sebastian Dullien affiliated Relations (ECFR) analysed (Dullien diminishing allocation poorer opposition Enabling standards: Pressure reforms: transfers: Strongly Disagree Agree disagree 128 partnership progress29 (Stahl Spinaci citizen’s acceptance Decisions cabinets Brussels30 aided chorus Nor shortcuts sudden escalation expanding migrant challenging plans unforeseeable Covenant Mayors pilot mayors CO2 renewable energies format Owing temporarily treaties Troika (International Commission) Because reflective Foresight name supportive Subsidiarity strive recognising enhances feeling 129 visioning) Apply Designing shed decision-making) Increased concentrating asked elementary ‘welfare’ ‘state’ invests planet’s sole ‘society’ reform: 131 Diversity trust-based benefitting compromises representation characteristic social-investment applying Phenomena-based Thus alignment pursued detached counteracting motivate belong accounting 132 transforming initiating redefine aspects) integrates historical Asia) abandon Individual powerless orchestrating society-wide client evaluator) release Increasingly Nokia 1984 positions Vice Strategy Infrastructure Itella Corporation Kesko Kuntien Tiera Oy Telia-Sonera Fifth Element Helsinki honorary professorship Budapest books articles Yves Fast Strategy: Agility Will Help You Stay Ahead Deal Lead facilitation Expert Panel Previously Sitra’s headed Landmarks demand-based rural preparation Forest Decision-Makers (1996– forestry doctoral science-policy interface interactive warm thanks Jenna Lähdemäki versatile workshop manuscript Heli Nissinen Paula Laine Kalle Nieminen Veera Heinonen express VES chairing manager constructive Susann Bartels assitance nominated comment lively insightful Bertoncini Kostera (Bertelsmann Stiftung) Viriato SoromenhoMarques (University Lisbon) Lars Thies benefitted Chaired INSEAD Presidency Conclusions March 2013a: Well Limits Planet: Environment Action 2013b: 2014–2010 COM(2013)83 Forss O Miten testata perustulon vaikutuksia? Kenttäkoekulttuurin lyhyt oppimäärä Ajatushautomo Tänk article sitra fi/en/news/future/think-tanktank-field-experiment-best-way-test-basic-income Gallop Sector Art Mandarin Land Solutions: Juha Sipilä’s 12/2015 Gunderson Nature Nature: Obstacles Adaptive Capacity Resilience stockholmresilience org/21/research/ research-news/11-13-2012-learning-by-doing html Panarchy: Understanding Transformations Natural Systems Washington: Island Hallsworth System Stewardship: Policy-Making Halonen Data: Applicability Submitted Unpublished Bevir Short Chang Rowthorn 1995: Role WIDER Clarendon Delbecque Proposal Stabilisation Document 384 Harlow England: Wharton August Scheme: Provide Gütersloh: Dryzek Institutions Anthropocene: Earth British doi:10 1017/S0007123414000453 Publication King Baudouin (EPC) 136 Kaufmann Kraay Mastruzzi Indicators: Methodology Issues 5430 Loorbach Transition Development: Prescriptive Complexity-based Framework 23(1): 161–183 Fourth Revolution: Race Reinvent Mulgan Mobilizing Power Knowledge Systems: Consolidation Reviews Bismarck? Rammel Minimising Ecological 47: 121–133 Sillanpää Deliberating Delivery Budgeting Implications: Facilitate Adjustment Renewal Societies? Heiskala Innovations Performance: Processes Industrial Sectors Cheltenham Society: Blocks Socio-economic Version Wicked Problems: Systemic Beyond: Discourse Lahti Hirvilammi Paradigms: Sketch Wellbeing Ecosocial 6(4): 2160–2175 Hufty Investigating Processes: (GAF) Wiesmann Hurni co-editors: Swiss Competence (NCCR) North–South Bern Switzerland: Geographica Bernensia: 403–424 137 Smith Innovations: Cambridge: Soromenho-Marques Heading? Stahl 2020: Multi-Level Challenge Delivering Centre: 59–66 Tillmann Von Performern Prekären: Wird Deutschland eine Demokratie der Besserverdienenden? Einwurf 3/2105 Turkki Aasia haastaa valtio- ja demokratiakäsitystämme uudistumaan Sitran selvityksiä forthcoming as: Asia conceptions studies Mair Poguntke Going … Gone? Decline Party Membership Contemporary 51(1): 24–56 decision-makers* try another’s feeds ‘collective knowledge’ intelligence recognition specialisations thinktanks Refresh inevitable creativity Arrange safe scientific paradigms communication highlight contradictions ‘wisdom crowds’ co-design coproduction (A) (B) integrative (C) (D) initiate (E) Reflective strategy-level originates collision occurs Integrative path Overcoming 139 heading directing Ensure Reallocate appreciation Recognise reward brilliance Give managerial bottlenecks mission platforms networking suddenly swiftly pools crossfunctional teams (shared crossministerial Offices (PMO) reallocating cross-ministerial crosssocietal Adopt ‘whole government’ (monetary Enable multipurpose resourcing designating portion belonging 140 Scale mainstream emotional interactional urge symbolic mottos logos rebranding symbolise Introduce Seed ranks converts genuinely emotions factual motives dissonance Use Build Listen articulate utilises envisioning inertia consolidate collaborates closely ‘stewardship’ constructions unrest crosssectoral phases: Identify system’s intricacies frontrunners visionaries alternate Choose tested spaces conducting 141 Practice playful selfinterest Engage ‘translational leaders’ skillfully Navigate Implement last; relationships align hierarchy Extend co-contracting Prepare negotiation © c/o Carl-Bertelsmann-Straße 256 33311 vision-europe-summit eu Responsible Editing Authors Nicole Meyerholz Bielefeld Picture engy1 / Fotolia com Forums Trends Contact Manager Phone: +49 5241 81-81485 katharina barie@bertelsmann-stiftung 81-81576 susann bartels@bertelsmann-stiftung 81-81581 eric thode@bertelsmann-stiftung