Vaccineer de muntunie, hou Europa gezond

Download fulltext
248

Vaccineer de muntunie, hou Europa gezond
Gepubliceerd in De Morgen, 2 juni 2016, p. 31.
Frank Vandenbroucke is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (UvA)
Sterke nationale welvaartsstaten en Europese eenmaking waren de mooiste politieke projecten van
de 20ste eeuw: ze gaven hoop. Beide lijken vast te lopen. Ik zal het niet hebben over de vele
crisissen in de Unie, maar zoom in op één kwestie: zijn deze projecten tot overmaat van ramp strijdig
met elkaar? De gedachte is verleidelijk omdat we sinds 2004 twee ontwikkelingen zien: enerzijds de
uitbreiding van de Unie naar landen met lage lonen en het opengooien van de binnengrenzen;
anderzijds groeiende ongelijkheid aan de onderkant van de samenleving in het oude Europa.
Migratie en – zij het minder aanwijsbaar – concurrentie op basis van lage lonen spelen een rol in het
afkalvende herverdelingsvermogen van welvaartsstaten, maar die rol is complex en veel andere
krachten zijn aan het werk. Toenemende ongelijkheid is niet het gevolg van ‘ijzeren wetten’, of het
nu gaat over de groeiende kapitaalvoorraad van Piketty, de globalisering of de Europeanisering. De
sleutel is het beleid van overheden. Europeanisering moet dus door die bril bekeken worden: tast
Europa het effectieve vermogen van onze overheden aan om in te zetten op bescherming en
herverdeling? Ik belicht één aspect van dat beleidsvermogen: schokdempers in tijden van crisis. Daar
is een probleem. Maar er zijn oplossingen.
Stabilisatoren
Welvaartsstaten hebben ingebouwde stabilisatoren om economische schokken uit te vlakken:
progressieve belastingen en werkloosheidsuitkeringen. In de Eurozone zijn de automatische
stabilisatoren na de financiële crisis snel uitgeschakeld. Dat had te maken met financiële markten en
bezuinigingsbeleid, de analyse is bekend. Minder bekend is dat de Eurozone de enige muntunie ter
wereld is waarin dergelijke stabilisatoren niet ten dele gecentraliseerd zijn. Neem de Verenigde
Staten. Werkloosheidsuitkeringen zijn er de verantwoordelijkheid van de staten. Maar de staten
worden ondersteund met een federaal belastingkrediet dat werkgevers helpt om hun bijdragen voor
de werkloosheid te betalen. De federale overheid koppelt er minimale eisen aan waar de
werkloosheidsverzekering moet aan voldoen. Bovendien zorgt Washington in tijden van erge crises
voor bijkomende werkloosheidsuitkeringen. En staten kunnen lenen bij Washington wanneer hun
werkloosheidskas in het rood staat.
Schokdempers samen organiseren is rationeel. De eerste reden is risicospreiding. De tweede reden
heeft te maken met wat economen ‘externaliteiten’ noemen. Nationale verzekeringssystemen
creëren een externaliteit: een land dat zichzelf goed verzekert, bewijst ook zijn buren een dienst. Het
is zoals met vaccinatie, het voorbeeld bij uitstek van een externaliteit: wie zich vaccineert,
beschermt niet alleen zichzelf tegen een besmettelijke ziekte, maar ook mensen met wie hij in
contact komt. Daarom worden vaccinaties gesubsidieerd en deels verplicht. In een muntunie is het
besmettingsgevaar groter dan in een loutere gemeenschappelijke markt. Dus is het logisch dat een
muntunie schokdempers verplicht in de lidstaten, en er ook eisen aan stelt. Preventieve eisen, te
vergelijken met verplichte vaccinatie, houden in dat lidstaten geen structurele tekorten opbouwen,
want dan verliezen ze ruimte om overheidstekorten te laten groeien bij een crisis. Maar de kwaliteit
van werkloosheidssystemen moet ook in orde zijn. Dekken ze alle werknemers of laten ze grote
2
groepen onverzekerd, zoals in Italië, waardoor de stabiliserende rol van werkloosheidsuitkeringen in
Italië onder de maat is?
Vaccinatie wordt gesubsidieerd: producten met positieve externaliteiten moet je subsidiëren om
hun verbruik op een optimaal niveau te brengen, zo zeggen de handboeken economie. Nationale
werkloosheidsstelsels subsidiëren is in de Europese Unie niet aan de orde; maar het zou rationeel
zijn een herverzekering van de nationale werkloosheidsverzekeringen te koppelen aan minimale
kwaliteitseisen, zodat lidstaten de kost ervan ook in zeer moeilijke omstandigheden kunnen betalen.
De Europese Unie zal geen federale begroting ontwikkelen zoals de VS of Canada; maar met een
relatief kleine verzekeringspremie kan je qua stabilisatie hetzelfde nuttige effect bereiken als met
een omvangrijke begroting.
Gezond boerenverstand
Het is niet zo dat we vandaag geen solidariteit organiseren in de muntunie. Maar de solidariteit die
tot stand komt is het resultaat van moeizame onderhandelingen tussen regeringsleiders. Solidariteit
zit niet als een ex ante automatisme ingebakken in het Europese weefsel, ze komt ex post tot stand.
Dit heeft nadelen. Solidariteit achteraf organiseren is conflictueus en polariserend. Bovendien is
‘achterafsolidariteit’ duurder: ‘solidariteit van tevoren’ verhindert dat de schade oploopt. Risico’s
centraliseren of herverzekeren in een muntunie is een zaak van gezond boerenverstand: voorkomen
is beter dan genezen.
U denkt ongetwijfeld: rationeel, maar hopeloze political fiction. Er heerst diep wantrouwen, verzet
tegen het delen van middelen op het Europese niveau, en vrees dat we hangmatten eerder dan
werkloosheidsverzekeringen zullen subsidiëren. We staan inderdaad voor een paradox: de VS
consolideren zwakke solidariteitsmechanismen in de staten met solidariteitsmechanismen op het
federale niveau; de EU lukt er niet in om sterke solidariteitsmechanismen binnen de lidstaten te
ondersteunen met ex ante solidariteit op het Europese niveau, en creëert zo een instabiele
muntunie. Politiek gaat het om een moeilijke puzzel: het zou in ieders voordeel zijn dat we ‘gelijk
oversteken’ in het delen van soevereiniteit en het delen van risico’s; maar hoe doe je dat als je
elkaar niet vertrouwt en denkt dat je steeds meer greep op je eigen nationale situatie verliest? Dat
laatste vormt de kern van het debat: de EU is synoniem geworden met verlies aan invloed, verlies
aan ‘greep op de situatie’. Als we niet bereid zijn risico’s en soevereiniteit te delen, zullen we steeds
meer ‘greep op onze eigen situatie’ verliezen. Risico’s en soevereiniteit moeten gedeeld worden om
effectief beleidsvermogen te heroveren. De inzet is dat nationale beleidsmakers zo sterker worden,
eerder dan zwakker.
Cement
Mijn pleidooi is gebaseerd op wederkerigheid: een solidaire verzekering van risico’s met strenge
eisen waar de verzekerden moeten aan voldoen. Een Europese toepassing van ‘voor wat hoort wat’,
zo u wil. Wederkerigheid is het cement van de bescherming die nationale welvaartsstaten bieden.
Wederkerigheid maakt iedereen sterker. Wederkerigheid is meer dan ‘voor wat hoort wat’, en je
moet het in de juiste dosis toepassen. ‘Voor wat hoort wat’ kan verworden tot een hardvochtig
mantra, zonder oog voor het feit dat mensen ook recht hebben op mededogen. Een overdosis leidt
tot een allesoverheersend wantrouwen, waarbij een obsessie voor moral hazard (oneigenlijk gebruik
van verzekeringen) blind maakt voor de voordelen van onderlinge verzekeringen. Zoals
3
wederkerigheid het cement is van welvaartsstaten, moet wederkerigheid ons inspireren voor de
Europese Unie.
Wederkerigheid moeten we ook toepassen in de discussies over grensoverschrijdend verkeer. De
Nederlandse regering klaagt terecht over misbruik van detachering van Oost- en Centraal-Europese
werknemers, omdat dit het Nederlandse sociale bestel ondermijnt. Tegelijk heeft premier Rutte
gezegd dat er veel goeds zat in de eisen van David Cameron; Cameron wil Europeanen die in het
Verenigd Koninkrijk als werknemer aan de slag zijn en géén gebruik maken van detachering kunnen
uitsluiten van Britse sociale voordelen. De Nederlandse positie komt er op neer dat men zelf graag
van twee walletjes zou eten: Polen die hier werken moeten bijdragen betalen voor het Nederlandse
sociale bestel; maar dezelfde Polen moeten niet denken dat ze zomaar alle sociale voordelen kunnen
krijgen die Nederlandse werknemers krijgen. Dat schendt niet alleen een elementaire
wederkerigheid, het maakt de moeilijker om een verstandig compromis te vinden met de Oost- en
Centraal-Europese regeringen over de detacheringskwestie. Belgische politici die graag laten horen
dat ze Rutte en Cameron verstandige Europeanen vinden, moeten er eens over nadenken.
Dit is een samenvatting van de rede over de toekomst van het sociale beleid in de Europese
muntunie, die Vandenbroucke gisteren uitsprak n.a.v. zijn aanstelling als hoogleraar aan de UvA.
Volledige tekst: frankvandenbroucke.uva.nl